S
S
Dag 9. Op de fiets naar Mâcon, zaterdag 24 juli 2010, van Toul naar Nancy, 58 km. Tot en met vandaag 610 km.
Hoera het is droog buiten. Na een heerlijk ontbijtje, koffie met een paar stukken doorgesneden stokbrood met jam en een glas jus d′orange, ga ik eerst naar de bakker voor mijn proviand voor onderweg. De bakker zit op een andere hoek van hetzelfde pleintje, waar Hotel Centraal staat.
De dame die mij te woord staat bij de bakker kan ook Nederlands spreken. Ze is acht jaar met een Nederlander getrouwd geweest en woonde in de Spoorbuurt in Alkmaar. Ze zag aan mijn ING-pasje in mijn portemonnee dat ik Nederlander ben. Ongetwijfeld hoorde ze aan mijn accent dat ik geen Fransman ben.
Het is weekend. Er zijn weer aardig wat iets oudere mannen onderweg op racefietsen. Van Toul voert mijn koers eerst naar het oosten langs de Moesel, voor een deel over vrijliggende fietspadden en deels over landwegen en door dorpen. Ik maak een omweg naar het noorden richting Nancy. Nancy moet je gezien hebben! Eerst is een kruispunt van sluizen, daarna ga ik verder langs een verbindingskanaal (canal de jonction). In dit kanaal zitten heel veel sluizen, die geen naam hebben maar een nummer. Dat zie je in Nederland ook weleens.
Bijna aan het eind van het verbindingskanaal kom ik een gezin uit Texel tegen. Die zijn onderweg op de route naar Venetië van dezelfde schrijver als mijn boekwerkje. Zij gaan ergens tot in Zwitserland. Ze hebben nog niet precies besloten.
Nancy is een grote stad. Eerst kom je door verschillende voorsteden, waar onder meer veel flats staan met veel mensen van buitenlandse oorsprong. Aan de rand van de stad staat dat voor de VVV en het Stanislasplein je de bordjes Stadshart moet volgen. Dat doe ik. Het is nog een heel stuk om bij het bekende plein met veel bladgoud aan te komen. Het ziet er bijzonder uit en er zijn erg veel toeristen. Na wat rondgekeken te hebben besluit ik de JH in een voorstad van Nancy op te zoeken en wellicht vanavond nog even met de bus naar de stad te gaan.
De receptie van de jeugdherberg is nog niet open. Gelukkig liet iemand me binnen en daarom kan ik mijn verhaal op de netbook bijwerken. Als de receptie om half zes open gaat verteld de dame van de JH dat er vanavond een bruiloft wordt gevierd. Er is eventueel maar één slaapzaal maar die is boven de feestzaal. Richard, een Nieuw-Zeelander, en ik kiezen er toch voor het risico van wat lawaai te nemen. Behalve enkele bruiloftsgasten zijn wij de enige slapers hier.
We besluiten samen een restaurantje op te gaan zoeken. De JH is in een kasteel en ligt op een heuvel. Dus moeten we sowieso de heuvel af. We vinden een Chinees restaurant. Richard werkt voor een dienst van het ministerie van Sociale Zaken en in zijn vrije tijd op een zuivelbedrijf dat hij samen met zijn broer heeft. Zijn vrouw is ook door Europa aan het toeren, maar dan per trein en per auto en wel met zijn schoonmoeder. Hij is een maand op pad (Duitsland, Luxemburg en Frankrijk) en tussendoor gaat hij een week naar Parijs , met een auto, samen met zijn vrouw en haar moeder.
De herrie van de bruiloft valt alles mee, hoewel er een grote groep van net geklede personen aan deelneemt.