Home » 2011 La France

Categorie archief: 2011 La France

[24] Abdij

S

Zaterdag 21 mei 2011

La France, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 23, van Polleur (B) naar Maastricht, 65 km. Tot en met vandaag 1.682 km

Als ik me installeer in de eetzaal vraagt de mevrouw van het hotel. ‘Wilt u er een eitje bij?’  Dat wil ik wel. Even later komt ze met een zeer kort gebakken eitje op een schoteltje aanzetten. Ik eet het wel op maar had een gekookt ei verwacht. Verder een prima ontbijt tussen Franse automannen en -vrouwen die dit weekend gaan racen of erbij zijn in Francorchamps.

Limbourg is de eerste grote plaats waar ik door heen kom. Ik besteed er niet veel aandacht aan. Alleen kan ik niet overal de GPS-track volgen in verband met eenrichtingstraten, maar dat wijst meestal zichzelf wel.

‘Clermont is het bezoeken waard’,  zegt de schrijver van het routeboekje. Ik wil daar best even op het terras zitten tegenover de indrukwekkende kerk, maar het terras is om 10:50 uur niet open en het ziet er ook niet naar uit dat het tien minuten later wel open zal gaan. Vier Katwijkse fietspelgrims, vandaag aangekomen in België, komen tot dezelfde conclusie. Ik ga weer door.

Toevallig kom ik later terecht bij de Abdij de Val-Dieu. Daar zou je zo voorbij rijden. Er hangen geen vlaggen of andere opzichtige aanduidingen. Het is een prima plek om even op te steken. De terrassen zijn gezellig. Er zitten allerlei Nederlanders, Belgen en Duitsers die op deze zonnige dag een stukje aan het rijden zijn met auto, motor, racefiets of fiets. Met een docent van Hogeschool Zuyd en zijn dochter heb ik een gezellig gesprek.

Bij Neufchâteau neem ik een iets andere route dan in het boekje vermeld. Het is niet ver meer naar Nederland. Net in ons eigen land zie ik het Withoes. Daar startten Bert en ik jaren geleden het Fietserpad, de fietsvariant van het Pieterpad.

In Maastricht fiets ik onder meer langs het Gouvernement en het Bonifantenmuseum. Ik kom uit bij de middeleeuwse brug over de Maas. Daar ben ik bijna bij het station Maastricht.

In verband met baanonderhoud mag ik van Sittard naar Weert van de Spoorwegen met de bus. Gelukkig kan de fiets ook mee op zijn zij onderin die bus.

Rond 18:00 uur ben ik weer thuis. Het was weer een mooie fietstocht met over het algemeen best weer.

[23] Spa Blauw

S

Vrijdag 20 mei 2011

La France, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 23, van Cherain (B) naar Polleur (B), 67 km. Tot en met vandaag 1.617 km

In Bastogne hebben ze een tank in het centrum staan. Hier in Cherain hebben ze een stuk geschut staan in het parkje ter ere van de omgekomen jongemannen in de eerste en tweede wereldoorlog. Een boom in dit parkje is om een muurtje heen gegroeid.

In Lierneux drink ik koffie in Café des Sports samen met vier Santiago-fietsers uit de gemeente Oost-Gelre (Groenlo). Eén van deze vier mensen kent mijn weblog, omdat ze dikwijls googelt naar reisverslagen op internet. Ze vindt het leuk om Dick Walraven nu eens in het echt te zien.

De tocht gaat vandaag grotendeels door een mooie bosrijke omgeving door het dal van het riviertje de Lienne. Het beekje stroomt dan eens links en dan eens rechts langs de weg. De ene keer wat dichterbij dan de andere keer.

Mijn middagpauze neem ik vandaag in Chevron. Het is niet druk, alleen de bazin en haar dochter zitten op het terras te eten als ik aankom. Het is voor hun het sein om wat te gaan doen. De vrouw maakt een tosti klaar en haar dochter zorgt voor een café filtre. Ik wist niet dat die dingen nog bestaan in België. Het is een gewoon steen kopje met daarbovenop een plastic bakje, waarin een filtertje met daarop gemalen koffie.

Er staat vandaag wel een bult op het programma en wel die van Stoumont. Als ik over het hoogste punt heen ben kom ik in La Reid. In dit dorp is een watertap geïnstalleerd op het pleintje bij de VVV. Er is een bordje aan bevestigd met woorden die aangeven dat het drinkbaar water is wat hieruit komt. Er is een kleine uitdaging. Er is nergens een knop of sensor te vinden, waardoor de tap water gaat geven. Ik kijk nog eens goed om me heen en zie dat er ook een kruidenierswinkeltje is in dit dorp. Ik voel aan de deur. Ja, hij is open. Ik koop een anderhalve literfles bronwater. Ze hebben hier maar één merk, namelijk Spa. We zitten hier op ongeveer vijf kilometer van het dorp Spa. Dus zo vreemd is dat niet. Het probleem voor mij is dat de Spa-fles iets te lang is en daarom niet in mijn flessendrager past. Dan maar ergens in een tas gepropt.

De laatste kilometers naar mijn hotel in Polleur, fiets ik samen op met een jongeman op een racefiets. Hij is van hier en zoekt wat gezelligheid, denk ik. Hij vertelt dat hij in het weekend naar de Porche-races gaat kijken in Francochamps; dat is hier ook vlakbij.

Polleur ligt in het dal van de Hoegne. Hoog over dit dal heen gaat snelweg A27/E42 van Verviers naar Trier. Het lijkt wel of we hier in Oostenrijk zijn. Er loopt een langeafstand pad door het dorp. Na het avondeten loop ik een stukje van die route en kom langs de historische brug over de Hoegne.

[22] Kettinghonden

S

Donderdag 19 mei 2011

La France 2011, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 22 van Léglise (B) naar Cherain (B), 70 km. Tot en met vandaag 1.550 km

Om half acht haal ik warm brood bij de bakker op de hoek. Vandaag geen stokbroden in de bakkerswinkel maar brood dat in sneetjes wordt gemaakt met een broodsnijmachine, zoals je die ook in Nederland ziet.

Bordje en bestek leen ik van het zomerhuisje en een rondje Franse kaas heb ik nog in mijn tas. Koffie kan ik zetten met het aanwezig koffiezetapparaat. Dat doe ik ook. Na de afwas worden de tassen weer aan mijn fiets gehangen. Daar gaat hij weer. Die hij ben ik.

Ik merk dat ik in Zuid-Frankrijk meer ervaring heb opgedaan met het fietsen tegen hellingen op. Al met al gaat er meer tijd in je kilometers zitten, ondanks dat je neerwaarts soms als een speer gaat.

Net als in Frankrijk zeg ik de mensen aan de kant van de weg netjes goedemorgen (in het Frans). In Frankrijk kreeg je bijna altijd spontaan ‘bonjour’ terug. Hier zijn de mensen wat stuurser. Soms zeggen ze niks terug en soms moeten ze eerst even nadenken voordat ze ook goedemorgen terugzeggen.

Het landschap bestaat vandaag vooral uit kleinschalige landbouwbedrijven, boerendorpjes en niet al te grote bossen, hier en daar met kabbelende riviertjes. Ook kom ik een kerstbomenkwekerij tegen, of iets wat erop lijkt.

Daar waar in Frankrijk de mensen de honden doorgaans achter gaas hadden, liggen ze hier aan kettingen of touwen. Ze rennen een stuk naar voren totdat de ketting het niet verder toelaat. Ze zien er dikwijls nogal vals uit. De dorpjes ogen vandaag minder armoedig dan doorgaans in Frankrijk op het platteland en gisteren zuidelijker in Wallonië. Ook worden er hier en daar nog nieuwe huizen gebouwd.

Bastogne (Bastenaken in het Nederlands) ken ik vooral van de koeken en van de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik. In Bastogne staat een Amerikaanse tank in het centrum van de stad opgesteld ter herinnering aan het Ardennenoffensief van december 1944. De stad werd toen grotendeels verwoest.

Ten noorden van Bastogne kom ik langs een bedrijf dat split maakt van grote brokken steen. Dat is dat grind met die scherpe kantjes. Het is hier wat stoffig.

Vandaag kom ik weer twee Santiago-gangers op de fiets tegen, deze keer twee dames. De ene komt uit Gilze de andere uit Twente. Ze hebben elkaar leren kennen via de Zoekertjes van santiago.nl. De dame uit Gilze is verder dan die uit Twente. Dit komt met name omdat ze onenigheid hebben over de te volgen route. Ik kan ze uit de brand helpen wat betreft de route. Ik bemoei me verder niet met hun onderling gekibbel.

Het gebied voor Cherain voert langs de Ourthe. Op veel stukken ziet het er mooi uit, dan is er weer een camping met sleurhutten die de oevers van het riviertje ontsiert. Twee kilometer voor Cherain gaat het regenen. Hotel Les Écoliers, een voormalige school en gemeentehuis, wordt gerund door een Nederlander, die afkomstig is van de Utrechtse Heuvelrug. Eerder had hij een hotel in Frankrijk.

 

[21] Taboe

S

Woensdag 18 mei 2011

La France, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 21 van Montmédy naar Léglise (B), 56 km. Tot en met vandaag 1.480 km. 

In Avioth, het laatste dorp van enige betekenis op mijn route in Frankrijk, komt Jean uit Zuid Limburg me tegemoet rijden. Je snapt het al. Ook hij is onderweg naar Santiago. We maken een praatje en wisselen weblogadressen uit. Hij zoekt nog een bakker in dit dorp. Ik heb goed nieuws en slecht nieuws voor hem. Het goede nieuws is dat er een bakker in het dorp is, het slechte nieuws is dat de bakker op woensdag gesloten is. Deze informatie had ik vijf minuten daarvoor verkregen van een dorpeling.

Dit is een abdij van de Cisterciënzers, de kloosterorde die veel deed voor de middeleeuwse pelgrims. Nu hebben ze een bierfabriek. Na Orval (België) heb ik geen jack meer aan. Het wordt na elf uur steeds zonniger. Bij een dorp waarvan ik de naam vergeten ben, zit ik aan een koel blikje cola. Deze komt uit een frisdrankautomaat van een kruidenierswinkel, die op dit moment middagpauze heeft of de hele middag gesloten is. Mijn zonnebril heb ik weer op en ik smeer m’n armen en benen maar eens in met factor 20. Mijn kuiten beginnen een beetje te schilferen. Die smeerde ik nooit in. Nu wel.

Bij Hostellerie d’Orval  ga ik aan de koffie. Op zijn Frans bestel ik een ‘un grand café’. De dame antwoordt me ‘un café’. Ik vat hem. In België krijg je een naar Nederlandse maatstaven normale kop koffie als je ’n koffie bestelt en geen espressokopje. Aan de hemel zijn schapenwolken te zien. De zon heeft er weinig last van. Twee Nederlands sprekende Belgische dames zitten aan het Orval bier. Ik houd het toch maar bij koffie.

Als de hellingen te stijl worden loop ik een stukje met mijn fiets aan de hand. Helemaal geen straf. Omdat ik zoiets zelden in weblogverslagen van anderen lees of dit hoor van fietsers die onderweg zijn, doorbreek ik hierbij een taboe.

In Léglise plande ik te overnachten bij een B&B dat in het boekje staat. De mevrouw van het postkantoor weet precies uit te duiden waar ik moet zijn. Het is het huis van de huisdokter en zijn vrouw. Er is een probleem. De vader van de vrouw des huizes is ernstig ziek en zijn dochter zal vannacht bij hem blijven. De dokter zelf beweegt zich voort in een rolstoel. Hij adviseert mij het te proberen bij de gîte rural (zomerhuis) een klein stukje verderop. Soms verhuren ze weleens een kamer aan een passant, als het zomerhuis toch leeg staat. Na ampele overwegingen ben ik daar welkom voor een nacht.

Voor het avondeten verwijst de mevrouw van de gîte me naar de friteszaak die vlak bij de grote weg moet staan. Voor het ontbijt kan ik morgenochtend naar de bakker hier om de hoek. Zij zal nog op één oor liggen als ik morgen om 8.00 uur ga vertrekken. Wel krijg ik van haar een pak koffie, een doosje groene thee, een pak melk en suikerklonten voor bij m’n avondmaal en bij het ontbijt.

[20] WW 1

S

Dinsdag 17 mei 2011

La France 2011, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 20 van Varennes-en-Argonne naar Montmédy, 64 km. Tot en met vandaag 1.424  km.

Gisterenavond was er in het ‘gesloten’ hotel een goede maaltijd voor ons georganiseerd door de leiding van het hotel. Het was gezellig met Ineke en Ron. Meer gasten dan wij drieën waren er niet.

Het hotel van Varennes heeft geen sterren maar wel een zekere ouderwetse allure. De eigenaresse van het hotel verzamelt antieke poppen. In het restaurant staat een vitrine vol van die dingen. Op mijn kamer staat ook een exemplaar.

Theo uit Gemert komt vanaf de andere kant aanfietsen. Hij volgt de route van ‘Langs oude wegen’. In Orleon of Lourdes stapt hij over op de Karpatenroute naar de Middellandse Zee om vandaar de Groene weg terug naar Nederland te nemen. Eerder ging hij al op de fiets naar Santiago en ook een keer naar Rome heen en terug. Je hebt sportieve mensen en erg sportieve types. Hij zegt tegen mij: ‘Je kent Gemert toch wel?’ Ik zeg ‘Ja, ik deed daar ooit mee aan een hardloopfestijn voor gemeenteambtenaren. Theo zegt dat hij in 1993 in de organisatie van dat gebeuren zat. Ik vergat te zeggen dat het volgend jaar in Heemskerk wordt gehouden. Maar dat zal hij wel weten.

Vanaf een afstand zie ik Martine aankomen. Ineke en Ron hadden me verteld dat ze onderweg was vanuit Dun. Ze is te herkennen aan haar signaaljack. Martine komt uit Leiderdorp en gaat naar Santiago. Ze kampeert zoveel mogelijk. In Dun ging ze naar een B&B. Ze kon daar haar was laten doen. Ze wil haar tent vanavond opzetten bij een boer. Ze gaat namelijk een gebied zonder voorzieningen tegemoet.

Hier waar ik vandaag fiets zijn verschillende begraafplaatsen van oorlogsslachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog. In Argonne sneuvelden in zes weken 16.000 soldaten. Ik kan me niet voorstellen dat zoiets zinvol geweld was.

In Dun-sur-Meuse neem ik een middagbreak in een eenvoudig café waarin alleen plaatselijke mannen komen. Eén man staat buiten op het terras tussen het lokaal en de Maas te roken. Het is hier absoluut verboden te roken. Op een sticker tegen roken op de deur staat een gasmasker getekend.

Voorbij Dun gaat de route over rustige wegen langs en door mooie dorpjes, langs kleinschalige akkers en door jonggroene bossen. In Murvaux en omgeving heeft de mobiele telefoon geen bereik.

De route in het boekje gaat om de stad Montmédy heen. Ik moet even zoeken om de goede weg voor fietsers naar de stad te vinden. Ik kom halverwege de puist naar de citadel terecht en mag nog even omlaag rijden. Hier was ik vorig jaar zomer ook. Veel dingen komen me bekend voor. Ik kampeerde toen boven bij de Citadel. Montmédy centrum is geen mooie stad ondanks de mooie verhaaltjes in het boekje. Er zijn twee hoofdstraten beide met eenrichtingsverkeer en twee niet spannende pleinen. Het mooie zit in het gezicht daar naar boven naar de citadel en die kerk erbij. ’s Avonds als ik ga eten zie ik een minivliegtuigje, een brommertje met vleugels, in de lucht.

Morgen staan België en de Ardennen op het programma. Ik ben benieuwd. Er worden draconische verhalen over verteld door de collega-fietsers die onderweg zijn naar het zuiden.

Ik slaap in Hotel Le Mady aan het Place Raymond Poincare.  Rond half negen staat er een Morasnackwagen vlak bij de CA-bank aan het plein. Deze soort Rabobank staat naast het hotel. Ze verkopen hier zelfs Nederlandse loempia’s en frikandellen. Gelukkig heb ik al gegeten als ik de rijdende eettent zie.

[19] Hans

S

Maandag 16 mei 2011

La France 2011, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 19 van Châlon-en-Champagne naar Varennes-en-Argonne, 73 km. Tot en met vandaag 1.360 km

Bij wijze van uitzondering neem ik geen ontbijt in het hotel. Bij een bakker hartje stad vlak bij het stadhuis kan je koffie met een soort ontbijt bestellen en dan nuttigen op een barkruk aan een hoge tafel voor de zaak. Heerlijke koffie.

Buiten de stad kruist de route al snel de ringweg van Châlon. Het is weer veel graan wat de klok slaat. Later gaat mijn weg over de Autoroute de L’ Est heen. Je merkt bijna niets van de grote wegen. Er is veel stilte, behalve als er een Mirage overvliegt. Dat gebeurt regelmatig.

Zo nu en dan rijdt er een boer voorbij of iemand in een personenwagen. Een maaimachine maait de graskant. Ik zwaai en de chauffeur zwaait terug. Hij is blij dat hij deze nieuwe week weer werk heeft. Er achter rijdt een wagen van de wegbeheerder met een waarschuwingsbord erop. Ik steek ook voor hem m’n hand op. Hij kijkt stuurs en doet of hij mij niet ziet. Deze man met een vaste baan vindt het waarschijnlijk vervelend dat het weer maandag is en hij weer moet werken.

Een stel uit Naaldwijk rijdt me tegemoet. Ze zijn onderweg naar Santiago. Vorig jaar deden ze dit ook en wel via de westelijke route. De man zegt tegen mij, dat er wel erg weinig cafeetjes onderweg zijn. Ik maak me geen illusies. Zowel het café als het winkeltje in Somme-Tourbe zijn twee jaar geleden gesloten, hoor ik van een inwoner daar als ik ernaar vraag.

In Hans gebruik ik mijn lunch op een bankje bij de plaatselijke jeu de boule-baan. Volgens het routeboekje gaan de sporen van dit dorp terug naar de Gallo-Romeinse tijd. Ik zie ze niet. Het is gewoon een klein Frans dorp met een bijzondere naam.

Het landschap verandert. De akkers verdwijnen stilaan. Zo nu en dan hupt een kolibrie voor me uit op en over de weg. Er voor in de plaats rijd ik nu tussen bossen. Na een rustige klim van 5 % en een dito afdaling kom ik in Varennes-en-Argonne aan.

Het is nog even de vraag of het hotel vandaag gesloten is dan wel open. Bij de deur staat aangegeven, dat het hotel op maandag gesloten is. Een Nederlands stel dat inmiddels ook voor de deur staat heeft van de man in het café aan de andere kant van de weg, gehoord dat het hotel gewoon op maandag open is, maar dat het restaurant dan dicht is. Na diverse keren aanbellen en opbellen meldt de mevrouw van het hotel zich. Van de Nederlandse vrouw hoor ik dat de chambres d’hote 18 km verderop volgeboekt is. Ik ben blij dat ik die gok niet gewaagd heb. Daar in de buurt zijn weinig voorzieningen.

[18] Kleine Jan

S

Zondag 15 mei 2011

La France, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost, dag 18 van Charmont-sous-Barbouze naar Châlons-en-Champagne, 90 km. Tot en met vandaag 1.287 km

Afgelopen nacht sliep ik niet alleen onder een laken en een deken maar ook onder het dikke sier-sprei in de chambre d’hote. Het zou een koude nacht worden. Zoals gewoonlijk heb ik weer prima geslapen. De kruidenierswarenwinkel in het dorp was gisteren ‘wegens omstandigheden’ gesloten. De bakker was wel open. Ze verkochten gisteren hier heerlijke belegde broodjes. Ik vroeg nog of ze ook op zondag open zouden zijn. Het antwoord was: ‘ja’.

Helaas verkopen ze op zondag geen belegde broodjes. Dat was gisteren niet verteld. Nu dan maar chocoladebroodjes e.d. om mee te nemen voor vandaag. Ook op deze dag is het weer fris. Daarom heb ik een jack aan plus wielrenhandschoenen. Voorbij Dosnom krijg ik een bui over me heen. Voor ik de regenkleding heb aangetrokken, ben ik al aardig nat. Ik besluit terug te gaan naar Dosnom om daar te schuilen. Ik ben daar erg snel want ik daal nu weer af het dorp in. Ik schuil daar zo’n twintig minuten. De bui houdt langzaam op.

Er staan twee horecazaken aangegeven in dit rustige gebied in het boekwerkje. Bij de eerste in Soudé-Ste-Croix verkopen ze niet alleen koffie en frisdranken, maar ook patat. Er is één probleem; de zaak is vandaag gesloten. Chez Jeannot (in het Nederlands Bij Jantje) in Dommartin-Lettrée is open. Ik vraag om koffie. ‘Dat werkt niet meer’, zegt de stokoude baas. Ik weet niet of hij het koffieapparaat bedoelt of dat hij het zelf niet meer aankan. ‘Je kunt bij mij wel cola en wijn bestellen’ zegt hij. Ik neem een cola en krijg een blikje van een onbekend merk zonder glas. Kleine Jan brabbelt wat over Belgische en Nederlandse Santiagogangers die bij hem langskomen. Hij vraagt daarna wat mijn beroep is. Zo’n vraag had ik niet verwacht. Ik antwoord na enige aarzeling: éxpert comptable. Hij maakt waarschijnlijk een lijst van beroepen van zijn buitenlandse bezoekers. Ik zie het al voor me: onderwijzer, gemeenteambtenaar, tuinder, enz.

Op mijn verzoek vult hij mijn waterfles in zijn privéruimte. Ik zie vanuit het café dat hij de volle anderhalve literfles bijna niet kan tillen. Ik loop zijn privédomein binnen en pak de fles aan. Hij kijkt zichtbaar blij.

Châlon-en-Champagne is vandaag in de ban van de 8e Boucles de Marne 2011, een regionale wielerwedstrijd. ik moet een stuk over het trottoir lopen, omdat de weg is afgezet voor de wielrenners. Voor de coureurs uit gaat en bescheiden reclameoptocht. Ik kom in het bezit van een forse ijskrabber, een nieuwe keycord en een t-shirt van een ziekenfonds/zorgverzekeraar.

In Châlon wil ik naar de jeugdherberg. De jeugdherberg is inmiddels gesloten hoor ik van een man die in de straat waar de JH had moeten zijn net zijn auto parkeert. Via de VVV kom ik bij een hotel in het oude centrum terecht aan de Place de la Republic.

Châlons-en-Champange is een mooie stad, maar als ik het centrum rond 19 uur doorwandel is ineens alles min of meer uitgestorven. Een bedelaar in een regencape vraagt om wat geld. Verderop zie ik hem later bij een Döner-Kebab-zaakje in de rij staan. Hij heeft zijn avondmaal bij elkaar gebedeld.

Mijn avondmaal doe ik bij La Bourse. Geen aanrader. Het ziet er op het eerste gezicht leuk uit, maar is het NET niet. De service en de klantvriendelijkheid laten te wensen over. Mijn stemming is hierdoor niet verpest. Ik verwacht morgen beter weer dan vandaag.

Van Joke krijg ik een sms met de mededeling dat Ajax kampioen van Nederland is geworden. Roel is naar het Leidseplein om het mee te vieren. Joke, Roel en Bas gefeliciteerd hiermee!!!

 

[17] Smalle Seine

S

Zaterdag 14 mei 2011

La France, fietsen dwars  door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 17 van Ervy-le-Châtel via Troyes naar Charmont-sous-Barbuise, 60 km. Tot en met vandaag 1.196 km

’s Morgens kom ik langs het hotel dat geen hotel meer is. De eigenaar zet zijn terrasstoelen en tafels buiten op de stoep. Ik groet hem vriendelijk. Gisterenavond at ik daar prima voor weinig geld. Ik was die avond de enige eter. De andere klanten dronken wijn of bier.

Na een kilometer trek ik de lange broek aan en ook handschoenen. Het is een beetje fris en bewolkt. Later gaat het regenen. Geen bui, maar een druilerige regen. Ik schuil even in een bushokje. Als ik in mijn routeboek zie dat er een halve km verder een café is, stap ik op. Het café is er en nog open ook. Alles heel basic, alles inclusief het hurktoilet. Het valt me op dat in Franse cafés dikwijls krasloten en andere loten worden verkocht. Daar verdienen ze waarschijnlijk nog wat mee bij.

In Troyes, de hoofdstad van de Champagne, is een gotische kathedraal van St. Pierre-et-Paul. Een wat verlopen man drinkt bier uit een blikje bij de ingang en spreekt een ieder luidruchtig aan.

Het Hôpital Dieu heeft hekken bewerkt met bladgoud. Er is een sfeervol centrum met veel koopmanshuizen in de houten vakwerkstijl. Er zijn smalle en iets bredere straten. In de Tweede Wereldoorlog is een flink deel verwoest maar sindsdien weer in oude stijl opgebouwd.

Ik ben het centrum al weer even uit als ik op een bord aan een brug zie dat hier de Seine wordt gepasseerd. Ik kan je vertellen: deze beroemde rivier is hier maar een lullig riviertje.

Het gebied tussen Troyes en Châlons voert door een akkerbouwstreek met kleine dorpjes en af en toe een grote graansilo. Er zijn weinig of geen voorzieningen. Omdat ik morgen aan het eind van de middag  in Châlons-en Champagne wil aankomen en dit ongeveer 100 km is vanaf Troyes, kies ik er voor om in Charmont-sur-Barbuise te overnachten. Tegen mijn gewoonte in bel ik het chambres-d’hote-adres vanuit Troyes. Ze hebben plek voor me.

 

 

[16] Leeuweriken

S

Vrijdag 13 mei 2011

La France 2011, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 15 van Mailley-le-Château via Vézelay naar Ervy-le-Châtel, 79 km. Tot en met vandaag 1.137 km.

 Door mijn Vlaamse vrienden wordt nog even een foto van mij met mijn fiets gemaakt bij het uitrijden van de tuin van het hotel. Al snel zit ik weer op het fietspad langs het kanaal.

In Cravant ga ik even de route af om een bakkie te doen. Het dorpje ziet er leuk uit. Naast het café is er ook nog een kruideniertje, een bakker, een slager en een fietsenwinkel (reparaties en 2e hands fietsen). De VVV is gesloten (fermé). Ik ga weer terug naar het kanaal. Hier hoor je volop vogels.

Het voetbalstadion van Auxerre is te zien vanaf het fietspad langs het Canal du Niverais. Met het kanaal mee kom ik bijna hartje stad met uitzicht op de kathedraal Sint Etienne.

Het duurt niet lang dan zit ik in de Chablisstreek. Hier zie je de druiven groeien en in de dorpen zijn winkeltjes waar je flessen wijn kan kopen voor meer geld dan in Nederland, maar dan heb je het wel zelf meegebracht. Het gaat aan mij voorbij.

In Ervyle-Châtel is het hotel dat in het boekje staat inmiddels geen hotel meer. De eigenaar weet wel goed uit te duiden, waar de chambre d’hôte van mevrouw Dickie is. Dickie is niet thuis, maar een mevrouw schuin tegenover in de straat, zegt dat ze mij al vast naar de chambre (kamer) mag brengen. De tuin heeft een wijds uitzicht. De zus van mevrouw Dickie komt even later naar me toe. Ze zorgt alvast voor handdoeken, opdat ik kan douchen. Later belt mevrouw Dickie dat ze over een uur thuis zal zijn. Ik ga alvast eten in het stadje. Veel panden zijn gesloten en staan leeg. Ik ga eten bij Bar-restaurant Franco-Belge, dat vroeger ook een hotel was. Het woord hotel staat nog op de gevel.

(15) Buien

S

Donderdag 12 mei 2011

La France 2011, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 15 van Saint Révérien naar Mailly-le-Château, 75 km. Tot en met vandaag 1.058 km

Het heeft geregend afgelopen nacht. Ook denk ik wat onweer gehoord te hebben. Mijn fiets is gepakt. Even vóór 8:00 uur komt de beheerder van de pelgrimsgîte aanrijden met zijn zwarte auto. Hij woont 200 meter van de gîte. Het gaat inmiddels weer hard regenen. Ik denk ‘Ik maak nog een kop oploskoffie′. Op mijn vraag of hij ook koffie wilt, antwoordt hij: ‘Nee’. Als ik mijn eigen koffie gemaakt heb, pakt hij deze van tafel en drinkt ‘m op zijn gemak leeg. We hadden elkaar waarschijnlijk niet goed begrepen. Ik laat het maar zo. Wat moet je anders.

Een paar km verder schuil ik voor het eerst en wel in de werkplaats van een Renaultgarage. Minder dan een half uur later – het regent weer flink- kom ik langs een barretje waar je koffie en croissants kunt kopen. Hier ga ik opnieuw naar binnen. Er staat een forse tandem met fietstassen voor het pand. Een Belgisch stel zit hier al aan de koffie. De mevrouw zit wat dwars op haar stoel. Ze heeft last van zadelpijn. Ik hoor van hen dat zo gemiddeld 130 km (!) per dag fietsen. Ze hebben haast om op een bepaalde dag een vliegtuig in Santiago te halen. In Corbigny schuil ik weer voor een bui. Ik zit daar al weer aan de koffie. Een oom uit Limburg en zijn neef aan Amsterdam komen even na mij ook de zaak binnen. Ze zijn ook onderweg naar Santiago.

Als ik in Vézelay aankom is het al weer even droog. Het is warempel weer zonnig. Mijn lunch eet ik samen met een Duits stel dat in de buurt van Frankfurt aan de Main woont. Ze fietsen aan de hand van een autokaart. Ideaal vinden ze het niet. Ze zijn onderweg naar Santiago.

In Vézelay kwamen pelgrims op weg naar Santiago uit vele streken aan om samen verder te trekken over de Via Lemovensis, één van de vier hoofdroutes door Frankrijk.

Later fiets ik langs het Canal du Niverais. Het is hier aardig vlak fietsen. In Mailly-le-Château kom ik uit bij hotel-restaurant The Castle. De Duitsers die ik vanmiddag ontmoette hadden hier afgelopen avond en nacht gegeten en geslapen en waren erg tevreden. Ik ben benieuwd.