S
Donderdag 28 april 2011
La France 2011, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 1, van St. Jean-Pied-de-Port naar Mauléon, 41 km.
De meeste dorpen en steden hebben hier twee namen, een Franse en een Baskische. Op sommige plaatsen zijn de Franstalige namen met verf doorgehaald.
Tegenover de kathedraal van Bayonne zit ik in een flauw zonnetje aan een café au lait. Toen ik vanmorgen het treinschema voor vandaag nog eens doornam, zag ik dat ik in Bayonne tweeënhalf uur overstaptijd heb. Daarom heb ik de tijd om het centrum van deze stad te bekijken. Om half tien stond ik tegenover het station in bar Monte Carlo samen met twee Italianen aan de koffie. Deze zijn per trein onderweg naar St. Jean-Pied-de-Port om vandaar naar Santiago te gaan lopen. Ze spreken geen Frans en één van hen spreekt een paar woorden Engels. Het lukt toch te communiceren met elkaar. Ze gaan nu weer hun eigen gangetje en ik ook.
St. Jean-Pied-de-Port
Als ik weer terug ben bij het station zie ik veel mensen met rugtassen en wandelschoenen. Ze komen uit verschillende landen, maar de meesten komen uit Italië. Met een Mexicaan en nog wat andere Italianen die Engels kunnen spreken maak ik een praatje. Tijdens mijn laatste stukje treinreis onderweg naar mijn startplaats zit ik gezellig te kletsen met een Fransman die samen met zijn vrouw en twee zonen van middelbareschoolleeftijd vandaag een treinreisje maakt. Hij komt uit de buurt van Straatsburg en gaat een paar keer per jaar naar Baskenland. Zijn overgrootvader woonde daar een aantal jaren, nadat hij gevlucht was voor de oorlog tussen Duitsers en Fransen in de Elzas.
In St. Jean kom ik de twee Italianen van vanmorgen weer tegen. We wensen elkaar een goede reis/buen camino. Bij de Nederlandse pelgrimsherberg, l′Esprit du Chémin, krijg ik geen stempel. Hun beleid is dat ze alleen een stempel zetten bij hun eigen gasten. Ik hoor dat deze herberg bijna iedere dag al is bezet met vooraf geboekte klanten.
Even voorbij St. Jean kleed ik me om en hijs me in fietsbroek en fietsshirt. Ook zet ik mijn helm op en doe een signaalhesje aan. Het is hier een D-weg en redelijk druk.
Later zit ik op een rustigere weg en moet een paar kilometers wandelen naar de Col d′Osquich. Dat is op ongeveer 500 m hoogte. Eerst zat ik op 200 m. Het hotel op de hoogste punt is nog gesloten. Op het visitekaartje staat dat ze open zijn vanaf Pasen. Dat geldt waarschijnlijk niet voor dit jaar. Wel kan ik hier wat drinken.
In Mauléon blijf ik steken bij een leuk hotel-restaurant. Het is inmiddels 18:30 uur. In verslagen van fietsvakanties vind je doorgaans veel info over eten, drinken en slapen. Ik zal me proberen te beperken. Het eten is hier prima.