Oegstgeest
Dinsdag 30 september 2008
In de negende eeuw stond op de plaats van het huidige Groene Kerkje een volgens de legende door Willibrord gewijd kerkje. De aanwezigheid van dit kerkje en van bezittingen van de Sint-Maartenskerk te Utrecht doen vermoeden dat zich hier een voor die tijd tamelijk dichte bevolking bevond.
Van de elfde tot de veertiende eeuw heeft Oegstgeest een periode van vooruitgang beleefd, die werd onderbroken toen Leiden als stad opkwam.
Door belemmering ‘van nering en ambacht’ en het weren van bebouwing op zekere afstand van Leiden werd Oegstgeest in zijn ontwikkeling gestuit.
De ambachtelijkheden Oegstgeest en Poelgeest werden in 1399 verenigd, omdat zij door de achteruitgang van de bevolking hun belasting aan de graaf van Holland niet meer konden voldoen. De grenzen van Oegstgeest liepen tot de negentiende eeuw tot de wallen en singels van Leiden.In de negentiende en twintigste eeuw moest Oegstgeest steeds meer grond afstaan aan de zich snel uitbreidende stad Leiden.
De Leidse Vaart, het water langs het Tolhuis, werd gegraven in 1657 op kosten van de steden Leiden en Haarlem, met de bedoeling als trekschuitverbinding te fungeren. De karakteristieke tolpalen, waarop de wapens van beide steden prijken, dateren uit 1701. Het hoofdgebouw is ongeveer 350 jaar oud, de stal veel ′jonger′: zo′n 200 jaar.
Eeuwenlang vormde het weggetje tussen de tolpalen de enige officiële verbinding tussen Haarlem en Leiden. En tot 1988 liep de Haarlemmertrekvaart (officieel de S54) langs het Tolhuis, dwars door de tolpalen. Die hadden natuurlijk veel te lijden: in de jaren tachtig wurmden dagelijks 4000 automobilisten en 2500 scholieren zich er doorheen. Pas daarna werd de zo druk bereden asfaltweg pal naast de enclave geopend en verrees de monumentale muur, die het monument van het verkeer moest scheiden.
Het Tolhuis leidde de laatste decennia een kwijnend bestaan omdat er anderhalve eeuw bijna niets aan onderhoud is gedaan. Het complex is de laatste jaren grondig gerestaureerd.
Zandvoort aan Zee
Zaterdag 27 september 2008
Een zonnige dag. De weersverwachting voor komende week ziet er niet goed uit. We besluiten een dagje naar Zandvoort te gaan. De Zandvoortse strandpachters zullen de komende week hun strandtenten weghalen. Wij pikken een terrasje bij een tent die er nog helemaal staat.
Op het strand hebben we daarna een gezellig gesprek met ex-collega Rob Vos., die is samen met zijn zonen bezig is om de eerste delen van hun terras af te voeren.
In het dorp is een wedstrijd van dorpsomroepers. Ze kunnen met moeite over het gezellige gekakel van de mensen op de terrassen van de Kerkstraat uitkomen.
In de Haltestraat zien we zomaar Diny in een winkel staan. Diny is vijf jaar geleden met haar man Piet naar het oosten van het land verhuist toen hij zijn plantenkas verkocht. Nu staat zij zaterdags in de winkel van haar broer. Daar kan ze genieten van de Zandvoortse drukte als tegenhanger van de stilte van het platteland van het oosten des lands.
Leuk om weer eens in Zandvoort geweest te zijn.
Harddraverij 2008
Donderdag 25 september 2008
In de week van de verjaardagen van Gré en Bert zijn er in L. de najaarsfeesten met als hoogtepunt de harddraverij. Het was vanmiddag heerlijk zonnig en er waren vele dorpsgenoten uitgelopen naar de Heereweg.
Vorig jaar waren vijf van de zes zonen van Gijs W. aanwezig. Dit jaren waren er maar drie. Overigens Rita en Carmen waren er ook en natuurlijk de broertjes Bas en Roel.
Strand
Maandag 22 september 2008
Gisteren, een zonnige dag, was het ongetwijfeld erg druk op het strand van de Langevelderslag. Nu maandagmorgen is het erg rustig. Geen mens en geen hond te zien.
Hier en daar ligt een kwal of een platgemaakte plastic limonade- of waterfles.
De branding maakt het bekende rustgevende geluid. Straks zullen de hondenbazen met hun viervoeters wel weer hun wandeling op het strand gaan maken. Nu is het nog één en al rust.
September in de duinen
Zondag 21 september 2008
Maar weer eens kijken hoe de Amsterdamse Waterleidingduinen bij de Zilk ervoor staan. De varens beginnen bruin te worden en gaan scheef hangen. Ook het riet langs de sloten heeft zijn beste tijd gehad. De zon schijnt heerlijk als Joke en ik door de duinen richting Vogelenzang wandelen.
Hier en daar staan plukken kleine gele bloemetjes. Ik weet niet hoe ze heten. Het houdt het midden tussen een klein soort paardenbloem en een boterbloem.
De doornappel (datura stramonium) zie je bijna niet meer bloeien. De opzichtige stekelige vruchten van deze uiterst giftige plant uit de nachtschadefamilie rijpen zich in de herfstzon.
Twee mannen wijzen ons op de vele grote vissen die in het Oosterkanaal zwemmen. Ze zijn meer dan 50 cm lang. Een genot om weer eens in de AWD te mogen zijn.
Dag 11. Via Parijs terug naar huis
Woensdag 17 september 2008
Fietsen van Breda naar Chartres, terugweg fietsen in Parijs 7 km
Omdat we ruim de tijd hebben, nemen we een bak koffie bij een bakkertje tegenover het station van Chartres. Op het station staat op een scherm aangegeven, dat onze trein vanaf spoor 1 B zal vertrekken. Dat is direct achter de ontvangsthal. Omdat op perron 1 B nog niet staat aangegeven dat hier een trein zal vertrekken, vragen we het nog maar even aan een medewerkster van de SNCF (de Franse spoorwegen). Ze zegt dat de trein van spoor 2 zal vertrekken. Onder escorte van deze dame in een geel veiligheidsvestje mogen we met onze fietsen over de rails naar spoor 2 lopen. Er is geen lift op het station van deze beroemde stad.
Louvre aan de Seine
Onze eerste treinrit gaat van Chartres naar station Parijs Montparnasse. Vandaar fietsen we dwars door het hart van Parijs naar Gare du Nord.
We gaan onder meer over de Boulevard de Vaugirard, langs St Germain des Pres, over de Seine, daarna een stukje langs de Seine, dwars door de tuinen van het Louvre. We hebben uitzicht op de Opera aan de Avenue de l′Opera. We wandelen door de Rue de Richelieu, omdat daar eenrichtingsverkeer is.
.
Verder fietsen we over de Rue de la Fayette naar Gare du Nord.
We zien niet erg veel fietsen in het centrum van Parijs. Die we zien, zijn dikwijls leenfietsen van het Parijse fietsenplan. Dat lijkt een geslaagd concept te zijn.
.
.
Onderweg hebben we broodjes en beleg gekocht voor ons avondeten. Op het plein voor het station eten we nog een snelle warme hap, voordat we in de TGV naar Lille gaan. We boemelen langs de westkust van België naar Antwerpen. Daar stappen we op een intercity naar de randstad.
Op station Nieuw Vennep ontvangen Frits en ik bloemen van onze vrouwen. Het was weer een geslaagde fietstocht.
We reden in totaal 700 km.
Frits, gefeliciteerd met je eerste meerdaagse fietstocht door weer en wind en heuvel op en heuvel af.
Dag 10. Bourdonné – Maintenon – Chartres
Dinsdag 16 september 2008
Fietsen van Breda naar Chartres, dag 10, 43 km
We mogen ontbijten in de eetkamer van het schitterende huis van de eigenaar van de Chambres d′Hote. Het is een splitlevelwoning met een moderne binnenhuisarchitectuur.
Eenmaal op weg gaan we door en langs bossen en mooie dorpjes. We zien twee bevers over een veldje lopen waar paarden staan. Als wij dichterbij willen kijken zijn ze snel in de sloot verdwenen.
Maintenon is een stad met een mooi kasteel. Op het hek van het kasteel staat het woord ′bienvenu′ (welkom). Heel in de verte zien we door het hek ook nog een glimp van resten van een oud aquaduct. Het hek is echter dicht en het kasteel is ook niet op een of andere manier via een achterom of zijkant van het landgoed te bekijken. Jammer.
.
.
In het routeboekje lazen we dat in de kerk van het dorp St Piaf een marmeren sarcofaag uit de 5e eeuw moet zijn. De kerk is rond het middaguur op slot en in de buurt is niemand te bekennen die de deur voor ons zou kunnen of willen openmaken.
Als we vijf kilometer van Chartres zijn verwijderd zien we de torens van de kathedraal al boven het veld uitsteken. Na een pittige klim zijn we al om 14.00 uur bij de Auberge de Jeunesse, de JH, van Chartres. Die gaat pas om 15.00 uur open. We zetten een paar stoelen in de zon en genieten van het mooie weer. We hebben uitzicht op de kathedraal van Chartres.
.
.
Als we ons omgekleed hebben, gaan we de prachtige binnenstad bezoeken. Niet alleen de kathedraal maar ook de omgeving is erg mooi. De kathedraal barst van de beelden, zowel aan de buitenkant als binnen in de kerk. We genieten van de zon op een terras. Vanachter een tafeltje verderop kijkt een blinde man ons aan met vreemde blauwe nep-ogen.
.
Chartres, mediatheek, voorheen postkantoor
.Als de zon later achter de gebouwen verdwijnt wordt het snel fris. De man van het Turks restaurant vraagt ons of we uit Duitsland komen. ′Nee, uit Holland′, zeggen we. Hij: ′Oh, PSV′. Frits zegt: ′Nee, Ajax′.
’s Avonds hebben we in de JH een gesprek met een Fransman, die samen met zijn vrouw en hun kind deze zomer een fietstocht maakten in het Franse Centraal Massief. Hun kind zat daarbij in een aanhanger achter zijn fiets. Om onverklaarbare redenen komen we niet in contact met onze kamergenoot. Of hij is er even niet, of hij ligt te slapen of hij hij ligt voor pampus op zijn bed uit te rusten.
Dag 9. Rueil – Gargenville – Bourdonné
Maandag 15 september 2008
Fietsen van Breda naar Chartres, dag 9, 50 km
Rueil
Zo nu en dan komen we in een ander departement in Frankrijk. Zo waren we in Val d′Oise en komen nu in Oise et Seine. Onderweg zien we regelmatig stickers op palen met het opschrift Route St Jacques Haarlem-Santiago , St. Jacob, met een fietsje en een schelp erop getekend. Vandaag zien we er minder dan op andere dagen.
By the way: Het is vandaag weer een zonnige dag met schapenwolken, net als gisteren. Zo nu en dan rijden we door stukken bos.
Als we in de buurt van de Seine komen gaat de weg behoorlijk omlaag. Eerst op het land en later in iets mindere maten dwars door de stad met de naam Gargenville. Het heeft toch niets met de smurfen te maken? Voorbij de Seine is het een ratjetoe van opritten, rotondes en snelwegen. Je voelt je hier als fietser niet echt op je gemak. Eigenlijk is er geen infrastructuur voor voetgangers en fietsers. Bij sommige stukken vangrail staat een klein bordje met het woord PIETONS en een pijltje naar rechts, waarmee waarschijnlijk bedoeld wordt dat voetgangers (en fietsers) het beste rechts van de vangrail kunnen lopen.
.
.
Als we het camion- en autogeweld achter ons hebben gelaten rijden we weer heerlijk landelijk, afgewisseld door dorpjes met namen, zoals Gousonville, Arnouville, St. Martin en Osno.
In Bourdonné is er plek bij een Chambre d′Hote. De fietsen zetten we in een keurig opgeruimde garage, waarin wellicht nooit een auto wordt gezet. De kamer is boven de garage. We slapen pal aan de straatkant. Bourdonné is een dorpje met beperkte voorzieningen, zoals een café, een broodwinkel, een gemeentehuis, een kerk en een pizzarestaurant. Gemeentewerklieden halen onkruid van de trottoirs. Als we een biertje nemen in het café, zien we dat hier nog gebruik wordt gemaakt van ouderwetse vliegenmoordenaars: uittrekrollen met een dikke lijmlaag.
′s Avonds eten we bij de Italiaan. Het is een mooi oud gebouw. Frits en ik zijn de enige eters. Er worden wel diverse pizza′s afgehaald. Ze worden gemaakt in een echte houtoven. De drukke doorgaande weg langs onze slaapkamer is ′s nachts redelijk rustig.


































