Home » 2009a Santiago de Compostela
Categorie archief: 2009a Santiago de Compostela
Terugblik op fietsreis naar Santiago
Maandag 8 juni 2009
Een kleine terugblik op mijn fietsreis naar Santiago. In september 2008 fietste ik met Frits 700 km van Breda naar Chartres. In mei 2009 ging ik van Chartres naar Santiago de Compostela 1.850 km.
Ik was in mei 2009 in totaal vier weken van huis. Ik vertrok per trein naar Chartres op zondag 3 mei en kwam met Iberia weer terug op zondag 31 mei.
Wat de reis van mei 2009 betreft sliep ik 13 nachten in een pelgrimsherberg, 3 nachten in een jeugdherberg, 4 nachten in mijn tentje op een camping, 4 nachten in een b & b en 4 nachten in een hotel.
Eerste maandag in Chartres. Nog 1.850 km
Gedurende de fietstocht:
- veel oude binnensteden en dorpjes gezien
- veel akkers, bergen en bossen gezien
- behalve enkele hazen, weinig wild gezien
- geen lekke banden
- niet van de weg gereden
- veel ontmoetingen onderweg
- bijna geen tegenwind
- gering aantal regendagen
- tent werd gestolen bij de post
- geen honger of dorst geleden
- niet ziek, zwak of misselijk
- geen rustdagen opgenomen
- aardig wat reacties op mijn weblogberichten
- MP3-speler voor eenzame momenten niet gebruikt
- het wierookvat zwaaide niet door de kathedraal in Santiago
- armen, benen, gezicht en nek aardig bijgekleurd
- anderhalve kilo afgevallen
- ongeveer 300 foto’s genomen
- Marit is een maand ouder geworden
(27) Hele dag in Santiago en naar huis
Fietsen naar Santiago. Dag 27, zaterdag 30 mei en zondag 31 mei 2009. In Santiago zonder fiets.
Als de wekker op mijn mobiel afloopt, heb ik goed geslapen. In de oude binnenstad kan ik al vroeg terecht voor een ontbijtje. Het is in deze zaak redelijk druk met vooral Spaanse mensen. Ook hier zie op de markt mensen van het platteland hun eigen groenten verhandelen. Langzaam komen ook de toeristen en pelgrims de straten bevolken. Bijna alle straten in de binnenstad zien er indrukwekkend uit. Santiago is een erg mooie stad. Om half tien regel ik bij het reisbureau een ticket voor een vliegtuig via Madrid naar Schiphol. Frans uit Pijnacker is d’r ook. Hij koopt een ticket voor dinsdag.
De kathedraal van Santiago de Compostela
Om twaalf uur ga ik naar de kerk. Ik vind nog met moeite een plekje. De kerk is bomvol. Aardig wat mensen zitten op stenen randjes of hebben een staanplaats. Het wierookvat slingert vandaag niet door de kathedraal, maar toch is het indrukwekkend.
Van alle landen wordt afgeroepen hoeveel pelgrims gisteren hun getuigschrift hebben opgehaald. Ik had eerder gehoord dat in vroegere jaren alle pelgrims van de dag ervoor werden opgenoemd. Maar die waslijsten werden te groot. Op een bepaald moment schudt iedereen zijn buren in de kerk de hand.
In de stad kom ik de jongeman uit Barcelona nog even tegen, waarmee ik gisteren kersen zat te eten. Twee fietsers uit Leiderdorp en Voorhout zetten mij op de foto bij de kathedraal. Verder is het vandaag weer zo’n warme dag als gisteren. Daarom ga ik een tijdje in het park op een bank zitten.
’s Avonds pik in nog een paar biertjes op een terras aan de rand van de oude stad. Daar komen veel mensen langs. Ik kom nu geen bekenden meer tegen.
Zondagochtend ga ik met de bus naar de luchthaven van Santiago. Vandaar ga ik via Madrid naar huis. Op Schiphol staan Joke en Bas mij op te wachten. Leuk.
Het was de moeite waard.
(26) Laatste loodjes
Fietsen naar Santiago. Dag 26, vrijdag 29 mei 2009. Van Palas de Rei naar Santiago, 83 km.
Van Palas de Rei naar Melide is ongeveer 15 km. . Om 8:35 uur ben ik daar. Het is een stadje met een agrarische centrumfunctie. Er zijn nieuwe en tweedehands tractoren te koop. En er zijn winkels die lijken op Welkoop of de Boerenbond. Hier verkopen ze laarzen, touw en kunstmest. Ik zie een fietsenwinkel. Omdat ik er vanuit gaat dat die om 9:00 uur open zal gaan, zet ik alvast mijn fiets tegen de pui van de winkel. Gisteravond was het boutje waarmee de bagagedrager van mijn fiets aan de linkerkant vastzit getrild en verdwenen. Ik heb tijd over. Daarom haal ik de tassen van m’n fiets en ga deze een beetje schoonmaken. Ik had het weggooi-sloop van de albergue meegenomen. Dat is een goede poetsdoek. Mijn handen spoel ik schoon met wat flessenwater.
Als de fietsenmaker om 9:10 nog niet is gearriveerd, bind ik mijn tassen weer aan de fiets en ga verder op weg. Het valt me op dat ik om dit soort dingen niet geïrriteerd word. Wat is het mooi om de omstandigheden te nemen, zoals die zich aandienen. Later vind ik een stukje ijzerdraad langs de weg, waarmee ik een en ander improvisatorisch herstel. Eerder probeerde ik een tie rap. Die brak snel.
Arzúa is de volgende grotere plaats en tevens de laatste plaats van enige betekenis vóór Santiago. Bij een café neem ik een koffie met een broodje rauwe ham. Ik maak hier een praatje met een jongeman uit Barcelona. Hij zit kersen te eten en biedt mij aan er ook wat te nemen. Hij is in Roncevalles begonnen te wandelen en denkt het stuk naar Santiago in totaal in een maand en een dag af te leggen. Als hij weer opstapt geeft hij een klap op mijn schouder en zegt: Leuk je ontmoet te hebben. Is Hector de schoonzoon van Frico ook zo’n vriendelijke kerel?
Het stuk verder naar Santiago is nogal saai. Ik kom verder geen wandelpelgrims meer tegen. Die lopen een andere weg. Trouwens, ik zie ook geen fietsers meer. Waar zijn ze gebleven? Het is vandaag flink heet. Steeds is het pittig klimmen en dan weer een stuk als een speer naar beneden. Mijn fietsbenen hebben weinig zin meer in klimmen van 5 % of meer. Dus loop ik steeds stukken met de fiets aan de hand.
In Santiago de Compostela aangekomen vind ik snel een pension. Het is niet veel bijzonders, maar het is schoon.
In de folder van Soetens staat dat het bedrijf zaterdag en zondags gesloten is en op de andere dagen tot 20:00 uur open. Daarom ga ik na het douchen het eerste naar Soetens. Ik lever mijn fiets in en bijna alle verdere spullen.
Daarna ga ik in de rij voor het Santiago-compostolaat. Nu vraag ik in een souvenir -winkeltje waar hier een reisbureau is waar ik een vliegticket kan boeken. Het is niet ver maar de winkel is inmiddels net dicht. Ik weet nu waar het is en morgen ben ik de eerste.
Op een terras tref ik vier Brabanders, die ik ook al een paar keer tegengekomen was en later Mart en Geert. We drinken samen witte wijn. Wat later komt Frans uit Pijnacker langs, die zoekt het reisbureau. Hij wil een ticket voor dinsdag omdat hij zijn fiets maandag nog bij Soetens wil inleveren. We spreken af morgen elkaar om 9:30 uur bij het reisbureau te treffen. Samen eten we ergens op terras. Om 21:30 uur zeggen we elkaar gedag. Ik probeer naar huis te bellen maar krijg geen verbinding naar Nederland. Raar.
.
Vandaag 83 km gefietst. Dat maakt in totaal 1.857 km vanaf Chartres.
(25) Bloeiende heide
Fietsen naar Santiago. Dag 25, donderdag 28 mei 2009. Van Sarria naar Palas de Rei, 51 km
Gisteravond zat ik te eten naast een Nederlandse van de leeftijd van Bas. Ze was sinds kort werkloos en had het nodig om tot zich zelf te komen. Een vriendin had het haar aangeraden. Die was zelf vorig jaar naar Santiago gewandeld. Ze loopt bijna altijd alleen en dat wil ze ook graag. Ze heeft het prima naar haar zin tijdens de camino.
Vanmorgen doe ik weer luxe en neem een ontbijtje in een restaurant in het dorp. Zo kan ik lekker rustig op gang komen. Als ik klaar ben en mijn fiets van het slot haal komt Natasja, de jongedame van gisterenavond weer toevallig langs. Zij sliep in een andere albergue. Ze vraagt of het nog gezellig was in onze pelgrimsherberg. In mijn albergue was er ’s Avonds gratis drinken bij de open haard. Daar was het overigens niet druk. Ik zat daar met een Vlaams stel. In de albergue van Natasja lag iedereen al te slapen toen zij aankwam, na geïnternet te hebben, zei ze. Zij gaat weer aan de wandel en ik pak de fietsroute weer op. We wensen elkaar buon camino.
Vandaag toch weer wat geklim. Het is prima weer. Als ik van de heuvels af ga doe ik mijn jack aan, anders is het in de morgen nog fris.
In Portomarin bezoek ik dit stadje dat in 1962 is verplaatst in verband met de aanleg van een stuwmeer. Als ik aan een bakkie koffie zit, belt Joke om te zeggen dat ergens bij de post mijn tent is gestolen. Hij zat niet meer in het pakket dat bij Joke was afgeleverd door de post. Daarom was het pakket ook zo licht toen de postbode het afleverde.
Om half drie neem ik nog maar weer eens een cola in een dorpje waarvan ik de naam niet weet. Het is het eerste dorpje waardoor ik rijd sinds aardig wat kilometers. Er komt een Amerikaan binnen lopen met een rugzak op, die sprekend op Rob de Brie lijkt. Deze lookalike van Rob is ook onderweg per fiets samen met zijn vrouw.
Verderop fiets ik een stuk over een betrekkelijk smalle weg in een bosachtige omgeving. Er staat veel dopheide in bloei en ook van de gele bloemen aan struiken die je veel in de heidegebieden van het Gooi ziet. Ik kan even niet op de naam komen. Brem?
Een paar kilometers voor Palas de Rei is het de keuze om of op de drukke weg te rijden of het wandelpad van de camino te nemen. Ik kies voor de laatste optie. Het is wel hier een daar even rustig passeren, want de wandelaars hebben natuurlijk voorrang. Het is hun pad.
In Palas de Rei vind ik het welletjes. Het is inmiddels erg heet geworden. Ik kom langs de in maar 2007 officieel geopende albergue Palviljon de Peligrinos van Palas de Rei. Hier boek ik een bed voor 3 euro all in. Als ik aankom om ongeveer 16:00 uur ben ik de eerste fietser. Later zullen er nog meer fietsers binnenkomen. Nederlanders heb ik nu hier nog niet gezien. Er wordt hier weer veel Duits, Frans, Spaans en Italiaans gesproken.



(24) Drie op een rij
Fietsen naar Santiago. Dag 24, woensdag 27 mei 2009. Van Vega de Valcarce naar Sarria, 65 km
Cebreiro ligt op 1.310 m hoog. Het was weer een hele klim om hier te komen. Als het te stijl wordt, of als ik bekaf begin te worden, loop ik een stuk. Haast heb ik niet.
In Cebreiro kom ik langs mijn Finse slaapburen, vanuit de albergue van Vega de Valcarce, weer tegen. Eén van hen zegt mij dat hij bijna kapot is van de klim. Let wel: zij zijn te voet gekomen. Ik neem een broodje rauwe ham bij mijn koffie. Dit dorpje is helemaal opgeknapt en lijkt daarmee een beetje op Boertange in Oost-Groningen. Het ziet er wel gezellig uit. Als je rondkijkt zie je overal bergen. Er wordt een verband gelegd met de verborgen kraal. Da Vinci Code? Als ik toch nog even in het pré-romaanse kerkje uit de 9e eeuw ga kijken, komen daar net de twee Finnen eruit. Ik vraag of ze voor mij gebeden hebben. Ze begrijpen mijn Engels niet. Als ik dan vraag of ze voor alle zondaars gebeden hebben valt het muntje van 20 eurocent bij Fin nummer 2.
Nadat ik net ergens was gaan zitten voor weer een café con leche, zie ik een herder aankomen met een groep koeien en twee Duitse herdershonden daarbij. De koeien waren waarschijnlijk op een bergweitje en gingen nu naar de stal of naar een andere weide.
Na drie passen, Alto Cebreiro (1.310 m), Alto San Roque (1.270 m) en Alto de Poio (1.335 m) kan ik genieten van een heerlijke afdaling. Het is een heel stuk 7 %. Natuurlijk moet ik remmen, maar het wegdek is goed, de weg is rustig en behoorlijk overzichtelijk. Het zicht op de bergen onder een blauwe hemel is geweldig om te zien. Dat zie je op een foto niet terug. Langs de kant van de weg veel margrieten in bloei. Witte, niet die zogenaamde Spaanse die ze in Nederland bij tuincentra verkopen.
Het is 15:00 geweest als ik in Samos aan de cola zit. Naast mij zit een Spanjaard die z’n uiterste best doet een praatje met mij te maken. Dat lukt bijna niet. Sarria is een grotere plaats 12 km verderop. Dat lijkt me gezelliger, maar ik voel me best wel een beetje afgepeigerd. Toch ga ik na een pauze nog even door naar Sarria.
Vandaag 65 km. Vanaf Chartres totaal 1.720 km.



(23) Een dorpje in de bergen
S
Fietsen naar Santiago. Dag 23, dinsdag 26 mei 2009. Van Ponferrada naar Vega de Valcarce, 42 km
Vandaag neem ik een ontbijtje bij een speciaal ontbijtrestaurant in de binnenstad van Ponferrada. Daar vraag ik na afloop van mijn koffie met toast en jam naar de straten van de twee fietsenmakers die in het routeboek staan. De baas en een leverancier die toevallig aanwezig is verwijzen mij naar Bicyclettas Joly, een paar straten verder. Wel zeggen ze erbij dat hij waarschijnlijk pas om 9:00 uur open gaat. Het is nu ongeveer 8:45 uur. Dan ben ik daar de eerste klant.
Om precies 9:00 uur gaat de deur los. De fietsenmaker vervangt mijn remblokjes en haalt tevens de speling uit mijn stuur. Dat laatste kost de meeste tijd. Even voor tienen is de klus geklaard. Nog even langs de supermarkt aan de overkant en dan rustig vertrekken. Het is bewolkt en zonnig. Aardig weer, maar niet zo warm als ik inmiddels in Spanje gewend ben.
Ik heb vandaag niet van die goede benen, zoals bijvoorbeeld gisterenmorgen. Nu ben ik weer in een wijn- en groentegebied, de El Bierzostreek. Vandaag is het markt ijn Cacabelos. ik doe een rondje met de fiets aan de hand. Het zijn de gewone producten. De hele markt is niet veel groter dan die van ons dorp op maandag. Sommige kooplui vergapen zich aan de in hun ogen vreemde fiets voorzien van rode tassen.
Villafranca del Bierzo is een leuk stadje om even door te lopen – door te fietsen. Leuke straatjes en oude kerken en een burcht. De Santiagokerk uit 1186 ligt voor in het dorp. Onder de poort van de vergeving konden zieke of zwakke mensen dispensatie krijgen om het hele stuk naar Santiago af te leggen. Er zijn hier aardig wat pelgrimsgraven te zien.
Dat doet met denken aan een Nederlandse wandelpelgrim die ik vanmorgen tegenkwam. Ze zei tegen mij dat ze het niet meer leuk vindt, die wandeling naar Santiago. Ze is in Pamploma begonnen. Ik had beter het Pieterpad kunnen gaan lopen, zegt ze. Deze Nederlandse vrouw zag ik gisteren ook bij dat slechte weer in het bergdorpje na Cruz de Ferro.
Terug naar nu. Onderweg koop ik een pondje kersen. Op allerlei plekken verkopen ze die hier langs de weg. Ze zijn niet zo mooi groot als thuis bij AH. Maar ze smaken goed.
De route gaat over de vroegere hoofdweg. Hele stukken is het rustig, soms wat drukker met auto´s en trucks. De wandelcamino gaat voor een deel over een soort fietspad links van de weg. In die gevallen neem ik dat pad natuurlijk ook. Wel zo veilig. Bijna de hele tijd zie je de nieuwe snelweg op palen links of rechts langs de doorgaande weg.
Voordat de echte steile klimmen komen, strijk ik neer in de gemeentelijke refugio van Vega de Valcarce, een bergdorpje. Hier gebruiken ze nog de oude naam refugio in plaats van albergue. Dat is aan het gebouw ook wel te zien waarom. Aan het eind van de middag wordt het steeds warmer. Daarom doe ik ook maar even een wasje. Het moet wel snel droog worden bij dit weer.
Vandaag maar 42 km. Vanaf Chartres totaal 1.655 km.



(22) Cruz de Ferro
S
Fietsen naar Santiago. Dag 22, maandag 25 mei 2009. Van Astorga naar Ponferrade, 60 km.
Gisteravond hoorde ik van de Amerikaan in het restaurant dat er ook een andere (gemeente-)albergue in Astorga is. Die is goedkoper en beter. Oké. Je kunt niet alles hebben. In mijn alberge kan je ´s morgens een ontbijt nemen voor 3 euro. Lekker en natuurlijk gezellig. François Hummel van gisterenavond zit ook bij mij aan tafel. Verder praat ik met een Australiër die al tien jaar in Denemarken woont en in de ICT werkt bij een grote Deense bank. Een goed gespreksonderwerp is de ABN-Amro.
Na 15 km pik ik al weer een bakkie. Het wordt zwaar vandaag. Dus je moet rustig beginnen. Ik ben de eerste klant in El Ganso. De dames van het café nemen zelf ook maar een kopje koffie en nemen samen de nieuwtjes door. Ik versta er niets van. Dat zullen jullie begrijpen.
Voorbij Foncebada staan stalen palen langs de weg. Dit is om de weg te markeren als er ´s winters sneeuw ligt, zoals je ook in Oostenrijk wel ziet. Richting Cruz de Ferro regent het zo nu en dan. Vlak bij het ijzeren kruis is het even droog. Een Française neemt op mijn verzoek een foto van mij als ik de steentjes van Joke bij de voet van het kruis neerleg. Voorbij dit gedenkwaardige punt gaat de weg zo nu en dan nog stukjes betrekkelijk stijl omhoog, afgewisseld met afdalingen. In Marjarin is een soort refugio-café. Ik kijk even binnen. Het ziet er mij te harie-bombarie-religieus uit. Allemaal heiligenbeelden en kralenkettingen. Het spreekt mij niet aan. Ik ga door. Als het echt bergafwaarts gaat wordt het steeds slechter weer. Het regent en ik rij in de wolken. Mijn bril wordt nat en het zicht daarmee nog slechter. Ik voel me niet senang (in de wolken) hierbij. Ik gebruik veelvuldig de remmen.
Als het dorpje El Acebo er is, is hier gelukkig een restaurantje. Drijfnat ga ik, en met mij vele anderen, hier naar binnen. Het menu van de dag lijkt me wel een goed idee. De forel ligt met zijn kop op de rechterkant van de rand van het bord en de staart ligt links op de rand. Heerlijk! Pas na anderhalf uur ga ik hier weer naar buiten. Het wordt wat lichter.
De afdaling is erg spectaculair. Het wordt droog, hoewel mijn remblokjes het zwaar te verduren hebben.
In Ponferrada vind ik na wat vragen de albergue. Het staat naast een kerkje. De douches en wc´s zijn aan de achterkant van de kerk. Dat wordt dus vanavond en vannacht de lange broek aantrekken als ik even moet plassen.
Ponferrada is een betrekkelijk grote stad. In elk geval groter dan ik me had voorgesteld.
(21) Zondag in Noord-Spanje
S
Fietsen naar Santiago. Dag 21. Van León naar Astorga, 70 km
Wakker word ik van het getik van de regen. Het blijkt echter geen regen te zijn, maar het gekraak van de oude stapelbedden in de albergue van de broeders. Rond 6 uur zijn de eerste pelgrims bezig hun slaapzakken op te rollen. Nu ben ik een ochtendmens, maar het had van mij ook om 7 uur gemogen.
Ik merk dat het een sleur begint te worden als ook ik om 6:20 uur mijn slaapzak in zijn hoes doe en mijn tassen begin in te pakken. Ik realiseer me nu ik dit schrijf dat sleur een negatieve klank heeft. Laat ik het anders formuleren: Het begint een routine te worden. In León in de kloosteralbergue is er om 7:00 uur een ontbijt. Nu moet je daar niet al te veel van voorstellen, maar toch.
Het is vandaag geen stralend zonnige dag, maar het regent in elk geval niet daar waar ik fiets. Op vele plaatsen is de weg aardig nat van de regen, maar die is gevallen toen ik nog in León was, mag ik aannemen. In deze stad is een aantal straten alleen nat, omdat ze schoongespoeld zijn door de gemeentereiniging. De voetbalfans hebben wat rommel achtergelaten. Dit wordt vakkundig weggewerkt.
In Villar de Mazarife is het 9:30 uur en ik lust wel een bakkie. Bij het plaatselijke café staat op een bord: Aberto desde las 7 AM. Ik leg dat voor mezelf uit als dat ze vanaf 7 uur ´s morgens open zijn. Ik zie echter niemand en de deur zit op slot. Zondags zijn ze zeker niet zo matineus. Ik neem plaats op het mooie kleine dorpspleintje, doe me te goed aan een stuk pure chocolade dat ik nog in mijn tas heb en luister het geklepper van de plaatselijke ooievaars aan. Hoewel het bewolkt is staat de zon op mijn bol te schijnen. Wie doet me wat? Alleen een beetje rustig.
Hospital de Orbigo bereik ik via een beroemde brug over de Rio Orbigo. De brug is uniek door zijn lengte met 18 stenen bogen en onregelmatige vormgeving. Een wandelende pelgrim zet mij op m’n verzoek op de foto op de brug. Het is een leuk straatje voorbij de brug, maar verder is er niks te zien in het dorp.
Ik heb besloten om vandaag naar Astorga te gaan. Dat is nog juist voordat de beklimmingen weer gaan beginnen. Ergens is een nieuwe weg aangelegd en kloppen mijn gegevens niet meer. Een dienstbaar vrouwtje vertelt mij in het Spaans met wat Franse woorden erdoor hoe ik moet rijden. Aan de hand van de gebaren die daarbij worden gemaakt kom ik er wel uit.
Vijf km voor de stad neem ik nog een glas cola met een zakje chips voor de zoutaanvulling. Verdorrie wat is die reut zout. Ik bewaar de helft voor een andere keer. Een paar Denen zitten hier ook het terras die lopen nog even dat stukje naar de volgende stad.
In Astorga blijkt de albergue vlak bij de kathedraal in het centrum te zijn. Het is wel een oud gebouw en de bedden staan behoorlijk hutje mudje, maar daar merk je niets van als je slaapt. Overigens beste lezers heb ik tot op heden nog geen problemen gehad met snurkende medepelgrims. Ik hoor wel eens wat gezaag, maar ik trek me er niets van aan. Straks ga ik nog even de stad bekijken, als het tenminste niet regent. De lucht ziet er wel naar uit dat er een buitje zal kunnen komen.
’s Avonds gegeten met een Fransman. Het gesprek gaat niet makkelijk. Ik spreek geen goed Frans en hij nog minder Engels. Maandag gaat hij weer naar huis. Dan zit zijn caminio erop. Ook raak ik in het restaurant nog in gesprek met een Amerikaan die stukjes van de camino doet, afgewisseld met stukken met de trein. Zijn vrouw en dochter pikken hem op in Santiago. Vandaar gaan ze nog even met het vliegtuig naar Venetië.
70 km. Vanaf Chartres 1.554 km



(20) Ooievaars
S
Fietsen naar Santiago. Dag 20, zaterdag 23 mei 2009. Van Sahagun naar León, 67 km
Gisteren en eergisteren zag ik in bijna ieder dorp ooievaars op nesten op de plaatselijke kerk en andere hoge gebouwen. Ook vandaag zal ik er nog vele zien. Het gebied na Sahagun is uitgestrekt. In het verleden dienden de pelgrims hier op te passen voor wolven. De fietsende pelgrims hebben vandaag de wind mee.
Het is of in deze regionen de tijd is blijven stil staan. In 1993 zijn platanenboompjes gepland langs het caminowandelpad, dat langs de gewone weg loopt. Ze zijn nog niet erg groot. Hier op deze weg kom je bijna geen auto’s tegen.
Om kwart voor elf zit ik voor de tweede keer aan de koffie. Nu in Reliegos. De muren van het café zijn volgekladderd met teksten. Achter de bar door de eigenaar, neem ik aan. Verder door de gasten/pelgrims. Veel Spaans, Duits en Nederlands. Er staat traditionele Spaanse muziek op. Natuurlijk staat de tv ook aan, maar zonder geluid, als een soort schemerlamp in de hoek van de zaak. De wc is in het schuurtje.
Na een kleine 40 km kom ik in een dorp met winkels. Dat is in Marsilla de los Mulas. Hier koop ik brood voor mijn lunch voor onderweg.
Verderop staat een Vlaamse foto’s te nemen van klaprozen. Ik rijd met haar op naar León. Ze werkte bij een fotocentrale waar veel kiekjes uit Nederland worden afgedrukt. Ook Extrafilm is een onderdeel van dit bedrijf. Omdat het nu minder gaat in die branche, zit ze inmiddels zonder werk en heeft de tijd om fietstochten te maken. Ze zegt nog bijna geen Nederlands te hebben gesproken tijdens haar camino. alleen maar Frans en Spaans. Ze heeft meestal het voetpad genomen, hoewel ze ook hetzelfde routeboek als ik bij zich heeft.
Als we in León komen zien we dat er veel te doen is. Er zijn ook veel voetbalfans in de stad. Ze zingen en dansen. Er wordt op straat van alles en nog wat te koop aangeboden en veel mensen drinken op straat bij de cafés. Het is nu ongeveer 20 graden C. , heel wat minder dan gisteren rond deze tijd.
Door een broeder in T-shirt wordt ik ingeschreven in een Benedictijner klooster, dat als albergue dient. Dit is in de binnenstad. Als ik later weer richting de kathedraal wandel, zijn er nog steeds veel voetbalfans van Cijon, die steeds luidruchtiger worden. De kathedraal is net als die van Burgos gotisch (ja Tineke), zoals je in Frankrijk tegenkomt, bijvoorbeeld in Chartres en Tours. Ik loop een rondje door de kerk. Hij is erg groot,.
Joke zegt door de telefoon dat het morgen erg slecht weer zal worden in deze regionen. Er zitten nu al donkere wolken in de lucht. Het is daarom niet uitgesloten dat er straks al een fikse bui zal vallen.
s Avonds gegeten in een restaurantje vlak bij de albergue. Hier hoef je niet te wachten tot 20:00 uur voor het avondeten. Het is niet groot en er zijn geen lege tafels, zodat ik aanschuif aan een tafeltje waar twee Italianen zitten, die ik vaag ken van de albergue. Die zijn bijna klaar met eten en ze hebben nog een halve fles rode wijn over. Die schenken ze me. Ik vertel hen nog even over mijn fietstocht van vorig jaar van Bregenz naar Florence. Dan ben je zeker ook via Verona gekomen, zegt de ene. Daar woon ik vlak bij.
Vandaag 67 km- Vanaf Chartres 1.484 km.



(19) Erg warm weer
S
Fietsen naar Santiago. Dag 19, vrijdag 22 mei 2009. Van Castrojeriz naar Sahagun, 95 km
Vanmorgen worden we gewekt met Gregoriaanse muziek. Gisteren was het nog een modern pelgrimslied. Aan het begin van de dag gaat de weg over een paar oude boogbruggen. Er is veel riet en de vogels en kikkers maken al veel geluid. De zon komt al vroeg door.
Het dorp Bodilla heeft een rechtelijke zuil voor de kerk staan. Hier werden misdadigers als deel van hun straf te kijk gezet voor de burgers. Ik ga voor een koffie met een bocadilla (belegd broodje) naar een dorpscafé met een mooie binnentuin. De ober kan een beetje Nederlands praten en ziet meteen dat ik een Hollander ben. Ik vraag hem later waar hij was in Nederland. Hij zegt Madurodam. Ik maak een beweging met me hand 10 cm van de grond. Hij zegt: Het was Haarlem. Van Lisse heeft hij nooit gehoord.
Verderop kom ik weer eens twee Brabantse fietsers tegen. Deze keer mannen uit Uden. Ze hebben de alleen rijdende man uit Oirschot met de witte handdoek om de nek ook een paar keer gezien en gesproken. Zij zagen onderweg vandaag een roedel wilde honden. De ene man had zijn mes al gereed. Toen er een auto kwam aanrijden gingen de honden er van door.
Carrion de los Condes is een mooie plaats. Het is net lunchpauze en bijna alle terrassen zitten vol met eters. Ik heb nu geen zin in een menu van de dag. Daarom eet ik broodjes op een bankje bij de kerk. Een non wenst me op zijn Spaans smakelijk eten. Een stel uit Den Haag spreekt me aan. Zij maken een treinreis door het Spaanse noorden. Zij begonnen in Santiago en stoppen hier en daar bij mooie steden.
Als ik een bakkie ga don in een bar kom ik nog een andere Brabander tegen. Deze fietst van Santiago naar huis. Hij had de eerste dagen erg slecht weer. Veel regen. Hij slaapt in hostels (goedkope hotels) en verzamelt geen stempels.
Vanuit Carrison de los Condes is er over een lengte van 40 km geen eten en drinken te kopen. Daarom sla ik uitgebreid in. Ik rij nu weer op de N120. Deze is hier erg rustig omdat een stuk verderop een snelweg dezelfde richting opgaat. Onderweg kom ik een schaapsherder tegen met 150 schapen en twee honden.
Het is erg heet. Zolang ik blijf fietsen heb ik er niet veel last van. Pas als ik in Sahagun voor de pelgrimsherberg sta wordt ik bijna overmeesterd door de hitte. Binnen is het lekker koel. Ze hebben hier nog een plekkie voor me. Ik vind zelfs een beneden-bed, de laatste. ’s Avonds op een terras raak ik in gesprek met vier Brabanders. Op de foto Franck van Boekel en zijn vrouw Resi.