[12] Beaune
S
Donderdag 10 mei 2012. Fietsen in Bourgondië. Vandaag van Meursault naar Dijon, 70 km. Tot en met vandaag 828 km.
Als ik mijn fiets gepakt heb moet ik de wijnboer nog zoeken om af te kunnen rekenen. Hij is op de druivenakkers en geeft zijn zoon instructies voor het spuiten van de druivenplanten.
In plaats van het ontbijt neem ik een bakkie koffie op het Place de l’Hôtel de Ville (het stadhuisplein) en koop bij de bakker twee luxe broodjes voor straks onderweg in de zon. Het stadhuis met geglazuurde, van meerdere kleuren voorziene dakpannen, vormde in 1966 het decor van verschillende films van Louis de Funés. Aan de andere kant van de weg kijkt de struise waardin op de eerste verdieping van het hotel uit het raam. Dit is bijna levensecht geschilderd.
Na 15 km fietsen eet ik mijn rozijnenbroodjes op op het plein van het gemeentehuis van Volnay. Met een Canadees stel wissel ik hier ervaringen uit over het fietsen in Bourgondië. Het wordt vandaag een echte onthaastdag.
In 2010 was ik ook op de fiets in Beaune. Ik kom de bekende hoogtepunten, Hôtel Dieua en de zonnige terrassen, weer tegen. Twee Amsterdamse mannen doen de route richting Barcelona. Het is voor het eerst dat ze een grote fietstocht maken. Eén van hen heeft een Santosfiets. Hij bracht een bezoek aan de fabriek in Sassenheim alvorens hij het rijwiel aanschafte bij de bekende fietsenwinkel in de Jordaan.
In Nuits-St. Georges pik ik om 15.00 uur een terrasje aan het begin van de Grand’ Rue. Nu eens geen koffie of thee, maar cola. Het is er weer voor. Dit stadje is de naamgever van de wijnstreek tussen Beaune en Dijon, de Côtes de Nuits. Het valt me vandaag op dat heel veel wijnboeren de druivenplanten spuiten. Waarschijnlijk is een droge zonnige dag daar goed voor. De afgelopen dagen werden er geen gewasbeschermingsmiddelen (bestrijdingsmiddelen) gespoten.
Een eind gaat de tocht nu nog door de voorsteden van Dijon. Daar is weinig leuks aan. Er is veel verkeer, geen fietsstroken en er zijn regelmatig stoplichten. Er komt nog een stukje fietspad langs het Canal de Bourgogne. Ineens heb ik door dat ik op een het fietspad zit waar ik een kleine twee weken geleden ook reed. Dan moet ik hier de stad in richting station. De cirkel is rond.
In de jeugdherberg van Dijon boek ik twee dagen. Morgen heb ik een Dijondag en overmorgen vroeg ga ik met de trein weer naar huis.
[11] Santenay
S
Woensdag 9 mei 2012. Fietsen in Bourgondië. Vandaag van Ecuisses bij Montchanin naar Meursault, 52 km. Tot en met vandaag 758 km.
Op deze 11e dag van mijn rondje Bourgondië staan anders dan op eerdere dagen de nodige klimmetjes en afdalingen op het programma. Vanaf het hotel fiets ik eerst nog een paar km langs het Canal du Centre om daarna kuitenbijters te krijgen. Dat wordt weer beloond door zo nu en dan flinke stukken af te dalen. Het is best zwaar maar het is een mooi landschap, er zijn prachtige vergezichten en leuke dorpjes, zoals Nuit en Moray.
In St.-Léger-sur-Dheune kom ik in het eerste dorpscentrum van vandaag dat zo’n aanduiding mag hebben. Er is een kleine kruidenier, een apotheek en wat andere winkels en een paar restaurantjes waar je alleen maar kunt eten. Aan een mevrouw met kinderwagen vraag ik waar hier een café is. Die ligt over de brug net aan de andere kant van het centrum. Hier heb ik mijn koffiepauze. Straks wordt het weer langs het kanaal rijden tot Santenay.
Het gaat weer regenen. Als ik het dorpje Saint-Gilles passeer is het 12.00 uur. Er hangt een bord aan de brug met een tekst die aangeeft dat het plaatselijk restaurant een dagmenu serveert. Ik geef aan dat ik geen wijn wil bij het eten; er moet immers nog gefietst worden. Toch wordt er een karafje met dat rode spul neergezet. Als de kok langs kom zeg ik nogmaals dat ik geen wijn wil. Hij maakt een nonchalant gebaar maar laat de wijn staan. Waarschijnlijk bedoelt hij dat het gratis is. Even daarna neemt de serveerster het op mijn verzoek wel mee terug naar de keuken.
Na het middageten is het droog. Ik stop zelfs mijn jack in de achtertas van mijn fiets. Bij Santenay kom ik in een groot wijngebied. Alles staat in deze plaats in het teken van wijn. Het stadsplan geeft vooral de verschillende wijnchâteaux aan. Als je hier de wijn wegdenkt blijft er bijna niks over.
Ook de dorpen voorbij deze plaats staan in het teken van de druiventeelt. Op het land zijn veel werkers bezig met de nog zielige druivenplantjes. In Paligny-Monttrachet zie ik een beeld van druivenwerkers dat ik eerder in 2010 zag tijdens mijn fietstocht naar Mâcon.
Het is half vier als ik Meursault binnenrijd. De lucht wordt donkerder. Weer regen? Eerst breng ik hier een bezoek een café annex loten- en sigarettenwinkel. Hier ga ik voor mijn bakkie middagthee. De mevrouw van het café wijst met hoe ik bij de gîte d’étape van het dorp kan komen. Het is een soort ‘jeugdherberg’ in een (wijn-)boerderij. Er zijn hier vier stapelbedden, dus acht plekken. Boven zijn nog een stuk of 10 slaapplekken. Ik denk niet dat ze vanavond allemaal vol komen, maar je weet maar nooit.
Rond de Nederlandse etenstijd pik ik een terrasje in het centrum van dit stadje.
[10] Montceau-les-Mines
S
Dinsdag 8 mei 2012. Fietsen in Bourgondië. Vandaag van Paray-le-Monial naar Ecuisses bij Montchanin, 65 km. Tot en met vandaag 706 km.
Vandaag fiets ik bijna uitsluitend langs het kanaal over de hier rustige D974. Franse automobilisten rijden doorgaans met een grote boog om fietsers heen. Toch doe ik mijn oranje signaaljack om. Het weegt niets en ik heb het niet voor niets meegenomen.
Als ik bij een speciale brug een foto wil maken kom ik in gesprek met een oudere Fransman. Als ik een foto van hem wil maken verontschuldigt hij zich omdat hij zich vanmorgen niet heeft geschoren. Ik denk overigens gisteren en eergisteren ook niet. De foto zal ik hem later toesturen. Nadat ik zijn adres heb gekregen vraagt hij mij of ik hem onderweg een ansichtkaart wil toesturen.
Het Château de Digoine is in het voorseizoen alleen in de weekenden voor het publiek open. Waarschijnlijk had ik toch geen rondleiding gemaakt in dit volgens het routeboekje mooie kasteel. Wel maak ik paar foto’s voor zover ik het hek een stukje in kan. Er hangt een bordje met de tekst ‘Pas op voor de hond’. Er is echter geen hond te bekeken.
Op het marktplein van Palinges speelt een klein muziekkorps het Franse volkslied. Daarna trekt een kleine groep mensen achter de muziek en Franse vlaggen aan voor een klein rondje door het centrum. Ik denk dat ze bloemen hebben gelegd bij het monument van de Gevallenen. Vandaag is het hier dodenherdenking? De oude mannen in het café houden zich hiermee niet bezig. Zij zitten aan de ochtendborrel; ik neem er een bakkie koffie. Tegen 13.00 uur bestel ik een ‘plat de jour’ (daghap) in een klein restaurant in een dorpje van niks. Ik ben benieuwd wat ik voorgeschoteld krijg. Ik krijg eend. De kok kwam nog even langs. Hij vroeg of ik uit Engeland kom. Toen hij hoorde dat ik uit Nederland kom, zegt hij ‘vogel’ op zijn Nederlands en maakt daarbij vogelgebaren met zijn armen. Het is hier een drukste van jewelste en allemaal mensen van hier, geen toeristen. Het toetje is kaas en ik vraag nog een kopje koffie na. Zo’n middagmaal is een hele zit. Een boekje met kruiswoordraadsels heb ik bij me. Pas na vijf kwartier ga ik weer naar buiten. De andere gasten zitten er waarschijnlijk van anderhalf uur tot twee uur. Ja, het is hier Bourgondië.
Montceau-les-Mines is een oude mijnstad, een soort Heerlen/ Parkstad. Ik maak een klein rondje door de binnenstad. Het is nog lunchtijd en daarom zijn de meeste winkels gesloten. Omdat het ook nog eens regent is er niet veel aan daar.
Het blijft maar regenen. In Montchanin wil ik een hotel nemen. Om een lang verhaal kort te maken. Na veel vragen en omzwervingen kom ik uiteindelijk uit bij een F1-hotel in Ecuisses. Internet doet het hier niet en er kan geen monteur komen, omdat het vandaag dodenherdenking in Frankrijk is.
Je zult je afvragen. Vind je het nog leuk dat fietsen in Bourgondië? Nu vanmiddag in de stromende regen en veel gezeur voor een slaapplek even niet zo erg leuk meer. Door de telefoon hoor ik van Joke dat het morgen hier een mooie dag gaat worden.
