Dag 7. Van Schabenheim naar Koblenz
St Goar en Koblenz, 22 mei 2007
Fietsen van Bregenz naar Nederland
Vanmorgen samen met het eigenaars-echtpaar van het hotel ontbeten op de binnenplaats van het hotel in de open lucht. Gezellig bijgepraat over allerlei zaken. Speciaal voor mij maakten zij een gekookt eitje klaar. Zelf aten ze liever roerei. De broodjes kwamen van de buren, de bakkerij. Het hotel staat op het dorpsplein (Marktplatz). Allerlei onderwerpen komen aan de orde, zoals zijn by pass operatie 9 jaar geleden, hun liefde voor Italie, de kinderen Pieroth die in Spanje wonen, het versnijden van wijn (mengen van Duitse wijn met Italiaanse wijn), de Keukenhof, Amerikaanse auto′s, de rijkdom van het Vaticaan en de rk kerk.
Klaprozen onderweg
Bij het afscheid nemen gaf de vrouw mij de suggestie om hier ooit nog eens terug te komen met Joke. De heer Pieroth wenste mij “Gute Speissen” . Hij zag dat ik dit niet begreep. Hij legde uit dat Speisen in het Duits ” spaken” zijn.
Bij Ingelheim zit ik alweer bijna bij de Rijn, bij Bingen weer helemaal. Het ziet er daar mooi uit: de rivier, de spoorlijn, de heuvels met druivenplanten. De rest van de dag fiets ik steeds langs de Rijn. Onderweg staan er regelmatig kastelen op de rotsen rond de Rijn, bijvoorbeeld in Oberwesel. Vlak voor St Goar is de bekende Lorelei. Daar zit een bocht in de Rijn, die in vroegere tijden erg gevaarlijk was.
Aan de Rijn tegenover Kaub
Van St. Gaor gaat de reis naar Koblenz. Vlak voor deze stad steekt een wind op en het begint het een beetje te regenen. Ik controleer de tassen en de spullen. Alles moet extra in plastic vuilniszakken. Op Hemelvaartsdag was mijn leesboek van Henning Mankell een beetje nat geworden.
Koblenz ligt op het punt waar de Moezel en de Rijn samenkomen. De jeugdherberg ligt 100 meter boven de rivieren. Het uitzicht op de Deutsche Eck is daar prachtig. De JH is gevestigd in een enorme vesting Ehrenbreitstein. Na Gibraltar is dit de grootste rotsvesting van Europa. Het is wel even puffen om boven te komen. Ik had om 5 uur mobiel gebeld en geboekt. Dus ik weet dat ik niet voor de kat zijn viool komt. De dag is droog gebleven op een paar spatjes na.
Kasteel aan de Rijn
′s Avond spreek ik in de JH met een Spanjaard die twee jaren in Leiden woonde en trainee was bij Estec in Noordwijk. Hij spreekt Nederlands noch Duits en zijn Engels houdt ook niet over. Hij is met de fiets vertrokken vanuit Leiden en had al stops in Gorichem en Den Bosch. In Duitsland was hij onder meer in Keulen. Hij gaat naar Basel. Vandaar gaat hij met het vliegtuig naar Spanje.
Ook maak ik nog kennis met twee Canadese broers. Die maken een tochtje Europa met de rugzak. Ze zijn onder andere al in Londen en Amsterdam geweest. Ze gaan bijvoorbeeld ook nog naar Berlijn.
Uitzicht vanaf het terrein van de vesting (de JH)
Aantal km 94 ( in 7 dagen 684 km).
Dag 6. Van Weinheim naar Schwabenheim
Schwabenheim, 21 mei 2007
Fietsen van Bregenz naar Nederland
Het gebied dat ik gisteren fietste en ook vandaag heet de Bovenrijnvlakte. De Rijn zelf heb ik nog niet gezien. Vandaag zal ik in Gernheim een stukje direct langs de Rijn gaan fietsen. Eerst nog wat frisdrank ingeslagen bij Aldi-Süd. Bij Heppenheim steekt een jonge ree, een reetje dus, de weg en de sloot over. Daarna rent hij over de akkers.
Als ik de Rijn zie bij Gernheim valt die mij erg tegen. Allemaal vieze fabrieken daar.
Raadhuis van Lorsch
In Lorsch maak ik een foto van het raadhuis. Verderop in het landelijk gebied bij Stockstadt am Rhein valt me op dat Duitsers veel vogelkijkhutten hebben. Bij Erflelden is een appelsoorten-leersstraatje: allemaal soorten appelbomen met naambordjes.
Ergens in de buurt van Leeheim staan grote schotels in het veld.
Van een Nederlandse collega-fietser had ik een adres gekregen om te overnachten in Nierstein. Als ik daaraan kom, zegt de buurvrouw dat de mevrouw juiste even is gaan boodschappen doen. “Kom over een uur maar weer eens kijken”. Daar heb ik geen zin in. Ik ga verder.
Pont over de Rijn naar Nierstein
Later kan ik de bordjes van de langeafstandfietsroute R2 volgen. Dat is een stuk makkelijker dan de beschrijving uit het boekje. Drie Duitse fietsers bieden mij aan een stuk met hen op te fietsen. Op een bepaald moment stoppen ze bij een wijnavond -gebeuren en wensen mij een goede reis. Hoe ik het voor elkaar krijg, weet ik niet, maar op een bepaald moment was ik toch weer van de route af. Een man op een brommer, een soort Chris de Bruin, stelt me voor een stuk voor te rijden om me een binnen-door-weg aan te wijzen.
Verderop maak ik een foto van een wijngaard, als ik niet weet of ik bij een T-kruising links of rechtsaf moet. Een boer op een tractor vertelt me, dat ik linkaf moet om in Selzen te komen.- Hij vraagt of ik vakantie heb. Ik vertel hem dat ik met pensioen ben. ′Heb je dan wel zo′n 1.000 euro in de maand?′ vraagt hij. Ik zeg dat ik het bedrag niet kent. ′Mijn vrouw gaat over het geld′, zeg ik. Hij houdt varkens, terwijl de meeste collega,s van hem daar wijnbouwers zijn. Een neef van hem is met een Nederlandse vrouw getrouwd. Hij is weleens in Venlo geweest.
In Schwabenheim zoek ik een slaapplaats. Ik kom ten slotte terecht in hotel “Stadt Mainz” . Een aardig echtpaar vertelt dat zij woensdag bijna twee weken geleden ook twee Nederlandse fietsers te gast hadden. Het regende toen vreselijk. Ze waren tot aan hun onderbroek nat. Die twee hadden ook haast. Ze moesten op tijd in Rome zijn omdat een Nederlander heilig verklaard zou worden.
Vandaag belde mij ex-collega Marcel nog met een paar vraagjes over het werk. Het kwam in zoverre goed uit. Ik ging juist een appel eten op een bankje. ′s Avonds tijdens mijn avondmaal kreeg ik een sms van Piet. Ik sms-te gelijk terug.
Vandaag 116 km. In 6 dagen 589 km.