Home » 2010 » juli » 25

Dagelijks archief: 25/07/2010

(9) Sluizen

S
S
Dag 9. Op de fiets naar Mâcon, zaterdag 24 juli 2010, van Toul naar Nancy, 58 km. Tot en met vandaag 610 km. 

Hoera het is  droog buiten. Na een heerlijk ontbijtje, koffie met een paar stukken doorgesneden stokbrood met jam en een glas jus d′orange, ga ik eerst naar de bakker voor mijn proviand voor onderweg. De bakker zit op een andere hoek van hetzelfde pleintje, waar Hotel Centraal staat.

De dame die mij te woord staat bij de bakker kan ook Nederlands spreken. Ze is acht jaar met een Nederlander getrouwd geweest en woonde in de Spoorbuurt in Alkmaar. Ze zag aan mijn ING-pasje in mijn portemonnee dat ik Nederlander ben. Ongetwijfeld hoorde ze aan mijn accent dat ik geen Fransman ben.

Het is weekend. Er zijn weer aardig wat iets oudere mannen onderweg op racefietsen. Van Toul voert mijn koers eerst naar het oosten langs de Moesel, voor een deel over vrijliggende fietspadden en deels over landwegen en door dorpen. Ik maak een omweg naar het noorden richting Nancy. Nancy moet je gezien hebben! Eerst is een kruispunt van sluizen, daarna ga ik verder langs een verbindingskanaal (canal de jonction). In dit kanaal zitten heel veel sluizen, die geen naam hebben maar een nummer. Dat zie je in Nederland ook weleens.

Bijna aan het eind van het verbindingskanaal kom ik een gezin uit Texel tegen. Die zijn onderweg op de route naar Venetië van dezelfde schrijver als mijn boekwerkje. Zij gaan ergens tot in Zwitserland. Ze hebben nog niet precies besloten.

Nancy is een grote stad. Eerst kom je door verschillende voorsteden, waar onder meer veel flats staan met veel mensen van buitenlandse oorsprong. Aan de rand van de stad staat dat voor de VVV en het Stanislasplein je de bordjes Stadshart moet volgen. Dat doe ik. Het is nog een heel stuk om bij het bekende plein met veel bladgoud aan te komen. Het ziet er bijzonder uit en er zijn erg veel toeristen. Na wat rondgekeken te hebben besluit ik de JH in een voorstad van Nancy op te zoeken en wellicht vanavond nog even met de bus naar de stad te gaan.

De receptie van de jeugdherberg is nog niet open. Gelukkig liet iemand me binnen en daarom kan ik mijn verhaal op de netbook bijwerken. Als de receptie om half zes open gaat verteld de dame van de JH dat er vanavond een bruiloft wordt gevierd. Er is eventueel maar één slaapzaal maar die is boven de feestzaal. Richard, een Nieuw-Zeelander, en ik kiezen er toch voor het risico van wat lawaai te nemen. Behalve enkele bruiloftsgasten zijn wij de enige slapers hier.

We besluiten samen een restaurantje op te gaan zoeken. De JH is in een kasteel en ligt op een heuvel. Dus moeten we sowieso de heuvel af. We vinden een Chinees restaurant. Richard werkt voor een dienst van het ministerie van Sociale Zaken en in zijn vrije tijd op een zuivelbedrijf dat hij samen met zijn broer heeft. Zijn vrouw is ook door Europa aan het toeren, maar dan per trein en per auto en wel met zijn schoonmoeder. Hij is een maand op pad (Duitsland, Luxemburg en Frankrijk) en tussendoor gaat hij een week naar Parijs , met een auto, samen met zijn vrouw en haar moeder.

De herrie van de bruiloft valt alles mee, hoewel er een grote groep van net geklede personen aan deelneemt.

(8) Nat

S

Dag 8. Op de fiets naar Mâcon, vrijdag 23 juli 2010. Van St. Mihiel naar Toul, 56 km. Tot en met vandaag 552 km.

Gisteravond, meer dan een uur later dan ik, arriveerde een jong stel in de jeugdherberg. Zij hadden vanuit Nederland alleen nog op campings geslapen. Ze waren behoorlijk nat geregend. Ze kozen voor de nis op de grote slaapzaal op de zolderverdieping van de JH. Ze maakten een behoorlijke uitstalling van de reut die ze moesten laten drogen.

Vanmorgen vertrek ik ongeveer dezelfde tijd als het jonge stel. De meisjes uit Drenthe tekenen nog een nacht bij in verband met problemen aan de knieën van één van hen.

Rond het middaguur kom ik in een onweersbui terecht. Een plaats om te schuilen is er niet. Ik ben nu in een bos in de ‘middle of nowehere’,tussen Roulecourt en Boucq.  ‘schuil’ ik tussen de bomen. Als het weer lichter wordt en de bui is opgehouden stap ik weer op de fiets. Lekker nat, ik druip. En dat allemaal vrijwillig.

In Boucq eet ik de chocoladebroodjes op die ik vanmorgen kocht bij de bakker in St. Mihiel. Daar komt ineens het jonge stel (van de JH) voorbij. Ik vraag of zijn niet nat geregend zijn. Nee dus. Zij konden ergens schuilen. Bofkonten.

Ik fiets een stuk door een mooi landschap zonder regen. Mijn kleren beginnen droog te worden. Het is verder nogal rustig met (vakantie)fietsers. Zeven km vóór Toul is een schuilhuisje naast de weg.

 

De lucht is op dat moment inmiddels weer pikzwart. Daarom besluit ik hier maar even te wachten. Een Nederlands stel op een tandem roept me toe dat zij het gaan proberen om de stad tijdig vóór de bui te halen. Ik weet zeker dat ze dat niet gelukt is. Vijf minuten later komt er onweersbui naar beneden, gevolgd door 10 minuten droogte en daarna weer een zo′n bui.

In Toul, een stad aan de Moezel, zegt de mevrouw van de VVV dat ik gewoon Nederlands kan praten. Zij is een Nederlandse. Ik krijg een kamer in hotel Centraal, de fiets mag daar ook in de gang staan. Nelleke, zo heet de dame, vertelt dat er vanavond een show van muziek, water en licht is in de kloostertuin bij de kerk. De geschiedenis van de stad wordt uitgebeeld.

Het wordt tijd voor een wasje. Er komt echter geen warm water uit de kraan van het fonteintje. Gek, bij het douchen had ik wel water. Ik zie onder de wasbak twee leidingen lopen, dus een koude en een warme. Het afsluitkraantje in de warmwaterleiding is dichtgedraaid. Een klein kunstje om hem open te draaien.