S
Fietsen naar Santiago. Dag 18, donderdag, Hemelvaartsdag 21 mei 2009. Van Burgos naar Castrojeriz, 55 km.
‘Met enkele hellingen klimt de route tot op de glooiende hoogvlakte van Spanje, de meseta, waar het ´s zomers behoorlijk warm kan zijn. Het landschap verandert sterk met eindeloze graanvelden en dorre vlakten tot aan de horizon. De fietser vormt in deze uitgestrektheid een nietig stipje, dat langzaam vordert langs kleine dorpjes, verzonken in de kleuren van het land.¨ Tot zo ver een citaat uit het routeboekje. Ik kan het niet mooier beschrijven.
Rond 10.00 uur ben ik in Estepar; de kruidenier gaat net open. Het Nederlandse stel, Mart en Yvon, heeft zojuist hun koffie op. Ik kwam ze gisterenmorgen en vanmorgen in de albergue tegen. De man deed vorig jaar de camino per fiets alleen.
Ik neem mijn lunchpauze op een kruispunt van de wandelcamino met de fietsroute. Veel mensen groeten mij en ik groet veel mensen. Twee vrouwen zien aan mijn Gazelle dat ik een Nederlander ben. Ze zijn ruim twee weken onderweg vanuit Saint Jean Pied de Port.
Onder een boom zit een oude man te doezelen. Ik vraag of ik hem op de foto mag zetten. Dat vindt hij prima. Hij vraagt waarvan ik kom. Frankrijk, Duitsland, Engeland? Ik zeg Olanda. Hij zegt iets wat ik niet versta. Omdat hij begrijpt dat ik hem niet versta maakt hij bewegingen alsof hij een koe melkt. Ik denk dat hij wil zeggen dat Nederland goede koeien heeft. Ik versta niet, als hij mij vraagt of ik voor hem wil bidden in Santiago of een kaars voor hem wil opsteken. Ik zeg wel si. Dan is hij ook weer blij.
Om 13:00 uur ben ik bij Hontanas. In het boekje staat dat je daar iets kan drinken. Mijn waterfles is ook leeg. Dus maar even het dorpje in. Er is hier zelfs een pelgrimsherberg. Daar kan je wel water tappen en cola uit een automaat trekken. Verder is deze nog dicht. Er is een bord aan de overkant met een verwijzing naar een café. Dat blijkt het gemeentezwembad te zijn met een barretje erbij. Hier koop ik een cola en ga even aan een tafeltje binnen zitten met een plastic zeiltje erover.
In Castrojeriz is de eerste gemeentelijke refugio vol. De particuliere is ook ´completo.´ De tweede gemeentelijke herberg gaat om 15:00 uur open. Er staat al een rij rugtassen. Ik neem een biertje bij het café aan de overkant. Als om drie uur de refugio open gaat is er nog plek voor mij na de aanwezige wandelaars. Ik heb alleen nog keuze uit bovenbedden. Ik slaap komende nacht boven een IJslander. Ik durf met hem te beginnen over Landsbanki. Hij loopt met zijn vrouw. De volgende keer wil hij ook fietsen. Dat lijkt hem leuker.
Op straat kom ik aan het begin van de avond in gesprek met een Engels stel uit Cornwall, Tony en Valerie, Zij vinden het jammer dat er zo weinig Engelsen de camino lopen. De man heeft een bedrijf dat kleine schepen maakt. We drinken gezamelijk een biertje bij een bar en zoeken ook met zijn drieën een restaurantje op om wat te eten. Om tegen half tien ga ik terug naar de albergue (refugio). Mijn was is inmiddels helemaal droog geworden door de zon en de matige wind in de tuin van de pelgrimsherberg. Voor het slapen gaan heb ik nog even een kort praatje met het IJslandse stel.