Home » 2007 (Pagina 4)
Jaarlijks archief: 2007
Fietsen in Friesland. Dag 5
Dinsdag 10 juli 2007. Sloten – Elburg (100 km)
Om kwart voor acht zitten we bij Super de Boer in Lemmer aan de koffie met ouwe wijvenkoek. De klapstoeltjes zijn wat gammel, maar verder mankeert er niets aan de service. Het gammele stoeltje wordt toch maar achter gezet. Waarschijnlijk staat het er nu weer.
Verderop onderweg naar de Weerribben zien we enkele grote roofvogels (buizerds?) in de lucht vliegen en op hekken vlak bij de weg zitten. Ze zullen het toch niet op ons gemunt hebben?
Bij Ossenzijl vinden we dat we niet hoeven te klagen over het weer. Ik zeg nog tegen Bert: ‘Eén ieder krijgt het weer dat hij verdient.’ Dat had ik beter niet kunnen zeggen. Even later om 10 uur wordt bij het café, vooraan het smalle pad bij de sluis richting Kalenberg het schoolbord buiten gezet, ten teken dat de zaak opengaat. Tien meter verder vallen de eerste vette druppels regen uit de lucht en begint het te rommelen aan de hemel. Vlak vóór de wolkbreuk zijn we schielijk het café ingedoken. Het meisje van het café haalt nog even door de regen De Telegraaf van vandaag uit de brievenbus, nadat Bert geklaagd had dat de krant van gisteren nog op de stamtafel lag. Op de voorpagina prijkte namelijk Leotine van Morsel met haar baby. Dat had hij gisteren ook al op de voorpagina van de grootste krant van Nederland gezien.
Na een half uur gaan we weer op weg richting Kalenberg. De lucht is nog niet helemaal helder maar het is nu droog. Voor Bert zullen de Weerribben wellicht altijd geassocieerd worden met regen en donkere luchten.
In de havenstad Blokzijl voeren we de mussen met het brood van de vorige dag dat nog in de fietstas zat en kijken ondertussen de haven rond. Een paar weken geleden was ik hier nog met broer Piet.
Op het pont bij Zwartsluis staan twee jonge dames met een hond in de aanhanger achter de fiets. Ze fietsen via LF-routes. Ook gebruiken ze een Garmin, waarin ze alle camping van Nederland hebben ingeprogrammeerd.
Ganzen onderweg
Het station van Kampen ligt in IJsselmuiden. We gaan naar de stationsrestauratie, de Wizzle, omdat we tegoedbonnen hebben voor gratis koffie. Wat blijkt: De Wizzle is tijdelijk na 15.00 uur gesloten. Het is nu 15.30 uur en dus te laat, zodat we onze DE-bonnen nog steeds niet kunnen omzetten in lekkere dampende DE-koffie.
In hartje Kampen genieten we op een terras van de zon. Met het sanitair van het café-restaurant is het slecht gesteld. De mannen-wc is tijdelijk buiten gebruik en voor de vrouwen-wc staat een flinke rij. Het lijkt wel of we in Toscane zijn. Dat wordt weer verderop plassen achter een dikke boom.
We praten nog even met een stel met fietsen voorzien van aanhangers die ook de Zuiderzeeroute doen. Later zullen we deze nog meer tegenkomen maar dat weten we nu nog niet.
Tien km vóór Elburg begint het hard te regenen en horen en zien we onweer. Bij een boer mogen we schuilen in zijn schuur. Daar staan onder andere paarden en ook drie kalveren. In de hoek staat een oude Vicon kunstmeststrooier.
In hartje Elburg vragen we aan een Nederlands sprekende Duitse dame de weg naar de camping. Ze weet het ons feilloos uit te leggen. Net als we ingecheckt hebben krijgen we de derde bui van vandaag. Die duurt gelukkig maar tien minuten. Al met al mogen we vandaag toch niet klagen over het weer. We zijn niet echt nat geworden.
Elburg
Elburg is een mooi vestingstadje. ’s Avonds eten we in een sjiek Chinees restaurant aan de haven, net buiten het oude centrum.
Fietsen in Friesland. Dag 4
Maandag 9 juli 2007. Leeuwarden – Sloten (85 km)
Vanuit de camping aan de rand van de stad gaan we naar het centrum van Leeuwarden.
Leeuwarden, het Zaailand met het hoofdkantoor van de FrieslandBank
Op het Zaailand gebruiken we ons ontbijt met zicht op de hoge gebouwen van Leeuwarden.
Langs de Zwette fietsen we zo’n 15 kilometers. Voorbij Rodehuizen (in het Fries Reduzum) drinken we koffie in de Blauwe Hut, een koffiehuis ongeveer zoals die op de grens van Wassenaar en Den Haag vlak bij de N44 (Koffiehuis Ten Bosch).
Geert Mak schreef in zijn boek ‘Hoe God verdween uit Jorwerd.’ over de teloorgang van de plaatselijke winkeltjes op het Friese platteland. Scharnegoutum heeft daarentegen een flinke supermarkt. Dat hadden we niet verwacht van zo’n klein dorp.
Het dreigt te gaan regenen. Daarom blijven we maar een tijdje schuilen bij deze supermarkt. Als de lucht wat opklaart gaan we weer op pad.
IJlst met tuintjes aan de gracht
Onze route gaan een stukje door de noordkant van het centrum, daarna ten westen en ten zuiden van Sneek. IJlst, de stad van de in Nederland wereldbekende Nooitgedacht Friese doorlopers (schaatsen), blijkt een heel leuk centrum te hebben. Verderop in de buurt van de Langweerder Wielen gaan we over een pontje.
Sloten (Friesland)
In Sloten zetten we de tent op op een camping bij de Slotense Gat, vlak bij het mooie centrum. De camping is behoorlijk druk. Dat hebben we nog niet eerder beleefd op onze fietstocht.
Om half zes zitten we op een terras van een restaurant aan de gracht midden in Sloten. Bert zit aan de varkenshaas en ik aan een vis.
Fietsen in Friesland. Dag 3
Zondag 8 juli 2007. Harlingen – Dokkum – Leeuwarden (110 km)
Het is zondag. Om half zeven horen we al activiteiten rond onze buurtent. We besluiten ook maar te gaan douchen. Morgenstond heeft goud in de mond.
Op de dijk naar Franeker zien we talloze scholeksters. Twee hazen huppelen achter elkaar aan. Als deze in de gaten hebben dat we ze zien blijven ze stil zitten en denken dat we niet weten waar ze zijn.
Kaatsen in Franeker
In Franeker gaan we een bakkie doen bij de kaatsvereniging. Kaatsen is van oorsprong een oude Nederlandse sport, die in Friesland veel wordt beoefend.

Beeldje van Rembrandt van Rijn in St. Annaparochie
Sint-Annaparochie heeft een beeldje van Rembrandt, omdat deze schilder hier een keer getrouwd is. Verder stelt het dorp niet veel voor.
Oude Bildtzijl, vierkanten kerktoren met logement
In Oudebildtzijl ontmoeten we een echtpaar, waarvan de man gisteren, op 7-7, 77 jaar was geworden. Hij vierde dat in het dorp waar hij geboren is, namelijk in Oudebildtzijl. Zijn kinderen hadden deze festiviteiten betaald. Hij wacht op een taxi die hem naar zijn woonplaats elders in Friesland moet terugbrengen. We maken een gezellig babbeltje met hem. Hij verwacht dat we verderop weinig cafés tegen zullen komen. ‘Je gaat daar de zwarte hoek in. Je weet wel van de zwarte kousen’.
Vijf kilometer verderop is iemand zijn haag aan het snoeien. Zeker niet van de zwartekousenkerk. Bij hem laten we onze bidons vullen met water. Ook praten we met hem nog wat over de Elfstedentochten voor schaatsers. In Ferwerd gebruiken we een lichte lunch. De twee dames die serveren zien er niet uit alsof zij zelf dikwijls fietstochten maken. Ze zijn nogal ‘stevig’ gebouwd. Het is heerlijk zonnig en er staat geen wind achter het glas van het terras.
Dokkum
Dokkum is een vestingstad, te vergelijken met Naarden of Willemstad. Vandaar gaan we langs de Dokkumer Ee naar de hoofdstad van Friesland. In Leeuwarden zoeken we ons mottig naar de camping. Als we hem uiteindelijk gevonden hebben blijkt hij eigenlijk niet meer in gebruik te zijn. De eigenaar, een gepensioneerde boer, woont nu in een flat in Leeuwarden. Er staan nog enkele, vooral zeer oude, caravans. Er is nog plek voor onze tent. We moeten wel wat brandnetels weghalen en het sanitair is ook niet je van het, maar het kost ons niets. ’s Avonds eten we bij de Ier.
Fietsen in (West)Friesland. Dag 2
Zaterdag 7 juli 2007. Enkhuizen – Harlingen (110 km)
Als Bert ‘s morgens op de camping gaat plassen staan in het toiletgebouw alle kranen open. Kwajongensstreek. Mijn achterband is een beetje zacht. Kwajongensstreek of een beetje lek? In het centrum van Enkhuizen kopen we ons ontbijt bij een supermarkt. De fietsenmaker heeft wel lucht voor mijn band maar geen tijd om een nieuwe band erop te zetten. Van Enkhuizen naar Medemblik hebben we tegenwind en zo nu en dan dreigt het te gaan regenen.
Diverse keren vandaag komen we een gezin uit Beverwijk tegen. Een vader, een moeder, een zoon en een dochter sliepen afgelopen nacht op de kleine camping van Enkhuizen. Zij doen ook de Zuiderzeeroute. Tussen Medemblik en Den Oever wordt mijn achterband toch weer zacht. Broer Bert gooit ‘in een poep en een zucht’ de reservebinnenband erom.
In Den Oever lunchen we bij het plaatselijke hotel-café-restaurant en kopen proviand voor morgenochtend (zondag) bij de Dekamarkt.
De Afsluitdijk
De Afsluitdijk, ongeveer 30 kilometer lang, nemen we met grote vaart. We hebben namelijk de wind pal in de rug. In Zurich besluiten we niet naar de camping van Pingjum te gaan, maar naar die van Harlingen. In Harlingen is ’s avonds meer te doen.
We staan op de camping op een gezellig veldje. Een kleine jongen heeft een bal en wil graag voetballen met de aanwezige mannen. De buitentent droogt door de zon en de wind, voordat hij met grote precisie over de binnentent wordt gespannen. We eten een pizza bij de Italiaan in het centrum van Harlingen. Daarna lopen we nog een rondje door de stad. Domela Nieuwenhuis heeft in een kerkje gepreekt. Nu is dit kerkje een damesmodezaak.
Harlingen
Vanuit de haven gaan veerboten naar Vlieland en Schiermonnikoog. Van onze buren op de camping horen we dat het wadlopen vandaag niet doorging in verband met de harde wind.
Fietsen in (West)Friesland. Dag 1
Vrijdag 6 juli 2007. Bollenstreek – Enkhuizen, 135 km
Vóór 7 uur vertrekken Bert en ik. Door de Haarlemmermeer gaan we naar Bilderdam. De man op de pont bij Nes aan de Amstel vraagt waar de reis naar toe gaat. Ik zeg: ‘Vandaag naar Hoorn en morgen verder naar Friesland’. Op een A4-tje is op het pont aangegeven dat het pont vandaag na 19.00 uur niet zal varen in verband met een wielerwedstrijd. De pontbaas: ‘Zo bijzonder is dat niet. Ik heb een uurtje eerder vrij. Normaal stoppen we om acht uur.’
In Amsterdam gaan we langs het Amstelstation en door de Indische Buurt. Op de Schellingwoude-bruggen gaat het regenen. Zo nu en dan is het droog afgewisseld met regen. Dat had van ons niet gehoeven.
In de haven van Volendam
Als we Monnickendam binnenrijden staat op een bord dat de stad van 6 juli tot en met 8 juli is afgesloten voor het verkeer in verband met festiviteiten. We laten ons hierdoor niet afschrikken en gaan langs de afzethekken. Bij de Waegh nemen we een uitsmijter en wachter tot het (wat) droger is.
Volendam stikt van de toeristen, ondanks het slechte weer. Het lijkt Valkenburg wel. Als we daar zijn, zeggen we altijd: ‘Het lijkt Volendam wel’. Edam vlagt omdat deze stad 650 jaar bestaat.
Hoorn, de haven
Om half vier zijn we in Hoorn. Die stad vlagt ook al voor haar 650 jaar stadsrechten. De laatste 15 kilometers naar Hoorn hebben we aardig wat regen op onze hoofd gekregen. Onderweg ving een roofvogel een muis en ging daar vliegend mee vandoor.
In Enkhuizen pikken we een Chinees voordat we de camping opzoeken. Het is inmiddels half zeven en hebben 130 kilometer op de teller. Ook vóór Enkhuizen was het weer flink gaan regenen. We hadden ook te maken met windstoten, vooral als we langs geparkeerde auto’s reden.
’s Avonds gaan we naar het Praethuis op de camping. Er wordt daar veel gerookt. Dus blijven we er niet erg lang. Om kwart voor tien zoeken we de slaapzakken op. Ook ’s nachts gaat het behoorlijk regenen. De tent lekt een beetje door. Dus de volgende keer moeten we ‘m met meer zorg neerzetten.
Dag 9. Van Miel naar Roermond
Roermond, 24 mei 2007
Fietsen van Bregenz naar Nederland
Vandaag ga ik vroeg op pad. Al voor 7 uur zit ik op de fiets. De route gaat met een bocht om Euskirchen heen. Waarschijnlijk is dat omdat het daar verder niet echt leuk is. Vanmorgen passeren diverse hazen mijn pad. Ook zie ik zo nu en dan een konijntje weghuppelen. Winter- en zomertarwe, mais, vlas, suikerbieten, tuinbonen en Rollrasen (graszoden) staan aan beide zijden van de weg.
Eén van de vier poorten van Zülpich
Als ik door Zülpich rijd, zie ik dat een stadspoort de Kölnertor heet. Het bier wat ik gisteren in het café-restaurant Zur Post dronk heette zo. Daarom ga ik maar even een rondje door het dorp. Op het Raadhuisplein is een kleine markt en aan de andere kant van het centrum is weer een poort. In het boekje staat dat in de Romeinse tijd is ontstaan als versterkte post aan de weg van Trier naar Keulen. In totaal zouden er vier poorten zijn.
Bij Düren kom ik aan de Roer. Het niet geasfalteerde fietspad voert dan eens aan de rechterzijde en dan eens aan de linkerzijde van de stroom. Bij Jülich gaat de route een stuk van de Roer af. Hier is een groot militair complex, een onderzoekscentrum (wat dat ook moge zijn), een suikerfabriek en chemische fabrieken. In de buurt van Jülich wordt bruinkool gewonnen in dagbouw. Dat wil zeggen dat er geen diepe mijnen zijn, maar dat nadat een laagje aarde is afgeschept, de bruinkool met grote machines wordt opgeschept.
Op een terras in Jülich
Aan het eind van de tweede wereldoorlog lag Jülich voor 90 % in puin. In deze stad ga ik aan de koffie met gebak. Daarna bezoek ik de supermarkt voor wat broodjes. Ik kom terecht bij een soort Digros met de naam Kaiser. De Kaiserbroodjes zijn in de aanbieding. Daarom neem ik er maar een paar. Overigens vraag ik me af of ik er steeds meer als een Duitser ga uitzien. Hier werd naar mijn klantenkaart gevraagd.
Een half uur later zie ik een boerderij waar aardbeien worden verkocht. Ik vraag de boerin om een klein portie. Ja dat kan. Ze komt aanzetten met een pond aardbeien in een plastic bakje. Ik vraag haar of ik niet de helft kan krijgen. Daar kan ze niet aan beginnen. Omdat het bakje maar euro 1,80 kost neem ik toch maar het hele bakje, al is het veel te veel voor op mijn Kaiserbrötschen.
In Duitsland volg ik vooral de RUR-route. RUR staat voor Rur Ufer Radweg. Zodra ik in Nederland kom is de bewegwijzering van deze route knudde. Daarom besluit ik al spoedig het fietspad langs de doorgaande weg naar Roermond te nemen.
Antieke wegwijzer van de ANWB in Vlodrop
In Roermond stap ik op de trein van 17.58 uur. In Eindhoven en in Amsterdam-Zuid moet ik overstappen om in Nieuw-Vennep aan te komen.
Vandaag tot Roermond 137 km. In totaal in 9 dagen 920 km.
Dag 8. Van Koblenz naar Miel
Remagen / Miel 23 mei 2007
Fietsen van Bregenz naar Nederland
Vanuit de JH uit ga ik als een speer naar beneden. Nu neem ik de brug in plaats van de boot. Ook moet ik nog de Moezelbrug over. Door het centrum van Koblenz regent het een beetje. Forenzen in regenbroeken en met poncho’s fietsen door de stad.
Voor het eerst heb ik stramme benen. Voorbij Koblenz is het gelukkig inmiddels droog. Wel is het nog erg bewolkt. Ook heb ik een beetje wind tegen. Ik stuur een sms naar Bas en Roel. Ook maak ik een foto van het naambordje van een dorp “Heilige Bas”, Sankt Sebastian.
Met de fiets aan de Rijn
Bij Andernach gaat de fietsroute iets verder van de Rijn af. Ik fiets deels onder een weg gebouwd op palen door. Dat is droog fietsen bij regenweer. Om half twaalf zoek ik een bakker op in het dorp Brühl voor koffie met appelgebak. Ik blijf daar drie kwartier.
Ik merk dat mijn fietssleutel een beetje verbogen is. Ik hoop niet dat hij gaat afbreken. Bas sms-t dat bij de JH van Koblenz op Google Earth heeft gezien.
Beeld van Rudolph Benz in Remagen
In Remagen zijn de geallieerden de Rijn overgetrokken. Ook is daar een vernielde brug te zien. Verder is het een rustig dorpje. Er staan veel winkels te koop of te huur. Ze hebben een mooi internet-café.
Voorbij Remagen ziet het landschap er geheel anders uit. Geen Rijn meer, maar echt platteland met hier en daar dorpjes en steeds weer klimmen en dan weer een stukje snel naar beneden. Er zitten enkele behoorlijke kuitenbijtertjes bij. De route is een doorsteek van de Rijn naar de stad Düren. Na deze stad zal ik langs het riviertje de Roer gaan fietsen.
Het eerste ongelijke gebied heet de Ville en is een uitloper van de Eifel. Waarschijnlijk omdat het weer niet meewerkt spreekt de omgeving niet tot mijn verbeelding. Hemelsbreed ligt het gebied ten zuiden van Bonn en Brühl.
Boerenhumor
Vóór de betrekkelijk grote stad Euskirchen zoek ik een slaapplaats. Die vindt ik in een piepklein dorpje, genaamd Meil. Het is een kamer van hotel Zur Post. ′s Avonds eet ik in dat restaurant. Dan betaal ik gelijk voor de overnachting. Ik heb met de eigenaar afgesproken dat als ik weg ga, ik het raam op de kantelstand zal zetten en de sleutel van buiten naar binnen zal gooien.
Als ik Joke bel, hoor ik dat het morgen mooi weer gaat worden in het gebied waar ik nu zit. Dat mooie weer is vandaag in Nederland. De fiets staat vannacht in mijn slaapkamer. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt.
Aantal km′s vandaag 98. In 8 dagen 782 km′s
Dag 7. Van Schabenheim naar Koblenz
St Goar en Koblenz, 22 mei 2007
Fietsen van Bregenz naar Nederland
Vanmorgen samen met het eigenaars-echtpaar van het hotel ontbeten op de binnenplaats van het hotel in de open lucht. Gezellig bijgepraat over allerlei zaken. Speciaal voor mij maakten zij een gekookt eitje klaar. Zelf aten ze liever roerei. De broodjes kwamen van de buren, de bakkerij. Het hotel staat op het dorpsplein (Marktplatz). Allerlei onderwerpen komen aan de orde, zoals zijn by pass operatie 9 jaar geleden, hun liefde voor Italie, de kinderen Pieroth die in Spanje wonen, het versnijden van wijn (mengen van Duitse wijn met Italiaanse wijn), de Keukenhof, Amerikaanse auto′s, de rijkdom van het Vaticaan en de rk kerk.
Klaprozen onderweg
Bij het afscheid nemen gaf de vrouw mij de suggestie om hier ooit nog eens terug te komen met Joke. De heer Pieroth wenste mij “Gute Speissen” . Hij zag dat ik dit niet begreep. Hij legde uit dat Speisen in het Duits ” spaken” zijn.
Bij Ingelheim zit ik alweer bijna bij de Rijn, bij Bingen weer helemaal. Het ziet er daar mooi uit: de rivier, de spoorlijn, de heuvels met druivenplanten. De rest van de dag fiets ik steeds langs de Rijn. Onderweg staan er regelmatig kastelen op de rotsen rond de Rijn, bijvoorbeeld in Oberwesel. Vlak voor St Goar is de bekende Lorelei. Daar zit een bocht in de Rijn, die in vroegere tijden erg gevaarlijk was.
Aan de Rijn tegenover Kaub
Van St. Gaor gaat de reis naar Koblenz. Vlak voor deze stad steekt een wind op en het begint het een beetje te regenen. Ik controleer de tassen en de spullen. Alles moet extra in plastic vuilniszakken. Op Hemelvaartsdag was mijn leesboek van Henning Mankell een beetje nat geworden.
Koblenz ligt op het punt waar de Moezel en de Rijn samenkomen. De jeugdherberg ligt 100 meter boven de rivieren. Het uitzicht op de Deutsche Eck is daar prachtig. De JH is gevestigd in een enorme vesting Ehrenbreitstein. Na Gibraltar is dit de grootste rotsvesting van Europa. Het is wel even puffen om boven te komen. Ik had om 5 uur mobiel gebeld en geboekt. Dus ik weet dat ik niet voor de kat zijn viool komt. De dag is droog gebleven op een paar spatjes na.
Kasteel aan de Rijn
′s Avond spreek ik in de JH met een Spanjaard die twee jaren in Leiden woonde en trainee was bij Estec in Noordwijk. Hij spreekt Nederlands noch Duits en zijn Engels houdt ook niet over. Hij is met de fiets vertrokken vanuit Leiden en had al stops in Gorichem en Den Bosch. In Duitsland was hij onder meer in Keulen. Hij gaat naar Basel. Vandaar gaat hij met het vliegtuig naar Spanje.
Ook maak ik nog kennis met twee Canadese broers. Die maken een tochtje Europa met de rugzak. Ze zijn onder andere al in Londen en Amsterdam geweest. Ze gaan bijvoorbeeld ook nog naar Berlijn.
Uitzicht vanaf het terrein van de vesting (de JH)
Aantal km 94 ( in 7 dagen 684 km).
Dag 6. Van Weinheim naar Schwabenheim
Schwabenheim, 21 mei 2007
Fietsen van Bregenz naar Nederland
Het gebied dat ik gisteren fietste en ook vandaag heet de Bovenrijnvlakte. De Rijn zelf heb ik nog niet gezien. Vandaag zal ik in Gernheim een stukje direct langs de Rijn gaan fietsen. Eerst nog wat frisdrank ingeslagen bij Aldi-Süd. Bij Heppenheim steekt een jonge ree, een reetje dus, de weg en de sloot over. Daarna rent hij over de akkers.
Als ik de Rijn zie bij Gernheim valt die mij erg tegen. Allemaal vieze fabrieken daar.
Raadhuis van Lorsch
In Lorsch maak ik een foto van het raadhuis. Verderop in het landelijk gebied bij Stockstadt am Rhein valt me op dat Duitsers veel vogelkijkhutten hebben. Bij Erflelden is een appelsoorten-leersstraatje: allemaal soorten appelbomen met naambordjes.
Ergens in de buurt van Leeheim staan grote schotels in het veld.
Van een Nederlandse collega-fietser had ik een adres gekregen om te overnachten in Nierstein. Als ik daaraan kom, zegt de buurvrouw dat de mevrouw juiste even is gaan boodschappen doen. “Kom over een uur maar weer eens kijken”. Daar heb ik geen zin in. Ik ga verder.
Pont over de Rijn naar Nierstein
Later kan ik de bordjes van de langeafstandfietsroute R2 volgen. Dat is een stuk makkelijker dan de beschrijving uit het boekje. Drie Duitse fietsers bieden mij aan een stuk met hen op te fietsen. Op een bepaald moment stoppen ze bij een wijnavond -gebeuren en wensen mij een goede reis. Hoe ik het voor elkaar krijg, weet ik niet, maar op een bepaald moment was ik toch weer van de route af. Een man op een brommer, een soort Chris de Bruin, stelt me voor een stuk voor te rijden om me een binnen-door-weg aan te wijzen.
Verderop maak ik een foto van een wijngaard, als ik niet weet of ik bij een T-kruising links of rechtsaf moet. Een boer op een tractor vertelt me, dat ik linkaf moet om in Selzen te komen.- Hij vraagt of ik vakantie heb. Ik vertel hem dat ik met pensioen ben. ′Heb je dan wel zo′n 1.000 euro in de maand?′ vraagt hij. Ik zeg dat ik het bedrag niet kent. ′Mijn vrouw gaat over het geld′, zeg ik. Hij houdt varkens, terwijl de meeste collega,s van hem daar wijnbouwers zijn. Een neef van hem is met een Nederlandse vrouw getrouwd. Hij is weleens in Venlo geweest.
In Schwabenheim zoek ik een slaapplaats. Ik kom ten slotte terecht in hotel “Stadt Mainz” . Een aardig echtpaar vertelt dat zij woensdag bijna twee weken geleden ook twee Nederlandse fietsers te gast hadden. Het regende toen vreselijk. Ze waren tot aan hun onderbroek nat. Die twee hadden ook haast. Ze moesten op tijd in Rome zijn omdat een Nederlander heilig verklaard zou worden.
Vandaag belde mij ex-collega Marcel nog met een paar vraagjes over het werk. Het kwam in zoverre goed uit. Ik ging juist een appel eten op een bankje. ′s Avonds tijdens mijn avondmaal kreeg ik een sms van Piet. Ik sms-te gelijk terug.
Vandaag 116 km. In 6 dagen 589 km.
Dag 5. Van Grötzingen naar Weinheim
Heidelberg / Weinheim 20 mei 2007
Fietsen van Bregenz naar Nederland
Aan het ontbijt uitgebreid gebabbeld met de collega-fietser uit Capelle. Hij maakt ieder jaar een fietstocht. Twee jaar geleden heeft hij in Zuid-Amerika zijn huidige vrouw leren kennen. Ze komt uit Peru. Hij is bedrijfstrainer en heeft een paar weken vrij. Zijn vrouw woont nu in Nederland en moet werken.
Triathlon aan de Heidensee
Vandaag is het weer prima weer. Ik fiets al de hele dag in mijn fietskleding zonder een jack of lange broek. Er zijn vandaag veel Duitsers een stukje rijden in de bossen. Hele gezinnen. Nu ben ik in Heidelberg. Ik ga waarschijnlijk nog zo′n 20 km verder en zoek daar een slaapplaats.
Onderweg naar Bruchsal verkopen ze nog asperges. Dat lijkt me nogal laat in het seizoen. Bij een meer zie ik mensen in duikuitrusting. Zij liever dan ik. Ik zou daar geen zin in hebben. Laat mij maar fietsen.
In het centrum van Bruchsal wordt een cart-race gehouden. De rijwegen van de belangrijkste straten zijn afgezet. Over de stoep kan ik erom heen. Na het eind van de afzetting staat een stand van de ADAC met een kanariegele Ferrari. Een medewerker staat hem nog een beetje op te poetsen. Volgens mij kan hij niet meer glimmen dan hij nu al doet.
Voorbij Forst wordt de Heidensee Triatlon gehouden. Dat wordt weer een lekker stukje omrijden voor mij.
Om 12 uur zit ik aan de lunch in het bos met de van gisterenavond overgebleven broodjes kaas, banaan en ice tea.
In Sankt Leon maak ik een foto van de Wallgraben Strasse. Volgens mij hebben ze onze naam een beetje verkeerd geschreven.
Heidelberg is een grote stad. Daar werk ik mijn weblog bij. Op 11 km verder ligt Ladenburg. Dat stadje is een juweeltje en staat geheel onder monumentenzorg.
Op een terras in Ladenburg
Ik raak daar op een terrasje in gesprek met een Duitse en Engelse medewerker van Leica. De Duitser spreekt Engels tegen de Engelsman en de Engelsman Duits tegen de Duitser.
Ik kom door Leutershausen. Dat klinkt al een stuk beter dan Leuter, dat in België ligt. Ergens tussen Ladenburg en Weinheim spitst een haas zijn oren en maakt daarna dat hij wegkomt.
In Weinheim krijg ik een bed op een eigen kamer in de jeugdherberg. Inclusief ik zijn er maar drie gasten. De binnenstad van Weinheim bezoek ik ’s avonds nadat ik bij de Griek heb gegeten. Het marktplein is de moeite waard. Een lekker ijsje gegeten bij een goede Italiaan.
Weinheim ’s avonds
Vandaag 94 km, tot en met vandaag 473 km.



























