Dag 16. Hanzefietsroute. Met de trein weer naar huis
5 september 2007
Fietsen van Groningen naar Polen
Om tien over acht ben ik op het station van Anklam. Geen drommen forenzen te bekennen. Het loket is dicht en ik ben daar alleen. Even later komt er nog een mevrouw aan met een Oost-Aziatisch uiterlijk. Ze staat druk te telefoneren in een vreemde taal.
Poster voor een optreden van een middeleeuws stuk in Anklam
Ik bestudeer het bord met de vertrektijden. Om ongeveer 9 uur gaat er een stoptrein naar Berlijn en een uur later de intercity naar de hoofdstad. De stoptrein doet er tweeënhalf uur over. De intercity doet het een half uur sneller. De kaartjesautomaat met tiptoetsen werkt erg ingewikkeld en traag. Leiden kent hij niet. Overigens is het grappig dat hij wel Naarden-Bussum kent. Ik waag het er niet op mijn geld in het apparaat te gooien om straks geen goed kaartjes of geen complete set te hebben. Ik heb namelijk ook een kaartje nodig voor de fiets en voor de intercity vanaf Berlijn heb ik een reservering nodig voor de fiets. Ik betaal wel in de trein.
Als de trein om even na negen het station binnenkomt moet ik met de fiets in de voorste wagon instappen. Dat weet ik uit ervaring van het reizen met de trein in Duitsland. De conductrice hangt half uit de deur van de achterste wagon en gebaart naar de inmiddels ongeveer tien mensen om snel in te stappen. Ik zwaai bij het instappen in de verte naar haar en hoopt dat zij begrijpt dat ik nog geen kaartje heb.
Twintig minuten later komt ze langs. Ik zeg dat ik in Anklam ingestapt ben een graag een kaartje voor mezelf en voor mijn fiets wil hebben en wel voor naar in Nederland. Ze kijkt wat moeilijk en zegt dat ze alleen kaartjes kan maken tot aan de grens. Ze denkt even na en vraagt of ik in Berlijn genoeg overstaptijd heb. Dat heb ik, namelijk bijna een uur. Ze adviseert me daar de kaartjes te regelen en doet verder niet moeilijk.
Station Anklam
Even over half twaalf ben ik op het Centraal Station (Hauptbahnhof) van Berlijn. Het is pas een paar jaar oud en ziet er schitterend uit met verschillende niveaus in de diepte. De afdeling waar je kaartjes kan kopen en een reservering kan doen is op Obergeschoss 1, O 1 op de liftknopjes. Met mijn fiets is het zaak, dat ik in stations altijd de lift neem. Op de trap gaat wat het lastig met een fiets en zeker met bepakking erop.
Het kaartjeskantoor is ook fraai uitgevoerd. Voor de recht- toe-recht-aan-gevallen staan er een aantal automaten opgesteld. Er staat een behoorlijke rij voor de loketten. Voor mij geen probleem. Ik heb tijd zat. De afhandeling van de verschillende klanten van de Deutsche Bahn gaat erg langzaam. Ik denk dat dat komt door enige probleemgevallen, een zeer traag en met makken werkend computersysteem en de grote klantvriendelijkheid van de paar dames achter de loketten. Ze nemen ruim de tijd voor iedere klant.
Een tijdje later heb ik een kaartje voor mezelf, één voor de fiets en een kopie daarvan met een plakker om aan mijn fiets vast te maken. Ik heb geen reservering voor mijn fiets gekregen, omdat het systeem daarvan plat ligt. Ze kan me niet garanderen of er plaats is voor de fiets.
Nadat ik nog even snel een bak koffie heb gekocht en twee broodjes gezond in een zakje, ga ik via de liften naar het perron waar ik moet zijn. Als de trein naar Amsterdam om ongeveer half één aankomt staat er al een aardig groep fietsers. Het is wat passen en meten, maar alle fietsen kunnen in de fietsenwagon. In Duitsland zijn die voorzien van fietsenrekken met haken, zodat je fiets stevig staat of hangt.
Om acht uur ben ik op het station in de Bollenstreek. Kees is naar het station gereden om een stukje naar ons dorp met me op te rijden. Ik lijk wel een VIP. Thuis heeft Joke de vlag uitgehangen. Dat is erg aardig van haar. De tassen met vuile kleren enz. laat ik maar even in de garage staan.
Het was een indrukwekkende fietstocht. Ik had niet al te best weer, maar het kon natuurlijk altijd slechter. Geen trammelant onderweg van lekke banden, andere schade aan de fiets of diefstal.
In totaal heb ik in ongeveer twee weken ruim 1.150 km gefietst, veel verschillende mensen gesproken en genoten van landschappen en oude steden. Ik heb overnacht op 7 campings, in 5 jeugdhergen en in 1 pension-hotel.
Het groen gearceerde stuk heb ik gefietst in de periode van 21 augustus tot en met 4 september 2007. Van Groningen tot over de Poolse grens en vandaar naar Anklam.
Naschrift. Gedateerd 4 september ontvang ik van ene Michael Wannet uit Hillegom een e-mail met de mededeling dat hij mijn verhaal over de Hanzefietsroute leuk vindt en vertelt iets over wijzigingen in de nieuwe versie van het boekje. Op 6 september stuur ik hem een e-mail terug en vraag of hij de route ook gefietst heeft en of hij zijn verhaal ook ergens op internet heeft staan. Min of meer per kerende post ontvang ik zijn antwoord. Hij is de schrijver van het boekje “Internationale Hanze fietsroute”. Dat had ik niet gerealiseerd. Voor belangstellenden zie www.hanzefietsroute.nl
Dag 15. Naar Anklam
Anklam, dinsdag 4 september 2007
Fietsen van Groningen naar Polen
De gele lijn is de route van Heringdorf naar Anklam vastgelegd in mijn Garmin
Gisterenavond rond 11 uur kwamen nog twee gasten op mijn 4-bedskamer in de jeugdherberg. Een man was met de auto; hij moet een klus doen voor zijn werk. Een motor van iets reviseren. Daarna gaat hij weer terug naar Keulen. Hij vertelt dat hij binnenkort met vrouw en kinderen naar de jeugdherberg in Koblenz gaat om daar ongeveer 60 kilometer te gaan fietsen langs de Rijn. Trouwe lezers van mijn weblog weten dat ik daar in mei van dit jaar ook was. De andere kamergenoot is op de fiets en gaat een stukje langs de Oostzeekust van Polen fietsen. Na het ontbijt groet ik ze en zij mij.
In de bossen zie ik een man en een vrouw met mandjes, paddenstoelen oogsten. Ze kijken goed naar de grond. In het mandje van de vrouw zitten langere met kleine kopjes. Ze zegt dat het canderellen zijn. De man heeft paddenstoelen met bruine koppen. Ik mag deze mensen absoluut niet op de foto zetten met hun paddenstoelen. Of ze vinden zichzelf niet fotogeniek genoeg of het is niet toegestaan om paddenstoelen te ´plukken´. De vrouw zegt nog dat ze me eerder vanmorgen heeft zien fietsen in Korswandt. Zij was met de auto. Ik zeg dat dat zou kunnen, want ik was daar inderdaad.
Zecheriner brug
Tien km na het dorp Usedom ga ik de Zecheriner brug over. Nu ben ik weer op het vaste land. Even verderop zie ik een vreemd bouwsel, een insectenhotel. Allemaal paaltjes, waar gaten in zijn geboord, op zijn kant en bossen rietstengels ertussen opgetast in een houten frame.
De jeugdherberg annex camping ten noorden van Anklam ziet er uitgestorven uit. Er hangt een bordje dat de receptie pas om 17.00 uur open is. Het is nu 14.30 uur. Vlak voor Anklam zie ik langs het fietspad een reclamebord van een fietsvriendelijk pension in die stad. Ik schrijf het adres en de aangegeven route ernaartoe op in mijn schriftje en besluit niet meer terug te gaan naar de jeugdherberg in Murchin, ten noorden van de stad.
Nadat ik mijn spullen heb gedropt in het pension in Anklam ga ik op weg naar het station om een kaartje te kopen voor de reis van morgen van deze Hanzestad naar huis. Aan de buitenkant ziet het station er even groot uit als dat van Hoofddorp, maar dan een stuk ′ouwer en grouwer′. Als ik door de deur van het station de hal binnenkom ziet het er bij het loket erg donker uit. Op het raam staat dat het loket open zou zijn van 08.00 – 17.30. Als er in die tijd eventueel niemand is, dan kan je een kaartje kopen uit de automaat. Dat wordt niets vandaag bij de Bahnhof. Ik besluit naar de VVV te gaan zoeken. Na wat navragen blijkt die in het stadhuis te zijn. Zij kunnen mij daar niet helpen. Hierna ga ik naar het reisbureau bij de stenen poort, daarna naar het reisbureau bij het stadspark. Niemand kan me helpen aan een treinkaartje.
Met de baas van het pension heb ik afgesproken dat ik om 7 uur wil ontbijten. Dan kan ik rond 8 uur op het station zijn. Ik wil graag de intercity van 10 uur hebben naar Berlijn.
’s Avonds maak ik een rondje te voet door de stad. Er zijn twee waardevolle oude kerken, die in de oorlog flink zijn getroffen. De Mariakerk is na de tweede wereldoorlog gerestaureerd. De St. Nicolaaskerk is nu een ruïne met een dak los er boven op ijzeren palen, zoals je normaal ziet bij grote loodsen of ouderwetse fabrieken. Nergens is aan te zien dat ze binnenkort van plan zijn om deze kerk te gaan restaureren. Vanuit het centrum, het stadhuisplein en het jaren zeventig winkelcentrum is de Stenen Poort (die Steintor) goed te zien. Ik maak ook nog een foto van de voet-fietsbrug, waarover ik de stad was binnen gefietst. Ze zijn daar aan het oefenen voor een openluchtvoorstelling die hier komend weekend wordt opgevoerd. De naam het stuk dat in de middeleeuwen speelt is ‘De Peene brandt’. De Peene is de rivier die aan de noordkant door de stad gaat.
Als ik ´s avonds bij de Griek zit, een soor Mykanos, die hier Marathon heet, belt Piet mij. Hij is aanwezig bij de SPOC-run in Noordwijkerhout. Best leuk als ik zo nu en dan een berichtje ontvang – meestal een sms – van deez′ of geen. Bedankt daarvoor.
Na het eten drink ik een biertje bij Vis-a-vis, een leuk café-restaurant in een verder weinig opwindende stad. Van de serveerster van het Griekse restaurant had ik gehoord dat je daar kunt internetten.
Dag 14. Naar Polen
Heringsdorf, maandag 3 september 2007
Fietsen van Groningen naar Polen
De gepensioneerde schoenmaker, Heinz uit Frankfurt, vertrekt weer. Hij vertelde nog dat afgelopen zaterdag, de 1e september er vuurwerk was in Heringsdorf. Dat was ook de dag dat in 1939 Hitler hier Polen binnentrok. Heinz vindt dat niet smaakvol.
Heinz vroeg mij ook nog of ik weleens in Frankfurt was geweest. Bij de wereldkampioenschappen voetbal zag het in het zijn stad oranje van de Nederlanders. Zo´n verhaal vertelde overigens Henri uit Leipzig vorige week ook, maar toen over Leipzig.
Het ontbijt in deze JH is van 7.30 tot 8.30 uur. Dus ook al doe je rustig aan, je bent altijd vroeg. Via Ahlbeck, de grensplaats, ga ik naar Swinoujscie. Ze wilden daar aan de grens je paspoort nog zien, hoewel Polen in de EU zit.
Polen, paarden en wagens
Als ik Polen binnenkom, zie ik een hele rij paarden en wagens staan, waarmee je een ritje kunt maken. Het ziet er erg Oost-Europees uit. Er zijn veel marktkramen, waar allerlei zaken te koop zijn, zoals truien, tassen maar vooral goedkope sigaretten. Bij de haven maak ik een foto van aalscholvers die op oude half verrotte palen zitten.
Swinoujscie, gezicht op de haven
Bij de kerk staat een borstbeeld van paus Johannes Paulus II met daarvoor een aantal rode waxinelichthouders en bloemen. Bij een groot flatgebouw hebben bijna alle woningen schotels. Hebben ze hier nog geen kabel-tv?
Swinoujscie, flats met antenneschotels
Ik maak een ritje rondom de stad over fietsroute R10. Ik kom langs twee oude forten. Tegen betaling kan je daar een bezoek brengen. Alles ziet er aan de buitenkant nogal aftands uit, zoals zoveel in dat stukje van Polen dat ik gezien heb. Je kunt overigens zien dat er aardig wat Brussels geld wordt ingepompt, bijvoorbeeld voor de aanleg van fietspaden en een mooie nieuwe grensovergang.
Twee dames vragen mij: ´Spreekt u Duits.´ ′Ja′, zeg ik. Eén van de dames: ´Kunt u me zeggen waar hier de promenade is´? ´Nee´ zeg ik. ′Ik ben niet van hier′. Ik ben een Hollander´.′Bent u die man, die gisteren van mij een boek leende om iets op te zoeken? ′Ik zeg: ′Nee′ Die man sprak net als u.´ zegt ze. De andere dame: ´Dat was waarschijnlijk ook een Hollander.´
De binnenstad van Swinemunde, de Duitse naam voor dezelfde stad, valt tegen. Het wegdek van de winkelstraat is wel nog niet zo lang geleden opgeknapt, maar de meeste winkels blijven er sjofel uitzien.
Weinig mooie zaken zijn er te zien. Daarom besluit ik maar in Polen een ritje te gaan maken met de fiets. Ik ga vanuit de stad acht kilometer naar het zuiden en steek daar met een pont de Swina over. Het is druk op het pont, vooral vrachtverkeer naar Szczecin. Ik neem echter een rustige weg na het pont naar het noorden aan de oostkant van de Swina om later weer met een andere pont Swinemunde weer in te komen.
Ik neem een andere grensovergang dan de eerste keer. Het gevolg is dat ik wat uit de koers raak op Duits Usedom. Na wat omzwervingen via Zirchow en Korswandt kom ik weer in Ahlbeck aan. Onderweg in het bos zie ik een adder. Als ik stop om een foto te nemen, is de adder in het gras verdwenen.
In de jeugdherberg ga ik even naar mijn kamer om te zien of er zich al andere gasten voor deze kamer hebben gemeld. Om 16 uur is dat nog niet het geval.
Als ik om 17 uur besluit ik een rondje te gaan lopen over de wandelboulevard. Dan komt er net een bui opzetten en niet zo′n kleintje. Dan maar even bloggen.
´s Avonds maak ik op de boulevard van Heringsdorf foto´s van prachtige villa´s, die daar langs de kust staan. Ergens halverwege staat ook een bouwval. Op een groot bord van de gemeente staat hoe deze ruïne is ontstaan. Over niet al te lange tijd komt hier nieuwbouw.
Ik eet vanavond in een restaurant op de pier. De pier noemen ze hier Seebrücke, net als in andere Duitse kustplaatsen. Bij het casino staat een grote geverfde koe, zoals je die ook in andere steden in Europa kunt zien. In de tuin van het casino speelt een jazzband. Het is niet erg druk met bezoekers. Het is te koud om lang op een bank buiten te zitten.
Vandaag toch nog 40 km. Tot en met heden 1.090 km.
Dag 13. Naar Zempin
Heringsdorf, zondag 2 september 2007
Fietsen van Groningen naar Polen
Afgelopen nacht heb ik in de jeugdherberg van Greifswald geslapen. Greifswald is een Hanzestad, die ook nog een tijd een deel heeft uitgemaakt van Zweden. Op een muur in de stad staan diverse jaartallen met gebeurtenissen daarbij. Bij 1945 staat: De stad is gespaard gebleven, omdat het zich zonder strijd heeft overgegeven aan het rode leger.
Er is een domkerk, de Sint Nicolaaskerk. De buitenmuren mogen best eens een keer worden opgeknapt. In de straten zijn hier een daar schoenschrapers te zien bij voordeuren van woningen. Dus: Niet alleen in Antwerpen, Kees!
Hollandse brug bij Wieck
In de buurt van de ruïnes van het klooster Eldena, de plek waar Greifswald ooit is ontstaan, maak ik een foto van een mooie Hollandse ophaalbrug. In de haven worden roeiwedstrijden gehouden en ook de hengelclub is present. Het is zondag. Je kunt het merken aan de activiteiten.
Een kleine pad kruist mijn pad. Een tijdje later nog eens. Zeer waarschijnlijk een andere.
In Wusterhusen ga ik naar het oosten wat van de kustweg. Maar eerst is het nu tijd voor een boterham; het is rond 12 uur. De stad lijkt uitgestorven. Je kunt er op straat een kanon afschieten. Alles is dicht.
Wolgast was vroeger een heel mooie stad, staat in het boekje. Peter de Grote, zou hier aardig huisgehouden hebben. Ik drink aan de haven vlak bij een karakteristieke brug thee. Een Duits echtpaar vertelde mij dat zij ooit in ′Den Bosch, in Noordwijk en in Aalsmeer zijn geweest. Aalsmeer was echter wel heel lang geleden. Dat telt eigenlijk niet mee, vinden ze.
Vanuit Wolgast ga ik naar het noorden, naar Karlshagen en vandaar naar het zuidoosten over het eiland Usedom. Usedom is een smalle strook van een serie eilanden. Zeg maar: Texel, Terschelling, Schiermonnikoog, enz. op een rij en aan elkaar geplakt.
In Zempin, de volgende plaats na Zinowitz, stap ik op de trein. Mijn batterij begint voor vandaag op te raken. De lucht ziet er ook nogal donker uit. Ik stap op de trein naar Heringsdorf. De trein is hier van het light rail concept en stopt bij ieder dorp, hoe klein ook. De dochteronderneming van de Duitse Spoorwegen, die de zaak runt, heet UBB, Usedomer Baden Bahn. Je kunt een kaartje kopen bij de conductrice.
’s Avonds in Heringsdorf
De jeugdherberg van Heringsdorf ligt halverwege Heringsdorf en Ahlbeck, vlak bij het strand. Ik boek er voor twee nachten. Morgen neem ik een rustdag en ga dan op de fiets zonder bepakking naar Swinousjscie (Swinemunde) in Polen aan de andere kant van de grens. Ook wil ik het centrum van Heringsdorf nog even bekijken.
Even na 19 uur ga ik naar de promenade om iets te eten. In de grasstrook voor een hotel wordt een BBQ georganiseerd en is er life muziek. Dit weekend is er het jaarlijkse promenade-feest. Ik neem een reuze shaslik en een halve liter donker Rostocker bier. Gezellige muziek uit vroegere jaren, zoals van Johny Cash. De muzikanten zien er wat verlopen uit en drinken tussen de nummers door stevige slokken van de halve literglazen bier. Ik raak aan de praat met een man uit Sachsen. Hij is hier voor vier weken voor zijn gezondheid in een kuuroord. Vandaag was hij heel Usedom door wezen fietsen, heen en terug. Volgens hem is dat 90 km. Ik blijf hier ongeveer anderhalf uur. Het wordt langzamerhand frisser.
Als ik ´s avonds 20 minuten op mijn kamer ben, arriveert mijn kamergenoot. Dat is ook een fietser. Hij woont in West-Duitsland, in Frankfurt am Main. Hij gaat morgen met zijn fiets richting Berlijn. Hij heeft geen landkaart en stippelt zijn route uit op een heel klein kaartje in het adressenboek van de Duitse Jeugdherbergen. Hij heeft slechte ogen en heeft er daarom een loupe bij nodig.
Vandaag 72 km. Tot en met 1.050 km.