Fietsen naar Santiago. Dag 26, vrijdag 29 mei 2009. Van Palas de Rei naar Santiago, 83 km.
Van Palas de Rei naar Melide is ongeveer 15 km. . Om 8:35 uur ben ik daar. Het is een stadje met een agrarische centrumfunctie. Er zijn nieuwe en tweedehands tractoren te koop. En er zijn winkels die lijken op Welkoop of de Boerenbond. Hier verkopen ze laarzen, touw en kunstmest. Ik zie een fietsenwinkel. Omdat ik er vanuit gaat dat die om 9:00 uur open zal gaan, zet ik alvast mijn fiets tegen de pui van de winkel. Gisteravond was het boutje waarmee de bagagedrager van mijn fiets aan de linkerkant vastzit getrild en verdwenen. Ik heb tijd over. Daarom haal ik de tassen van m’n fiets en ga deze een beetje schoonmaken. Ik had het weggooi-sloop van de albergue meegenomen. Dat is een goede poetsdoek. Mijn handen spoel ik schoon met wat flessenwater.
Als de fietsenmaker om 9:10 nog niet is gearriveerd, bind ik mijn tassen weer aan de fiets en ga verder op weg. Het valt me op dat ik om dit soort dingen niet geïrriteerd word. Wat is het mooi om de omstandigheden te nemen, zoals die zich aandienen. Later vind ik een stukje ijzerdraad langs de weg, waarmee ik een en ander improvisatorisch herstel. Eerder probeerde ik een tie rap. Die brak snel.
Arzúa is de volgende grotere plaats en tevens de laatste plaats van enige betekenis vóór Santiago. Bij een café neem ik een koffie met een broodje rauwe ham. Ik maak hier een praatje met een jongeman uit Barcelona. Hij zit kersen te eten en biedt mij aan er ook wat te nemen. Hij is in Roncevalles begonnen te wandelen en denkt het stuk naar Santiago in totaal in een maand en een dag af te leggen. Als hij weer opstapt geeft hij een klap op mijn schouder en zegt: Leuk je ontmoet te hebben. Is Hector de schoonzoon van Frico ook zo’n vriendelijke kerel?
Het stuk verder naar Santiago is nogal saai. Ik kom verder geen wandelpelgrims meer tegen. Die lopen een andere weg. Trouwens, ik zie ook geen fietsers meer. Waar zijn ze gebleven? Het is vandaag flink heet. Steeds is het pittig klimmen en dan weer een stuk als een speer naar beneden. Mijn fietsbenen hebben weinig zin meer in klimmen van 5 % of meer. Dus loop ik steeds stukken met de fiets aan de hand.
In Santiago de Compostela aangekomen vind ik snel een pension. Het is niet veel bijzonders, maar het is schoon.
In de folder van Soetens staat dat het bedrijf zaterdag en zondags gesloten is en op de andere dagen tot 20:00 uur open. Daarom ga ik na het douchen het eerste naar Soetens. Ik lever mijn fiets in en bijna alle verdere spullen.
Daarna ga ik in de rij voor het Santiago-compostolaat. Nu vraag ik in een souvenir -winkeltje waar hier een reisbureau is waar ik een vliegticket kan boeken. Het is niet ver maar de winkel is inmiddels net dicht. Ik weet nu waar het is en morgen ben ik de eerste.
Op een terras tref ik vier Brabanders, die ik ook al een paar keer tegengekomen was en later Mart en Geert. We drinken samen witte wijn. Wat later komt Frans uit Pijnacker langs, die zoekt het reisbureau. Hij wil een ticket voor dinsdag omdat hij zijn fiets maandag nog bij Soetens wil inleveren. We spreken af morgen elkaar om 9:30 uur bij het reisbureau te treffen. Samen eten we ergens op terras. Om 21:30 uur zeggen we elkaar gedag. Ik probeer naar huis te bellen maar krijg geen verbinding naar Nederland. Raar.
.
Vandaag 83 km gefietst. Dat maakt in totaal 1.857 km vanaf Chartres.