Woensdag 5 juli 2017. Dag 1, fietsen in Zuid-Engeland.
Het is nog vroeg als we in Harwich met de fiets aan de hand van de veerboot van Stena Line afwandelen. We mogen pas fietsen als we van de boot af zijn. Nog even langs de grenscontrole van het Verenigd Koninkrijk en dan gaat de reis aan de linkerkant van de wegen beginnen. Gisterenavond spraken nog enkele Engelsen die in Nederland hadden gefietst. Het ene stel was naar Amsterdam, Volendam en Hoorn geweest. Het andere stel was wat verder weg gegaan en had ook een stuk in Duitsland gefietst. Ze vroegen ons om nog een keer ‘Gouda’ uit te spreken, dat klonk zo apart voor hun. Ze wilden nog even kwijt dat er in Nederland zoveel borden staan met aanwijzingen in de Engelse taal.
Voordat we de ferry afgingen maakten we nog een praatje met Remco uit Egmond. Hij is alleen onderweg voor een fietstrip door Zuid-Engeland.
We hebben besloten om in Engeland met een helm op te rijden. We komen bij de eerste rotonde die we linksom moeten nemen. Een kwartier later zijn we in het stadscentrum ban Harwich. We hebben nog geen Brits geld. We vinden al snel een flappentap, die ons van een paar honderd pond voorziet in allemaal briefjes van 10 pond. Het valt ons op dat meisjes en jongens hier schooluniformen aan hebben. De jongens lopen in lange broeken en de meisjes in rokken. Zowel de jongens als de meisjes hebben stropdassen om.
Ik zie verwijsborden naar Clacton on Sea. Hier bezocht ik ooit meer dan 45 jaar geleden een popconcert.
In Wivenhoe bij het treinstation staan we even stil en bel ik naar Joke om door te geven dat we nu echt onderweg zijn. Een man op het naast de weg gelegen perron spreekt ons aan. Hij stelt de bekende vragen, als waar komen jullie vandaan en waar gaat de reis naar toe. Hij heeft een beker koffie in zijn hand. Ik vraag hem waar hij die gescoord heeft. Dat blijkt op perron 1. Daar kan je komen via een ingangetje een stukje verderop. Een jonge vrouw runt het take away koffiezaakje van het merk ‘Steam’. Op dit betrekkelijk kleine stationnetje is een man aanwezig die kaartjes verkoopt, al hoewel er ook een kaartjesautomaat is. Als een aankomende trein weer moet vertrekken staat de man op het perron en gebruikt hij zijn fluitje.
Colchester is onze volgende stop. Er wordt gezegd dat dit de oudste stad van Engeland is. We bezoeken niet alle bezienswaardigheden en rijden na weer een koffie en voorzien van boodschappen verder. Onderweg komen we Remco weer tegen en rijden enkele tientallen kilometers samen op. Na een thee-stop nemen we afscheid.
In Maldon duurt het behoorlijk lang voordat we de camping op het Osea eiland vinden. Het is hier wel een mooie omgeving aan het Blackwater, een soort meer in open verbinding met de zee. Ook Remco treffen we hier. Hij had een andere, kortere, route naar Maldon genomen.