(11) Ree
S
Op de fiets naar Praag, dag 11, dinsdag 29 juni 2910. Van Mehlmelsel naar Cheb, 62 km. Tot en met vandaag 1.042 km
Mehlmelsel is de hoogste overnachtingsplaats op onze route naar Praag. Het ziet er ook echt uit als een bergdorpje. Gisteravond reden Bert en ik, per fiets natuurlijk, een rondje door het dorp. We zijn even bij de kerk en het dorpshuis wezen kijken, maar ook keken we rond naar wat voor winkels er in het dorp zijn. Er is een wedwinkel annex kapsalon met één stoel en twee bakkerszaken. We vonden een Gasthof waar we iets te eten kunnen krijgen. De oude dame vertelde dat ze geen slapers meer heeft omdat dat niet loont. Je kunt er alleen nog eten, en dan op zijn Duits: rond de middag Mittagtisch (warme hap) en ′s avonds Brotmalzeit (brood dus). We namen een omelet met spek op hard Duits brood. Het smaakte best.
De bakkerswinkel wat hoger op de Bergstrasse verkoopt er ook enkele kruidenierswaren bij. Op de deur staat dat hij om 7 uur open gaat. Ik sprak met Bert af dat ik vanmorgen om 7 uur broodjes en iets als beleg zou gaan halen. Dat doe ik dus deze morgen. Van de cheffin van de camping, Gabi, mogen we twee plastic stoelen en een plastic tafel lenen, die tegen het ontspanningsgebouw van de camping staan.
Als we nog niet zo lang met de fiets onderweg zijn op onze route zien we een dode ree in de berm naast de weg liggen. Ook ligt er glas op straat. Waarschijnlijk is het beest door een auto aangereden.
Omdat het nog vrij vroeg is en de café-restaurants nog niet open zijn, vervoegen wij ons bij een bakkerswinkel. Bij deze in Ebnath kan je niet binnen zitten, maar je kunt er koffie kopen om mee te nemen. ′Coffee to go′ noemt de vrouw van de bakkerswinkel dat. Aan de andere kant van de bakkerswinkel staat een keurige bank voor de het gebouw van de brandweer/raadhuis, geschonken door de FFW (vrijwillige brandweer) bij haar 150 jarig bestaan acht jaar geleden. Even later maakt de bakker zelf, een man in witte werkbroek en wit T-shirt, nog een praatje met ons. Er komen sinds een aantal jaren regelmatig Hollandse fietsers onderweg naar Praag bij hem in de winkel.
Vandaag is het afwisselend stijgen en dalen. We drinken veel water en smeren ons in met zonnecrème. Eigenlijk hadden we het plan om ook het centrum van Marktredwitz te bezoeken, maar het erg warme weer nodigt ons daarvoor niet erg uit. Daarbij komt dat we er al voorbij zijn voor we er erg in hebben.
Bij de grens staan we even stil bij het idee dat we aan de grens staan. Bert zegt tegen mij: ′Ik ben nu in Tsjechië′. Dat zegt hij terwijl ik nog aan de Duitse kant van de grens sta te plassen. In Tsjechië komen we al snel op een erg brede weg, waaronder overigens maar enkele auto′s rijden. Later rijden we nog een stukje door het bos langs een stuwmeer.
Bij de dam in dit meer zijn we bijna in het centrum van de stad. We halen een stadsplan bij de VVV, nemen Tsjechisch geld uit de muur bij de bank en gaan op zoek naar een pension aan de Americka (een straat). Deze straat is langer dan we aanvankelijk denken. Beginnend in de buurt van het centrum gaat hij een stuk verder dwars door een vervallen winkelcentrum en daarna door een park naar de andere kant van een drukke weg, over een bospaadje en daarna komen we op een landweg, die nog steeds dezelfde naam heeft dan de straat in de binnenstad. Het is even zoeken. Het ligt er leuk bij. Aan de andere kant van de weg is wel een spoorbaan. We zien een lange trein met auto′s erop langs kome
’s Avonds eten we op het Marktplein en maken we nog een rondje door de binnenstad. Het plein en de omgeving zien er mooi uit, maar verder is er vele ouwe reut, vervallen panden, enz.
Buiten de vestigingsmuur is een tuin aangelegd met beelden, kinderspeel-attributen, een lange houten vlonder, enz. In 2006 was Cheb uitgekozen voor de landelijke tuinshow, een soort Floriade van dit land.