[J-10] Schiedam.
Woensdag 30 mei 2012. Jacobswegen in Nederland. Traject Schipluiden naar Kapellen. Vandaag de eerste etappe van dit traject, van Schipluiden naar Rotterdam, 24 km.
Het oude centrum van Schipluiden ligt aan de Gaag. Aan de ene kant is een smalle weg waar auto’s elkaar maar moeilijk kunnen passeren. Aan de andere kant is een voetpad. Daar wandelen wij.
Verderop langs de Vlaardingervaart lopend zien we diverse soorten watervogels, zoals meerkoetjes, futen, zwanen en ganzen. We wandelen daarna door een groene rand tussen Schiedam en Rotterdam. Er zijn hier volkstuinen en sportvelden.
In de oude binnenstad van Schiedam pikken Piet en ik een terrasje op de Grote Markt vlakbij café-restaurant Het Oude Stadhuys. Veel zaken staan hier in Schiedam in het teken van de jeneverstokerijen, zoals oude graanpakhuizen en proeflokalen. Naast een jenevermuseum is hier ook een co-operatiemuseum, een oud winkeltje te vergelijken met het Albert Heijnwinkeltje op de Zaanse Schans.
Richting het centrum van Rotterdam komen we onder meer langs de fruithaven. Hier worden bananen en sinaasappelen aangevoerd.
Delfshaven was vroeger een eigen gemeente. Het is de geboortestad van Piet Hein. Er staat natuurlijk een standbeeld van deze zeeheld in Delfshaven. Er zijn hier net als in Schiedam mooie havens en grachtenpanden. In de stadsbrouwerij naast de Pelgrimvaderskerk kan je Pelgrimsbier drinken. Het is de enige brouwerij in Nederland waar je ook kunt trouwen.
We komen langs de Euromast, ooit het hoogste bouwwerk van de stad. Nu is dat de Maastoren, het hoofdkantoor van Deloitte. Bij de Erasmusbrug eindigt onze etappe. We lopen nog een paar kilometer door het centrum naar het Centraal Station, om vandaar met het openbaar vervoer naar ons startpunt terug te reizen.
Wandelen van Baarn naar Soesterberg
Wandelen van Baarn naar Soesterberg
Tweede Pinksterdag, maandag 28 mei 2012.
In Baarn starten we bij het station. In dit station is een speciale wachtruimte voor het Koninklijk Huis. Daar maken we geen gebruik van. Een stukje lopen we, Margo, Joke, Leo en ik, door het villadorp en gaan dan door het Roosterbos naar de Zeven Lindenweg om een stukje verder weer het bos in te gaan en via de achterzijde van een camping te komen. Daar op het terrein van die camping nemen we een bakkie koffie op het terras bij de receptie.
De route gaat met een boog om het dorp met de vele pannenkoekenhuisjes, Lage Vuursche. Omdat we ergens verkeerd lopen, staan we plotseling op de dorpsstraat van dit dorp. Veel mensen zijn op pad op deze zonnige dag. Ondanks de recessie zitten de terrassen vol.
Pijnenburg bij Soest heeft niets te maken met ontbijtkoek. Via dit gebied komen we langs de voormalige Vliegbasis Soesterberg.
Bij café-restaurant ’t Hoogt pikken we een terrasje alvorens we bij Leen Bakker in Soesterberg weer in de auto stappen.
In de Bollenstreek gaan we uit eten bij de Griek. Een mooie en gezellige dag.
[ ] Fietsen in Bourgondië, samenvatting
Vrijdag 18 mei 2012
Onderstaand een totaaloverzicht van mijn fietstocht door Bourgondië.
Gemiddeld fietste ik ongeveer 70 km per dag
R/D: R=regen, D=droog
H, CdH, gîte, JH: Hotel, chambre d′ hôte, gîte d′ étape, jeugdherberg
1 | Dijon | Veuvey-sur-Ouche | 51 | R | H | |||
2 | Veuvey-sur-Ouche | Veneray-les-Laumes | 82 | D | CdH | |||
3 | Veneray-les-Laumes | Tonnerres | 94 | D | camp | |||
4 | Tonnerres | St. Florentin | 48 | R | H | |||
5 | St. Florentin | Gravent | 75 | D | H | |||
6 | Gravent | Tannay | 65 | R | H | |||
7 | Tannay | Châttilon-en-Bazois | 55 | D | H | |||
8 | Châttilon-en-Bazois | Bourbon-Lancy | 108 | R | H | |||
9 | Bourbon-Lancy | Paray-le-Monial | 63 | D | H | |||
10 | Paray-le-Monial | Ecuisses | 65 | R | H | |||
11 | Ecuisses | Meursault | 52 | D | gîte | |||
12 | Meursault | Dijon | 70 | D | JH | |||
13 | Dijon | Dijon | D | JH | ||||
gemiddeld | 70 |
[14] Met de trein naar huis
S
Zaterdag 12 mei 2012. Met de trein terug naar huis van fietsen in Bourgondië.
Het is half zeven ’s morgens. In Dijon in de ontbijtzaal van de jeugdherberg, scoor ik nog even snel van de uitgiftebalie voor onderweg een croissantje en een bakje yoghurt om in de voortas van mijn fiets te stoppen. Het is somber weer hier in de grootste stad van Bourgondië, heel anders dan gisterenmorgen. Afgelopen nacht regende en onweerde het hier. Eigenlijk niet vreemd na twee zwoele dagen.
Bij ‘Paul’, het stationscafé neem ik tussen 7.00 en 7.15 uur een kopje koffie en een chocoladebroodje. Om vijf voor half acht gaat m’n trein naar Parijs. Nu in het station van Dijon met de fiets over de trappen omlaag en omhoog naar het perron met letter I. Met de lift kan niet, want die is te klein voor een Nederlandse fiets. Hoewel er in Bourgondië enorm wordt gepropageerd om hier te komen fietsen is toch niet aan alles gedacht. Je zult een E-bike met fietstassen mee hebben.
In de TGV naar Parijs zijn geen andere fietsen dan de mijne. Toch haal ik de bagage er maar even af. Bij het volgende station, Montbard, zouden mensen met fietsen kunnen instappen. En het is straks in Parijs makkelijker uit te stappen zonder zware tassen aan de fiets.
Als ik in Parijs aankom bij Station Lyon schijnt een flauwe zon. Ik haal een stadsplan van de hoofdstad op bij de VVV. Dat lijkt me makkelijker dan het schemaatje dat ik maakte van Google Maps. Met de plattegrond van Parijs gaat het picobello. Bijna overal over busbanen en in de buurt van Gare du Nord over fietsstroken. Het is een afstand van vijf kilometer, in tijd een half uur.
Op het Noordstation heb ik ruim de tijd voor nog een kopje Franse koffie met weer een pain au chocolat. Ook in de TGV naar Lille heeft mijn fiets geen gezelschap van andere rijwielen. Als ik mijn fiets op wil hangen, staat mijn achterspatbord op de grond. De fietshaken in deze Hoge Snelheisdtrein hangen te laag voor Nederlandse fietsen.
Vanuit mijn zitplaats heb ik nu rechtstreeks zicht op het fietsenhok van de trein. De fietsenzaal wordt vooral gebruikt voor telefoongesprekken. In Lille kom ik op hetzelfde station aan als, waarvan ik straks vertrek, namelijk Lille Flandres. Op de heenweg moest ik in Rijssel nog even van het ene station naar het andere, van Gare Flandres naar Gare Europe.
Ik ontmoet al snel twee andere Nederlandse fietsers die ook met de trein mee naar Nederland moeten. Dit stel uit Hoogkarspel zat in het andere treingedeelte dat uit Parijs kwam. Er was eigenlijk sprake van twee treinen, die aan elkaar waren gekoppeld. Met z’n drieën moeten we onze fietsen in het krappe bagagehok krijgen van de Belgische trein die voor ons gereed staat. Het is een hele opstap, maar met vereende krachten en met de hulp van de conducteur lukt dat alles goed. De trein gaat niet verder dan een paar stationnetjes en dan moeten we overstappen in weer zo’n soort Belgische trein. Niet gebruikelijk voor dit traject maken we nog een extra overstap in België en wel in St. Niklaas. Dit laatste had te maken met werkzaamheden aan het spoor.
Vanaf Lille naar Antwerpen, in drie verschillende treinen dus, stoppen we bij heel wat stationnetjes. We kunnen aardig wat af keuvelen, wij als Nederlanders onder elkaar en ook met Vlamingen, die met ons de coupés delen. Vanaf Antwerpen gaan we met een Nederlandse trein via Roosendaal. In Rotterdam stap ik over, het stel uit De Streek gaat verder met de trein naar Amsterdam.
Aan het eind van de middag, om half zes, ben ik weer thuis in de Bollenstreek.
[13] Dijon
S
Vrijdag 11 mei 2012. Bourgondië. Vandaag een dag niet fietsen in Dijon.
De fiets blijft vandaag in het fietsenhok van de Ethic Etap in Dijon. Het is van hier ongeveer een half uur lopen naar het centrum. Als eerste ga ik in de richting van de Notre-Dame en de markthallen. In en buiten de hallen is het al vroeg gezellig druk. Na een rondgang langs de kramen neem ik plaats op het terrasje van ‘La March de l’huitre’. Hier heb ik een mooi uitzicht op mensen met tassen vol groenten, vlees en vis.
Op de stadsmap van de VVV staan een paar rondjes getekend die je door het centrum kunt lopen. Ik volg deze deels en wijkt er ook weer van af. Ik krijg in de binnenstad onder meer te zien het Hôtel de Vogüe, het Grand Théâtre, het Paleis van Justitie, het Palais des Ducs et des États de Bourgogne (met onder meer het stadhuis erin), Cathédrale St. Benigne, het Convent des Bernardines en de Jardin Darcy. In dit laatste park zit ik een half uur in de schaduw van een paar bomen te kijken naar de mensen en een waterfontein.
Het Place de la Libération is ver weg het meest indrukwekkende plein in het centrum. Daarnaast zijn er nog heel veel kleinere gezellige pleintjes, zoals het Place E. Zola. Aan dat laatste plein neem ik om twaalf uur een lunch bij een Italiaans restaurantje met de naam La Pizz’zola.
Over het stadsvervoer kan ik het volgende vertellen. Er wordt volop gewerkt aan de bouw van een nieuwe trambaan ongeveer vanaf het station naar het Place de la Républic. De meeste lijnbussen zijn van het Nederlandse merk Van Hool. Er rijden ook kleine gratis stadsbusjes van Place de la Républic naar de rand van hartje stad (Prefécture). Verder is er hier net als in Parijs en meerdere grote steden een soort witte-fietsenplan. Ik zie twee keer een ouder met een bakfiets met het opschrift bakfiets.nl.
Laat ik niet vergeten mee te delen dat het een stralende dag is. ’s Middags zie ik op een thermometer bij een apotheek dat het 30 graden Celsius is.
[12] Beaune
S
Donderdag 10 mei 2012. Fietsen in Bourgondië. Vandaag van Meursault naar Dijon, 70 km. Tot en met vandaag 828 km.
Als ik mijn fiets gepakt heb moet ik de wijnboer nog zoeken om af te kunnen rekenen. Hij is op de druivenakkers en geeft zijn zoon instructies voor het spuiten van de druivenplanten.
In plaats van het ontbijt neem ik een bakkie koffie op het Place de l’Hôtel de Ville (het stadhuisplein) en koop bij de bakker twee luxe broodjes voor straks onderweg in de zon. Het stadhuis met geglazuurde, van meerdere kleuren voorziene dakpannen, vormde in 1966 het decor van verschillende films van Louis de Funés. Aan de andere kant van de weg kijkt de struise waardin op de eerste verdieping van het hotel uit het raam. Dit is bijna levensecht geschilderd.
Na 15 km fietsen eet ik mijn rozijnenbroodjes op op het plein van het gemeentehuis van Volnay. Met een Canadees stel wissel ik hier ervaringen uit over het fietsen in Bourgondië. Het wordt vandaag een echte onthaastdag.
In 2010 was ik ook op de fiets in Beaune. Ik kom de bekende hoogtepunten, Hôtel Dieua en de zonnige terrassen, weer tegen. Twee Amsterdamse mannen doen de route richting Barcelona. Het is voor het eerst dat ze een grote fietstocht maken. Eén van hen heeft een Santosfiets. Hij bracht een bezoek aan de fabriek in Sassenheim alvorens hij het rijwiel aanschafte bij de bekende fietsenwinkel in de Jordaan.
In Nuits-St. Georges pik ik om 15.00 uur een terrasje aan het begin van de Grand’ Rue. Nu eens geen koffie of thee, maar cola. Het is er weer voor. Dit stadje is de naamgever van de wijnstreek tussen Beaune en Dijon, de Côtes de Nuits. Het valt me vandaag op dat heel veel wijnboeren de druivenplanten spuiten. Waarschijnlijk is een droge zonnige dag daar goed voor. De afgelopen dagen werden er geen gewasbeschermingsmiddelen (bestrijdingsmiddelen) gespoten.
Een eind gaat de tocht nu nog door de voorsteden van Dijon. Daar is weinig leuks aan. Er is veel verkeer, geen fietsstroken en er zijn regelmatig stoplichten. Er komt nog een stukje fietspad langs het Canal de Bourgogne. Ineens heb ik door dat ik op een het fietspad zit waar ik een kleine twee weken geleden ook reed. Dan moet ik hier de stad in richting station. De cirkel is rond.
In de jeugdherberg van Dijon boek ik twee dagen. Morgen heb ik een Dijondag en overmorgen vroeg ga ik met de trein weer naar huis.
[11] Santenay
S
Woensdag 9 mei 2012. Fietsen in Bourgondië. Vandaag van Ecuisses bij Montchanin naar Meursault, 52 km. Tot en met vandaag 758 km.
Op deze 11e dag van mijn rondje Bourgondië staan anders dan op eerdere dagen de nodige klimmetjes en afdalingen op het programma. Vanaf het hotel fiets ik eerst nog een paar km langs het Canal du Centre om daarna kuitenbijters te krijgen. Dat wordt weer beloond door zo nu en dan flinke stukken af te dalen. Het is best zwaar maar het is een mooi landschap, er zijn prachtige vergezichten en leuke dorpjes, zoals Nuit en Moray.
In St.-Léger-sur-Dheune kom ik in het eerste dorpscentrum van vandaag dat zo’n aanduiding mag hebben. Er is een kleine kruidenier, een apotheek en wat andere winkels en een paar restaurantjes waar je alleen maar kunt eten. Aan een mevrouw met kinderwagen vraag ik waar hier een café is. Die ligt over de brug net aan de andere kant van het centrum. Hier heb ik mijn koffiepauze. Straks wordt het weer langs het kanaal rijden tot Santenay.
Het gaat weer regenen. Als ik het dorpje Saint-Gilles passeer is het 12.00 uur. Er hangt een bord aan de brug met een tekst die aangeeft dat het plaatselijk restaurant een dagmenu serveert. Ik geef aan dat ik geen wijn wil bij het eten; er moet immers nog gefietst worden. Toch wordt er een karafje met dat rode spul neergezet. Als de kok langs kom zeg ik nogmaals dat ik geen wijn wil. Hij maakt een nonchalant gebaar maar laat de wijn staan. Waarschijnlijk bedoelt hij dat het gratis is. Even daarna neemt de serveerster het op mijn verzoek wel mee terug naar de keuken.
Na het middageten is het droog. Ik stop zelfs mijn jack in de achtertas van mijn fiets. Bij Santenay kom ik in een groot wijngebied. Alles staat in deze plaats in het teken van wijn. Het stadsplan geeft vooral de verschillende wijnchâteaux aan. Als je hier de wijn wegdenkt blijft er bijna niks over.
Ook de dorpen voorbij deze plaats staan in het teken van de druiventeelt. Op het land zijn veel werkers bezig met de nog zielige druivenplantjes. In Paligny-Monttrachet zie ik een beeld van druivenwerkers dat ik eerder in 2010 zag tijdens mijn fietstocht naar Mâcon.
Het is half vier als ik Meursault binnenrijd. De lucht wordt donkerder. Weer regen? Eerst breng ik hier een bezoek een café annex loten- en sigarettenwinkel. Hier ga ik voor mijn bakkie middagthee. De mevrouw van het café wijst met hoe ik bij de gîte d’étape van het dorp kan komen. Het is een soort ‘jeugdherberg’ in een (wijn-)boerderij. Er zijn hier vier stapelbedden, dus acht plekken. Boven zijn nog een stuk of 10 slaapplekken. Ik denk niet dat ze vanavond allemaal vol komen, maar je weet maar nooit.
Rond de Nederlandse etenstijd pik ik een terrasje in het centrum van dit stadje.
[10] Montceau-les-Mines
S
Dinsdag 8 mei 2012. Fietsen in Bourgondië. Vandaag van Paray-le-Monial naar Ecuisses bij Montchanin, 65 km. Tot en met vandaag 706 km.
Vandaag fiets ik bijna uitsluitend langs het kanaal over de hier rustige D974. Franse automobilisten rijden doorgaans met een grote boog om fietsers heen. Toch doe ik mijn oranje signaaljack om. Het weegt niets en ik heb het niet voor niets meegenomen.
Als ik bij een speciale brug een foto wil maken kom ik in gesprek met een oudere Fransman. Als ik een foto van hem wil maken verontschuldigt hij zich omdat hij zich vanmorgen niet heeft geschoren. Ik denk overigens gisteren en eergisteren ook niet. De foto zal ik hem later toesturen. Nadat ik zijn adres heb gekregen vraagt hij mij of ik hem onderweg een ansichtkaart wil toesturen.
Het Château de Digoine is in het voorseizoen alleen in de weekenden voor het publiek open. Waarschijnlijk had ik toch geen rondleiding gemaakt in dit volgens het routeboekje mooie kasteel. Wel maak ik paar foto’s voor zover ik het hek een stukje in kan. Er hangt een bordje met de tekst ‘Pas op voor de hond’. Er is echter geen hond te bekeken.
Op het marktplein van Palinges speelt een klein muziekkorps het Franse volkslied. Daarna trekt een kleine groep mensen achter de muziek en Franse vlaggen aan voor een klein rondje door het centrum. Ik denk dat ze bloemen hebben gelegd bij het monument van de Gevallenen. Vandaag is het hier dodenherdenking? De oude mannen in het café houden zich hiermee niet bezig. Zij zitten aan de ochtendborrel; ik neem er een bakkie koffie. Tegen 13.00 uur bestel ik een ‘plat de jour’ (daghap) in een klein restaurant in een dorpje van niks. Ik ben benieuwd wat ik voorgeschoteld krijg. Ik krijg eend. De kok kwam nog even langs. Hij vroeg of ik uit Engeland kom. Toen hij hoorde dat ik uit Nederland kom, zegt hij ‘vogel’ op zijn Nederlands en maakt daarbij vogelgebaren met zijn armen. Het is hier een drukste van jewelste en allemaal mensen van hier, geen toeristen. Het toetje is kaas en ik vraag nog een kopje koffie na. Zo’n middagmaal is een hele zit. Een boekje met kruiswoordraadsels heb ik bij me. Pas na vijf kwartier ga ik weer naar buiten. De andere gasten zitten er waarschijnlijk van anderhalf uur tot twee uur. Ja, het is hier Bourgondië.
Montceau-les-Mines is een oude mijnstad, een soort Heerlen/ Parkstad. Ik maak een klein rondje door de binnenstad. Het is nog lunchtijd en daarom zijn de meeste winkels gesloten. Omdat het ook nog eens regent is er niet veel aan daar.
Het blijft maar regenen. In Montchanin wil ik een hotel nemen. Om een lang verhaal kort te maken. Na veel vragen en omzwervingen kom ik uiteindelijk uit bij een F1-hotel in Ecuisses. Internet doet het hier niet en er kan geen monteur komen, omdat het vandaag dodenherdenking in Frankrijk is.
Je zult je afvragen. Vind je het nog leuk dat fietsen in Bourgondië? Nu vanmiddag in de stromende regen en veel gezeur voor een slaapplek even niet zo erg leuk meer. Door de telefoon hoor ik van Joke dat het morgen hier een mooie dag gaat worden.

[9] Digoin
S
Maandag 7 mei 2012. Fietsen in Bourgondië. Vandaag van Bourbon-Lancy naar Paray-le-Monial, 63 km. Tot en met vandaag 641 km.
Bourbon-Lancy. Eerst maar even de stad bezoeken. Dat heb ik nog niet gedaan. Op een dwars door het park aangelegd fietspad kom je bijna bij de oude binnenstad uit. Je moet dan wel wat omhoog rijden. Er is een speciale fietsparkeerplaats vóór het centrum.
Deze bovenstad begint met de Tour de l’Horloge, een stadspoort uit 1389. Het kleine Quartier de l’Horloge is de moeite waard en nu nog erg rustig. De toeristen komen pas later op de dag.
Na een bezoek aan de supermarkt zit ik al gauw weer op de voie vert (het toeristisch fietspad). Een Franse oudere man met een fiets, vraagt uit welk land ik kom. Ik zeg ‘Nederland’. Hij: ‘O, Holland’. Ik zeg tegen hem dat Hollande (Holland) de nieuwe president van Frankrijk is. ‘Dat maakt niet uit, Sarkozy is een Roemeen’, antwoordt ie.
Vandaag zie ik heel wat salamanders, meer dan alle andere dagen hiervoor. Over zien gesproken. Er naderen me op het fietspad twee wandelende mannen met blindengeleidehonden. Ze gaan pas aan de kant als ik met mijn bel klingel. Ze zijn dus echt blind.
Om even over elf ga ik aan de koffie in een klein dorp. Bijna alle tafeltjes zijn al weer gedekt, want straks vanaf 12.00 uur komen de eters. De Fransen eten twee keer per dag warm.
In het gebied van de zuidelijke Bourgogne zie je veel meer boten in de kanalen, dan ik de afgelopen dagen zag. Het straalt ook meer welvaart uit. Het zal ook te maken hebben met het feit dat je hier veel minder sluizen hebt. De sluizen onthaasten de bootbezitters, anders gezegd: Het schiet niet op. Paray-le-Monial heeft een mooie basiliek. Die sla ik nu over. Het is mooi zonnig weer vandaag, al heb ik toch steeds mijn trui met lange mouwen aan. Het is niet echt te warm.
In een soort motel net iets ten noorden van de stad neem ik een kamer. Het hotel uit het boekje in het centrum van de stad is maandag gesloten.
[7] Sluizentrap
S
Zaterdag 5 mei 2012. Fietsen in Bourgondië. Vandaag van Tannay naar Châtillon-en-Bazois, 55 km. Tot en met vandaag 470 km.
In Dirol staat een koe in zijn eentje op het gras bij de kerk. Wat zij hier doet is mij een vraag. Zij staat niet vast en kan bijvoorbeeld ook de weg oplopen. De zijweg naar Corbigny ben ik voorbij gereden voor ik er erg in had. Roel was vorige maand in de buurt van deze stad. Ik laat het maar zo, want ik ben van plan vandaag een rit van tussen de 80 en 90 km te fietsen naar Carcy-la-Tour. Ik wil daar niet zo laat aankomen op zaterdag.
Na 25 km ben ik bij Ecluse (sluis) 16 met volgens een bord multiservices o.a. @point-net, maar ze zijn vandaag niet open. Pas in het hoogseizoen? Het dorp Epiry ligt op drie km van het kanaal. Daar zouden voorzieningen zijn. Er is hier in een straat vlak bij elkaar een bakker en een café. In het café kan je ook asperges, fruit, loten en streekproducten kopen. In een kooi, die nodig een keer schoongemaakt mag worden, zit een papagaai. De drie kilometer terug naar het kanaal gaan stukken sneller dan naar het dorp toe.
Een sluizentrap van 16 sluizen overbrugt een hoogteverschil van 40 meter. Over een groot stuk is het kanaal diep uitgehakt en loopt in een soort spleet in de rotsen, door de begroeiing bijna niet te zien vanaf het fietspad. Ook zijn er drie tunnels voor het kanaal op een rij uitgehakt.
Een meer, genaamd Etang de Baye, werd in de 18e eeuw gegraven als waterreservoir voor het kanaal. Hier is bij een plezierbotenhaven een nette picknickplaats onder een afdak. Een mooie plek voor mijn lunch. Enkele kilometers vóór Châtellion-en-Bazois komt het riviertje de Aron het kanaal vergezellen en krijgt het Canal de Nivernais een kronkelige loop.
Als ik Châtellion binnenrijd is het theetijd. Omdat de lucht er behoorlijk donker uitziet besluit ik niet alleen voor de thee te gaan maar ook gelijk een hotel te zoeken, hoewel het nog vroeg is. Na deze stad volgt een dunbevolkt gebied met zeer waarschijnlijk de eerste 35 km weinig of geen voorzieningen. In Auberge de l’Hôtel de France hebben ze een kamer voor me. Alleen kan ik morgen pas vanaf 8.00 uur ontbijten omdat het dan zondag is. Ik was toch niet van plan om – net als de eerdere dagen – vroeger dan tegen 9.00 uur te vertrekken. Dat komt dus goed uit.