Fietsen in Friesland. Dag 7
Donderdag 12 juli 2007. Huizen – huis (90 km)
Veluwemeer bij Huizen
Eerst doen we een rondje Huizen, door het centrum, door de nieuwbouwwijken en langs de IJsselmeerkust. Naar Naarden is het pad heel landelijk. Naarden-Vesting ademt nog de sfeer van de Gouden Eeuw. Bert en ik bezochten hier meer dan 30 jaar geleden een muziekfeest.
Muiderslot
Bij ‘Ome Ko’ in Muiden drinken we onze eerste kop koffie van vandaag. De tafeltjes zijn bedekt met smoezelige ouderwetse kleedjes. Dat hoort nu eenmaal bij een bruin café. Een lichtreclame aan de binnenmuur echter niet. Buiten mogen we nog even wachten voor de sluis. Er moeten een paar schepen door.
De sluis van Muiden
In Amsterdam-oost gaan we langs de ringdijk van Watergraafsmeer. In het Vondelpark in Zuid zie je, zoals bijna altijd skaters, joggers, gewone fietsen, nieuwerwetse bakfietsen, honden aan de lijn en ouders met kinderwagens. In de stad hebben we minder last van de tegenwind.
Naar huis gaan we verder over Halfweg, Haarlemmerliede, Haarlem en Heemstede. Op de Herenweg van Heemstede in de buurt van de Zandvoortselaan krijg ik een vuiltje in mijn ogen. Aan de overkant zijn een gebouw aan het slopen. Pas thuis krijg ik dit eruit met ruim water uit de kraan. In totaal reden we in zeven dagen 720 kilometers. De Schwalbe achterband van mijn fiets toont op vele plaatsen de gele anti-leklaag en moet nodig vervangen worden.
Het was een mooie fietstocht, maar het weer had beter gemogen. Bert bedankt voor je gezelschap en je uithoudingsvermogen.
Fietsen in Friesland. Dag 6
Woensdag 11 juli 2007. Elburg – Huizen (70 km)
De regen tikt op de tent als het eigenlijk tijd is om op te staan. Daarom wachten we maar even met het uit de slaapzak komen. Twee kilometer onderweg in het centrum van Elburg valt er al weer water uit de lucht. We doen een bakkie koffie in café het Regthuys op de Vismarkt. In de binnenstad doen schoolkinderen een vossenjacht als afsluiting van het schooljaar. De meisjes en jongens hebben reuze pret en de juffen (echte juffen en hulpmoeders) en een meester kijken wat beteuterd uit hun ogen in verband met de de regen.
In de krant (Het Zwols Dagblad, editie Veluwe) staat uitgebreid (op drie pagina’s) vermeld dat gisteren een griezelfilm over een Engels jongetje met een brilletje voor het eerst werd vertoont in Nederland en wel in het openluchttheater van Bloemendaal. Ook staat erin dat twee dames gisteren ernstig gewond zijn geraakt door de bliksem op het fietspad bij de molens van Kinderdijk.
Als we de fiets weer oppakken om door te rijden wenst de visboer, die al 30 jaar op de Vismarkt zijn haringen en lekkerbekjes verkoopt, ons een prettig weekend. Ik meld hem dat het wel erg vroeg is voor een prettig weekend. Hij zegt terug dat het voor sommige mensen altijd weekend is. Daar valt niets op af te dingen.
Het volgende dorp is Nunspeet. Het regent nog steeds een beetje wel en een beetje niet. Daar bij AH kopen we onze halve liters melk en drinken die op, op het bankje voorin de winkel vlak bij de uitgang, onder het toezichthoudende oog van de bewakingscamera. Bert en Annie waren hier een paar weken geleden nog toen ze een weekend Emst deden.
Op kortere of langere afstand van het Veluwemeer rijden we tegenwind westwaarts. In Spakenburg rusten we uit in een café, waarin ook een medewerker van de grootste werkgever van Spakenburg, Bakkerij het Stoepke, aan de bar zit.
Langs de dijk zien we het nieuwe stadion van de rijkste amateurvoetbalclub van Nederland, IJsselmeervogels. Nu is het niet ver meer naar Eemdijk. Het is gelukkig geen zondag, want op die dag gaat het pont over de Eem niet.
De camping staat op de grens van Blaricum en Huizen. De receptioniste, die het buskruit niet heeft uitgevonden, vertelt dat plaats nummer 10 op een bepaald veldje nog vrij is. Daar kunnen we gaan staan. Op het veldje aangekomen is daar een groep schoolkinderen aan het voetballen. Alle andere plekken op het veld zijn ook nog vrij. We gaan toch maar ergens in de hoek van het veld staan met onze tent.
Het is een dure maar mooie camping. We eten ’s avonds in het restaurant op de camping en bezoeken daarna het centrum van Blaricum. Eén en al rust. Het enige punt van zichtbaar leven is de AH die tot 21 uur open is.
Fietsen in Friesland. Dag 5
Dinsdag 10 juli 2007. Sloten – Elburg (100 km)
Om kwart voor acht zitten we bij Super de Boer in Lemmer aan de koffie met ouwe wijvenkoek. De klapstoeltjes zijn wat gammel, maar verder mankeert er niets aan de service. Het gammele stoeltje wordt toch maar achter gezet. Waarschijnlijk staat het er nu weer.
Verderop onderweg naar de Weerribben zien we enkele grote roofvogels (buizerds?) in de lucht vliegen en op hekken vlak bij de weg zitten. Ze zullen het toch niet op ons gemunt hebben?
Bij Ossenzijl vinden we dat we niet hoeven te klagen over het weer. Ik zeg nog tegen Bert: ‘Eén ieder krijgt het weer dat hij verdient.’ Dat had ik beter niet kunnen zeggen. Even later om 10 uur wordt bij het café, vooraan het smalle pad bij de sluis richting Kalenberg het schoolbord buiten gezet, ten teken dat de zaak opengaat. Tien meter verder vallen de eerste vette druppels regen uit de lucht en begint het te rommelen aan de hemel. Vlak vóór de wolkbreuk zijn we schielijk het café ingedoken. Het meisje van het café haalt nog even door de regen De Telegraaf van vandaag uit de brievenbus, nadat Bert geklaagd had dat de krant van gisteren nog op de stamtafel lag. Op de voorpagina prijkte namelijk Leotine van Morsel met haar baby. Dat had hij gisteren ook al op de voorpagina van de grootste krant van Nederland gezien.
Na een half uur gaan we weer op weg richting Kalenberg. De lucht is nog niet helemaal helder maar het is nu droog. Voor Bert zullen de Weerribben wellicht altijd geassocieerd worden met regen en donkere luchten.
In de havenstad Blokzijl voeren we de mussen met het brood van de vorige dag dat nog in de fietstas zat en kijken ondertussen de haven rond. Een paar weken geleden was ik hier nog met broer Piet.
Op het pont bij Zwartsluis staan twee jonge dames met een hond in de aanhanger achter de fiets. Ze fietsen via LF-routes. Ook gebruiken ze een Garmin, waarin ze alle camping van Nederland hebben ingeprogrammeerd.
Ganzen onderweg
Het station van Kampen ligt in IJsselmuiden. We gaan naar de stationsrestauratie, de Wizzle, omdat we tegoedbonnen hebben voor gratis koffie. Wat blijkt: De Wizzle is tijdelijk na 15.00 uur gesloten. Het is nu 15.30 uur en dus te laat, zodat we onze DE-bonnen nog steeds niet kunnen omzetten in lekkere dampende DE-koffie.
In hartje Kampen genieten we op een terras van de zon. Met het sanitair van het café-restaurant is het slecht gesteld. De mannen-wc is tijdelijk buiten gebruik en voor de vrouwen-wc staat een flinke rij. Het lijkt wel of we in Toscane zijn. Dat wordt weer verderop plassen achter een dikke boom.
We praten nog even met een stel met fietsen voorzien van aanhangers die ook de Zuiderzeeroute doen. Later zullen we deze nog meer tegenkomen maar dat weten we nu nog niet.
Tien km vóór Elburg begint het hard te regenen en horen en zien we onweer. Bij een boer mogen we schuilen in zijn schuur. Daar staan onder andere paarden en ook drie kalveren. In de hoek staat een oude Vicon kunstmeststrooier.
In hartje Elburg vragen we aan een Nederlands sprekende Duitse dame de weg naar de camping. Ze weet het ons feilloos uit te leggen. Net als we ingecheckt hebben krijgen we de derde bui van vandaag. Die duurt gelukkig maar tien minuten. Al met al mogen we vandaag toch niet klagen over het weer. We zijn niet echt nat geworden.
Elburg
Elburg is een mooi vestingstadje. ’s Avonds eten we in een sjiek Chinees restaurant aan de haven, net buiten het oude centrum.
Fietsen in Friesland. Dag 4
Maandag 9 juli 2007. Leeuwarden – Sloten (85 km)
Vanuit de camping aan de rand van de stad gaan we naar het centrum van Leeuwarden.
Leeuwarden, het Zaailand met het hoofdkantoor van de FrieslandBank
Op het Zaailand gebruiken we ons ontbijt met zicht op de hoge gebouwen van Leeuwarden.
Langs de Zwette fietsen we zo’n 15 kilometers. Voorbij Rodehuizen (in het Fries Reduzum) drinken we koffie in de Blauwe Hut, een koffiehuis ongeveer zoals die op de grens van Wassenaar en Den Haag vlak bij de N44 (Koffiehuis Ten Bosch).
Geert Mak schreef in zijn boek ‘Hoe God verdween uit Jorwerd.’ over de teloorgang van de plaatselijke winkeltjes op het Friese platteland. Scharnegoutum heeft daarentegen een flinke supermarkt. Dat hadden we niet verwacht van zo’n klein dorp.
Het dreigt te gaan regenen. Daarom blijven we maar een tijdje schuilen bij deze supermarkt. Als de lucht wat opklaart gaan we weer op pad.
IJlst met tuintjes aan de gracht
Onze route gaan een stukje door de noordkant van het centrum, daarna ten westen en ten zuiden van Sneek. IJlst, de stad van de in Nederland wereldbekende Nooitgedacht Friese doorlopers (schaatsen), blijkt een heel leuk centrum te hebben. Verderop in de buurt van de Langweerder Wielen gaan we over een pontje.
Sloten (Friesland)
In Sloten zetten we de tent op op een camping bij de Slotense Gat, vlak bij het mooie centrum. De camping is behoorlijk druk. Dat hebben we nog niet eerder beleefd op onze fietstocht.
Om half zes zitten we op een terras van een restaurant aan de gracht midden in Sloten. Bert zit aan de varkenshaas en ik aan een vis.
Fietsen in Friesland. Dag 3
Zondag 8 juli 2007. Harlingen – Dokkum – Leeuwarden (110 km)
Het is zondag. Om half zeven horen we al activiteiten rond onze buurtent. We besluiten ook maar te gaan douchen. Morgenstond heeft goud in de mond.
Op de dijk naar Franeker zien we talloze scholeksters. Twee hazen huppelen achter elkaar aan. Als deze in de gaten hebben dat we ze zien blijven ze stil zitten en denken dat we niet weten waar ze zijn.
Kaatsen in Franeker
In Franeker gaan we een bakkie doen bij de kaatsvereniging. Kaatsen is van oorsprong een oude Nederlandse sport, die in Friesland veel wordt beoefend.
Beeldje van Rembrandt van Rijn in St. Annaparochie
Sint-Annaparochie heeft een beeldje van Rembrandt, omdat deze schilder hier een keer getrouwd is. Verder stelt het dorp niet veel voor.
Oude Bildtzijl, vierkanten kerktoren met logement
In Oudebildtzijl ontmoeten we een echtpaar, waarvan de man gisteren, op 7-7, 77 jaar was geworden. Hij vierde dat in het dorp waar hij geboren is, namelijk in Oudebildtzijl. Zijn kinderen hadden deze festiviteiten betaald. Hij wacht op een taxi die hem naar zijn woonplaats elders in Friesland moet terugbrengen. We maken een gezellig babbeltje met hem. Hij verwacht dat we verderop weinig cafés tegen zullen komen. ‘Je gaat daar de zwarte hoek in. Je weet wel van de zwarte kousen’.
Vijf kilometer verderop is iemand zijn haag aan het snoeien. Zeker niet van de zwartekousenkerk. Bij hem laten we onze bidons vullen met water. Ook praten we met hem nog wat over de Elfstedentochten voor schaatsers. In Ferwerd gebruiken we een lichte lunch. De twee dames die serveren zien er niet uit alsof zij zelf dikwijls fietstochten maken. Ze zijn nogal ‘stevig’ gebouwd. Het is heerlijk zonnig en er staat geen wind achter het glas van het terras.
Dokkum
Dokkum is een vestingstad, te vergelijken met Naarden of Willemstad. Vandaar gaan we langs de Dokkumer Ee naar de hoofdstad van Friesland. In Leeuwarden zoeken we ons mottig naar de camping. Als we hem uiteindelijk gevonden hebben blijkt hij eigenlijk niet meer in gebruik te zijn. De eigenaar, een gepensioneerde boer, woont nu in een flat in Leeuwarden. Er staan nog enkele, vooral zeer oude, caravans. Er is nog plek voor onze tent. We moeten wel wat brandnetels weghalen en het sanitair is ook niet je van het, maar het kost ons niets. ’s Avonds eten we bij de Ier.
Fietsen in (West)Friesland. Dag 2
Zaterdag 7 juli 2007. Enkhuizen – Harlingen (110 km)
Als Bert ‘s morgens op de camping gaat plassen staan in het toiletgebouw alle kranen open. Kwajongensstreek. Mijn achterband is een beetje zacht. Kwajongensstreek of een beetje lek? In het centrum van Enkhuizen kopen we ons ontbijt bij een supermarkt. De fietsenmaker heeft wel lucht voor mijn band maar geen tijd om een nieuwe band erop te zetten. Van Enkhuizen naar Medemblik hebben we tegenwind en zo nu en dan dreigt het te gaan regenen.
Diverse keren vandaag komen we een gezin uit Beverwijk tegen. Een vader, een moeder, een zoon en een dochter sliepen afgelopen nacht op de kleine camping van Enkhuizen. Zij doen ook de Zuiderzeeroute. Tussen Medemblik en Den Oever wordt mijn achterband toch weer zacht. Broer Bert gooit ‘in een poep en een zucht’ de reservebinnenband erom.
In Den Oever lunchen we bij het plaatselijke hotel-café-restaurant en kopen proviand voor morgenochtend (zondag) bij de Dekamarkt.
De Afsluitdijk
De Afsluitdijk, ongeveer 30 kilometer lang, nemen we met grote vaart. We hebben namelijk de wind pal in de rug. In Zurich besluiten we niet naar de camping van Pingjum te gaan, maar naar die van Harlingen. In Harlingen is ’s avonds meer te doen.
We staan op de camping op een gezellig veldje. Een kleine jongen heeft een bal en wil graag voetballen met de aanwezige mannen. De buitentent droogt door de zon en de wind, voordat hij met grote precisie over de binnentent wordt gespannen. We eten een pizza bij de Italiaan in het centrum van Harlingen. Daarna lopen we nog een rondje door de stad. Domela Nieuwenhuis heeft in een kerkje gepreekt. Nu is dit kerkje een damesmodezaak.
Harlingen
Vanuit de haven gaan veerboten naar Vlieland en Schiermonnikoog. Van onze buren op de camping horen we dat het wadlopen vandaag niet doorging in verband met de harde wind.
Fietsen in (West)Friesland. Dag 1
Vrijdag 6 juli 2007. Bollenstreek – Enkhuizen, 135 km
Vóór 7 uur vertrekken Bert en ik. Door de Haarlemmermeer gaan we naar Bilderdam. De man op de pont bij Nes aan de Amstel vraagt waar de reis naar toe gaat. Ik zeg: ‘Vandaag naar Hoorn en morgen verder naar Friesland’. Op een A4-tje is op het pont aangegeven dat het pont vandaag na 19.00 uur niet zal varen in verband met een wielerwedstrijd. De pontbaas: ‘Zo bijzonder is dat niet. Ik heb een uurtje eerder vrij. Normaal stoppen we om acht uur.’
In Amsterdam gaan we langs het Amstelstation en door de Indische Buurt. Op de Schellingwoude-bruggen gaat het regenen. Zo nu en dan is het droog afgewisseld met regen. Dat had van ons niet gehoeven.
In de haven van Volendam
Als we Monnickendam binnenrijden staat op een bord dat de stad van 6 juli tot en met 8 juli is afgesloten voor het verkeer in verband met festiviteiten. We laten ons hierdoor niet afschrikken en gaan langs de afzethekken. Bij de Waegh nemen we een uitsmijter en wachter tot het (wat) droger is.
Volendam stikt van de toeristen, ondanks het slechte weer. Het lijkt Valkenburg wel. Als we daar zijn, zeggen we altijd: ‘Het lijkt Volendam wel’. Edam vlagt omdat deze stad 650 jaar bestaat.
Hoorn, de haven
Om half vier zijn we in Hoorn. Die stad vlagt ook al voor haar 650 jaar stadsrechten. De laatste 15 kilometers naar Hoorn hebben we aardig wat regen op onze hoofd gekregen. Onderweg ving een roofvogel een muis en ging daar vliegend mee vandoor.
In Enkhuizen pikken we een Chinees voordat we de camping opzoeken. Het is inmiddels half zeven en hebben 130 kilometer op de teller. Ook vóór Enkhuizen was het weer flink gaan regenen. We hadden ook te maken met windstoten, vooral als we langs geparkeerde auto’s reden.
’s Avonds gaan we naar het Praethuis op de camping. Er wordt daar veel gerookt. Dus blijven we er niet erg lang. Om kwart voor tien zoeken we de slaapzakken op. Ook ’s nachts gaat het behoorlijk regenen. De tent lekt een beetje door. Dus de volgende keer moeten we ‘m met meer zorg neerzetten.