Dag 10. Naar Kühlungsborn
Wismar/ Kühlungsborn, 30 augustus 2007
Fietsen van Groningen naar Polen
Na een prima nachtrust en een goed ontbijt ga ik om 9 uur op weg. Na een paar kilometer voert mijn rit een paar honderd meter over het strand. Dat wordt lopen. Maar het ziet er mooi uit.
Steilkust met gevaarlijke rand
Over vele smalle paadjes kom ik twee uur later aan in Wismar. Ik herken de entree van de binnenstad nog van een paar jaar geleden, toen we hier met de auto waren, terug van een reis door Finland. Best mooi om hier te mogen fietsen. Het is nog wat fris onderweg en er is (nog) geen zon. Het zal in de loop van de dag wel beter worden. Gelukkig regent het niet.
Wismar, waterpompstation
In Wismar is het markt op dinsdag, donderdag en zaterdag. Dus ook vandaag. Het is lekker druk en rommelig op het marktplein. De lucht ziet er donker uit. Zal het gaan regenen? Ik zet mijn fiets voor een bank, de Hypoteek Verein, en zoek een druk café-restaurant op aan de markt. Ik deel mijn tafel met een dame, die de opmaak (lay out) doet van een lokale weekendkrant, een plaatselijk suffertje dus. Zij houdt niet van fietsen, d.w.z. hooguit 20 km per dag. Zij heeft lunchpauze en eet een in de schil gekookte aardappel met Hollandse saus. Ik neem een tomatensoep. Later vandaag kruist me weer een ree op de weg.
Het begint met wat druppels, maar langzaam gaat het toch harder regenen. Mijn regenjack gaat aan. In het boekje staat dat bij Ravensburg een café-restaurant is. Daar wil ik gebruik van maken. Ik denk aan een koffie met een groot stuk taart. Vier km vóór Ravensburg zie ik een paar keer op bordjes staan dat in Mulsow Kirch een fietsersvriendelijk café-restaurant moet zijn. Dat lijkt me leuk. Ik denk eraan daar te vragen wat het fietsvriendelijk inhoudt. In die plaats aangekomen zie ik het restaurantje. Mooi. Nou nee, dus. Het gaat pas om 18 uur open. Lijkt me niet erg fietsersvriendelijk. Geen nood. In Ravensberg is immers ook een café. Op de belangrijkste kruising in Ravensberg zie ik een bordje, dat verwijst naar de eet- en drinkgelegenheid. Daar aangekomen ziet het er nogal stil uit. En…. ja. Ze gaan ook iedere dag ook pas om 6 uur ’s avonds open.
Het blijft maar regenen, maar de regen krijgt mij niet klein. In Westenbrügge vraag ik water voor in mijn bidon en ga in een schuilhuisje bij een bushalte een lunch nuttigen van roggebrood en kaas dat ik nog in mijn linkervoortas heb. Het smaakt me voortreffelijk en het lijkt wel of de regen minder is geworden. Even verder regent het weer als eerder. Het is niet ver meer naar mijn overnachtingsadres. In Diedrichshagen, een dorp ter grote van vijf boerderijen, spreek ik een mannetje. Hij adviseert mij niet de landweg te nemen maar de grote weg. De landweg is te slecht om te fietsen. “Over de grote weg is misschien 1 km verder”, zegt hij. Ik dank hem voor zijn advies en ga over de landweg. Die is hier best te berijden, blijkt mij. Het gaat verder redelijk vlot naar beneden naar de Oostzeekust naar Kühlungsbron.
Als een verzopen kat kom ik bij de jeugdherberg binnen. Na een douche en met droge kleren aan, kan ik er weer helemaal tegen. De JH is pal in het centrum van het dorp gelegen. Kühlungsbron is een soort groot Egmond aan Zee.
Om zeven uur ga ik naar een visrestaurant. Het is er erg druk. Dat is altijd een goed teken. De oudere man, die tegenover me zit, vraagt of ik hier voor de eerste keer eet. Hij komt hier waarschijnlijk geregeld. Ik vertel hem dat ik een fietstocht aan het maken ben en voor het eerst in deze plaats ben. Het is een goede keuze dit restaurant, zegt hij. Achteraf kan ik hem gelijk geven, alleen de serveerster is niet erg vriendelijk. Misschien heeft ze haar dag niet.
Na het eten ga ik nog even naar de Seebrücke. Dat is een soort pier in de Oostzee aan het eind van de winkelstraat met houten leuningen en een planken vloer. Deze brug dient om te flaneren en ook om de boot te kunnen nemen naar Travemünde. Deze boot gaat iedere dag één keer heen en weer.