S
Dag 7, zondag 10 mei 2009. Van Aubeterre-sur-Dronne via St. Emilion naar Espiet, 86 km.
Vannacht heeft het flink geregend. Omdat het vanmorgen nog steeds regent als het tijd is om op te staan, blijf ik nog maar even liggen. Pas om 8:30 uur kruip ik uit mijn tent. Nu is het een beetje droog. Nadat ik gedoucht heb gaat het weer regenen. Onder een afdak ruim ik mijn spullen in. Nadat ik het stel uit Venhuizen (NH) om 9:30 uur heb uitgezwaaid ga ik om 10:30 uur de camping af. In een volgend dorp – ik zit inmiddels in de Dordogne – koop ik twee chocoladebroodjes bij de bakker en neem een bakkie bij het plaatselijke café. Het is een arbeiderscafé. De mensen achter de bar hebben het over politiek. Ik hoor woorden als de regering en de communisten. De cafébaas vraagt mij voor hem te bidden in Santiago. Nou ja, zegt hij, bid maar voor alle de bezoekers van dit café. Hij vindt de Hollanders taaie rakkers. Dat die helemaal naar Santiago gaan op de fiets. Sommigen nemen zelfs hun vrouw mee.
Gisteren reed ik veel langs akkers, sommige nog kaal, andere akkers met wintertarwe van ongeveer 60 cm hoog, al volop met aren. Vandaag zie ik vooral bossen. De varens staan ongeveer een halve meter hoog.
Om 13:00 uur zit ik aan een tafel van een restaurantje in Eygurande met 30 km op de teller. Het is zondag en het regent. Dus vandaag geen stokbrood op een bankje. Het restaurant heet La Dusche. Ik neem aan dat dit niets van doen heeft met een stortbad, maar zoiets betekent als Mijn liefje. In de dorpjes hier op het Franse platteland rijdt je zo een café of bakker voorbij. Geen schreeuwende letters aan de gevels of lichtreclames van biermerken. In de loop van de middag komen er steeds meer wijnboerderijen. Een dorp vóór St. Emilion kom ik langs een grote wijnfabriek. St. Emilion is een mooi plaatsje maar wel heel erg toeristisch. Hier spreek ik nog even met drie fietsende Nederlandse mannen. Ze zijn 12 dagen onderweg vanuit Nederland. Ze hebben een stempel gescoord bij de VVV en ook hebben ze hier in dit dorp een kamer geboekt.
Nadat ik het een en ander bekeken heb in het stadje besluit ik weg te gaan naar het volgende stadje. In het routeboek staat dat er daar een hotel is. Echter dat is er mee gestopt. Ik vraag een heer waar hier verder nog een hotel is. Hij verwijst me naar een volgende plaats. Dat zou een hotel met restaurant zijn. Ik fiets die kant op maar zie een aantal kilometers verder een bord met de aanduiding van een hotel linksaf. Wat later blijkt is dat hotel nog 25 km verder.
Uiteindelijk kom ik na wat “vieren en vijven” bij een chambre d’hote in een landhuis in Espiet, een stukje van de route af. Het is gebouwd in de tiende eeuw volgens de eigenaar. Het doet met een beetje denken aan de fietstocht die ik vorig jaar maakte met broer Piet van Bregenz naar Florence. Toen kwamen we bij een tandarts die hobby-wijnboer is. Hier is een echtpaar en een inwonende zoon, die voor hun plezier er een minidierentuin bij heeft. Ze hebben tijgers, luipaarden en apen. Beneden in het huis zijn twee enorme open haarden. Ze hebben wifi, maar ik ben de eerste gast die er naar vraagt. Die vraag van mij geeft een heleboel gedoe. Uiteindelijk lukt het ze niet mij een kloppende code te geven.
Fietsen naar Santiago in 2009