Home » 2011 » mei (Pagina 2)

Maandelijks archief: mei 2011

(14) S

S

Woensdag 11 mei 2011

La France 2011, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 14 van Sancoin naar St. Révérien, 82 km. Tot en met vandaag 983 km

Woensdagmorgen is het markt in Sancoin. Vanouds was hier een veemarkt, een soort Purmerend dus. Marktkooplui bouwen hun kramen op als ik mijn fiets uit de garage van het hotel haal.

Het dorp Apremont-sur-Allier bestaat uit een verzameling gerestaureerde middeleeuwse woningen. Het doet een beetje aan de Zaanse Schans denken. Daar zijn de woningen minder oud en van hout. Voorbij het dorp is een niet meer in gebruik zijnde keersluis van het Canal Latérale de la Loire.

In een voorstadje van Nevers draait een Franse automobilist zijn raampje open. Hij zegt: ′Hier tegenover verkopen ze uitstekende kazen′. Omdat ik nog kaas wil kopen vandaag, ga ik in de rij staan bij de rijdende kaaswinkel. Er wordt hier aardig wat aangeschaft vooral natte witte kazen in meegenomen plastic bakken. Ik neem een mij onbekend soort kaas en stop dit in mijn rechter-voortas.

Nevers is een mooie stad. Ik wandel rustig door het centrum en maak wat foto’s. Op een terrasje neem ik een cola.

Ik ben weer terug op de doorgaande weg. Op een bosweg kruipt een slang van zeker 1 meter lang als een steeds veranderende S over de weg. Als ik mijn camera heb opgezocht is de slang verdwenen. Ook in de graskant zie ik hem niet meer.

In Saint Révérien bezoek ik het gemeentehuis om te kijken wie de sleutel heeft van de gemeentelijke refugio. Na wat navragen kom ik bij de beheerder uit. Hij zegt: De deur is al open. Ik kom zo wel even langs. Er is plaats voor twee personen, er is een zit-tafeltje met stoelen, een keuken met etenswaren, flessen wijn en een koelkast met frisdranken. Tegen geringe betaling kunnen deze zaken benut worden. Ik heb nog niet gegeten. Daarom bereid ik mezelf een maaltijd met de aanwezige zaken.

Vandaag zal en sprak ik weer diverse Nederlandse fietspelgrims. Ook maakte ik een praatje met een Belg op de fiets die een poging doet om alle bijzondere dorpen van de verschillende Franse departementen te bezoeken. Hij heeft hiervoor een formulier vanuit Parijs en moet stempels respectievelijk foto’s van plaatsnaamborden verzamelen om te kunnen bewijzen dat hij overal geweest is. Toen ik ergens onderweg aan de thee zat had ik een gesprekje met een Franse wandelpelgrim. Hij was al helemaal drie dagen onderweg en heeft nog drie maanden te wandelen.

(13) Water

S

Dinsdag 10 mei 2011

La France 2011, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 13 van La Châtre naar Sancoin, 98 km. Tot en met vandaag 901 km

Het was afgelopen nacht niet erg druk in de jeugdherberg, Er zijn twee Nederlandse wandelpelgrims van 65 jaar. Ze lopen al een aantal dagen samen op. Verder is een vrouw van 73, Miep, te voet onderweg naar Santiago. Ook is er nog een Italiaanse jonge vrouw, die gaat al voor half acht op weg met haar rugzak om. Rond die tijd gaan wij met z′n vieren ontbijten.

De weg verder naar het noorden wordt nu in elk geval tot Nevers minder heuvelachtig. Het dorpje Les Arches is bekend om zijn pottenbakkerijen. Je ziet er nog weinig toeristen. Dus zal de omzet ook minimaal zijn voor de pottenbakkers.

Een vrouw uit Zutphen is onderweg met een fiets met aanhangertje naar Santiago. Ze heeft in de aanhanger onder meer haar kampeerspullen. Van haar man kreeg ze vlak voor haar vertrek een nieuwe fiets cadeau. Haar oude bleek een scheurtje in het frame te hebben. Dat was niet gezien bij de grote onderhoudsbeurt bij haar fietsenmaker.

Twee mannen zijn per fiets onderweg naar Lourdes. Met deze Mariapelgrims maak ik ook een praatje. In Charenton-du-Cher lopen vier á vijf jonge Nederlandse en Vlaamse gasten. Die zijn op zoek naar een goedkope slaapplaats. Ik geef ze een naam en adres uit mijn boekje.

Het laatste stukje naar Sancoins is vrij saai. Als ik dat stadje binnenrijd zie ik gelijk Hotel du Commerce. Dit hotel wordt in het boek genoemd. Het is een oud hotel en het kraakt op de gangen. Op de kamer staat een asbak.

(12) Bietsen

S

Maandag 9 mei 2011

La France, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 12 van St. Germain-Beaupré naar La Châtre, 68 km. Tot en met vandaag 803 km

Bij het ontbijt in het huis van de eigenares van de accommodatie naast de kerk praat deze dame honderd uit en probeert de hond eten van ons te bietsen. Van mij krijgt hij niks.

Rond half tien kom ik wandelpelgrim Thomas uit Gent tegen. Deze jongeman heeft een sabbatical (onbetaald verlof) opgenomen bij zijn werkgever. Hij is onderweg naar Santiago. Daar wil hij een rijwiel kopen om verder op deze fiets naar Slovenië te rijden. Een aantal dagen geleden liep hij samen op met Marcel (zie verhaal van gisteren). Marcel koos voor een andere, kortere variant van de route.

Ik zie vandaag meerdere langeafstand-fietsers, o.a. twee mannen uit Hoogeveen. Bij La Souterraine maken ze een overstap naar de route via Dax. Ze gaan onderweg een kennis opzoeken die daar woont. Ze rijden op racefietsen en slapen op campings. Ze rijden per dag zo’n 120 km, tot op heden volgens een vast schema.

In Cluis wenkt een Marokkaanse groenteman me als ik wat rondkijk in het centrum. Hij wijst naar zijn buren, een café met een terrasje in de schaduw. Hij zegt ‘Amsterdam-Rotterdam’. Veel van zijn kennissen wonen daar, zegt hij. Van hier is het nog ruim 20 km naar La Châtre. Het is nu tijd voor een ruime theepauze.

Om half zes ben ik bij de jeugdherberg van La Châtre. Na het inschrijven zet ik mijn fiets in de fietsgarage die vanavond op slot zal gaan. Voor de zekerheid zet ik hem ook met een kabelslot aan een hekwerk.

’s Avonds eet ik in de stad een hartige pannenkoek-compleet (met kaas, ham en champignons).

(11) Overstekend wild

Zondag 8 mei 2011

La France, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 11 van Pont-de-Dognon naar St. Germain-Beaupré, 74 km. Tot en met vandaag 735 km

Tien meter voor mij steken drie reeën de weg over. Een half uur ben ik nu onderweg vanuit het dal. Het hotel ligt aan een meer. In de dorpen onderweg zijn vandaag geen cafés open. Ik had er al een beetje rekening mee gehouden.

Een stuk verder komen twee Nederlandse fietsers me tegemoet. Ze komen uit Noord-Limburg en zijn ruim een week geleden vertrokken vanuit Maastricht. Ze zijn niet onderweg naar Santiago maar gebruiken wel het boek ′Langs oude wegen′, wat ik ook gebruik voor mijn route.

Regelmatig steken er mestkevers over. Ook rijd ik er weleens een per abuis of expres dood. Mijn moeder zou dat nooit gedaan hebben. Die haalde spinnen voorzichtig uit huis en zette ze in de tuin.

Omdat het vandaag zondag is, heb ik vanmorgen geen stokbrood gekocht maar wil ik lunchen in een restaurantje onderweg. Bénévent-la-Abbaye lijkt me een mooie dorpje daarvoor.

Op het pleintje bij de kerk en de plaatselijke refugio staat Jos uit Weert met zijn fiets. Hij heeft vandaag al 80 km gefietst en heeft al vijf dagen geen Nederlands meer gesproken. Bij de plaatselijke Salon de Thé, het enige horecabedrijf dat open is neem ik een lunch en Jos een cola. Het is goed uit te houden op het terrasje onder een parasol. Er worden nog even foto′s genomen bij het schelpmotief in de weg. De beheerder van de pelgrimsherberg hier adviseert mij om een slaapplaats te nemen in St. Germain-Beaupré, Hij wil wel even bellen. Ze hebben daar plek voor een pelgrim met fiets en met de voornaam ′Dick′.

Ik fiets het erf over van een boerderij. Er steken wat kippen en kuikens over. Bijna rijd ik er een plat. Gelukkig loopt het goed over voor het jonge pluimvee.

La Souterraine is een mooie stad maar uitgestorven op deze zonnige zondagmiddag. St. Germain ligt 10 km noordelijker. Daar zijn in het pelgrimsonderkomen een Belg, Marcel, en een Fransman August, beide wandelend onderweg naar Santiago. Met zijn drieën nemen we eerst een biertje en daarna ons avondmaal in het minirestaurant tegenover de pelgrimsgîte.

(10) La Poste

S

Zaterdag 7 mei 2011

La France, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 10 van Uzerche naar Pont-du-Dognon 79 km. Tot en met vandaag 661 km

Als ik mijn dagelijkse boodschappen heb gedaan, rijd ik terug weer langs het hotel. De meneer van het hotel die gisteravond mijn avondeten opdiende kijkt bij de deur naar buiten. Ik steek m’n hand op. Hij groet terug.

Vanmorgen zie ik ze weer, zoals de meeste dagen, van die kleine gele bestelauto’s van de Franse posterijen. Ze rijden van boerderij naar boerderij om de post te bezorgen. Ook zie ik vanmorgen een rijdende bakker. Die zag ik de afgelopen dagen nog niet.

‘Dat moet een Nederlander zijn, want hij rijdt met een Gazelle fiets’. Een grote Nederlander met een Ortlieb-stuurtas komt binnen in het café van La Porcherie, waar ik aan de koffie zit. Het is een fietser uit Utrecht onderweg naar Santiago. Wij praten gezellig bij over fietsen e.d. Hij heeft dit jaar een nieuwe fiets, een Santos, aangeschaft. Mooi karretje.

Verder is het vandaag een vrij rustige fietsdag. Het landschap is niet lelijk, maar ook niet uitzonderlijk mooi vergeleken met dat van de laatste dagen.

Vóór St. Léonard-de-Noblat staat op verschillende plekken aangegeven dat de weg is opgebroken en dat het verkeer daarom een andere route moet nemen. Ik weet uit ervaring dat je als fietser er meestal nog wel langs kunt. Maar het blijft een gok. Ik neem die gok. Het blijkt een huis te zijn die op instorten staat. Daar mag geen verkeer meer langs. Ik kan over de stoep aan de andere kant van de weg.

Het is even klimmen om St. Léonard-de-Noblat in te komen. De buitenkant van de stad ziet er vrij lelijk uit, maar het centrum rond de kerk en de winkels oogt wel gezellig. Er lopen hier aardig wat pelgrims rond. Er is ook een pelgrimsgîte.

Ik ga nog een stukje verder. In Châtenet-en-Dognon wil ik een kamer in het plaatselijke hotelletje. Helaas is hij helemaal vol. Een klant van het café vraagt of hij voor mij zal bellen naar het hotel bij het meer van Le-Pont-du-Dognon (*). Daar hebben ze nog wel een plekje voor een pelgrim op de fiets die dringend een plekje zoekt voor de nacht.  Vier kilometer verder en tien minuten later kom ik daar. Dat gaat als een speer. Morgen moet ik die vier kilometer weer omhoog, maar dat is morgen pas.

Vanmiddag en vanavond is het daar berendruk, want er is een doopfeest. Het is min of meer apart afgehuurd. Op het terras zit een stel (man + vrouw) dat als wandelpelgrims onderweg is vanuit Vught naar Santiago. Ze zitten aan een biertje en gaan straks een stukje terug naar de camping waar ze eerder langs kwamen. Hij is met prepensioen, FLO, van de Koninklijke Luchtmacht.

Als ik om half acht meld voor het avondeten schrikt de serveerster. Ze gaat naar de kok. Die weet van mijn aanwezigheid. Ik krijg in een hoekje vooraan in het gebouw vlak bij het terras een compleet bord met patat, sla, koude fricandeau en worst. Daarbij krijg ik een kan water en een kannetje rode wijn. Vooraf bestel ik een tapbiertje.

Na het eten maak ik een wandeling naar de camping, die officieel nog dicht is, en zie dat de Brabanders daar hun stekkie inmiddels hebben. Er zijn nog meer gasten die daar een tentje hebben neergezet. Zij tweeën gaan in het washok slapen dan hoeven ze morgen geen natte tent mee te nemen. Ze zeggen tegen mij: ‘Niet verder vertellen hoor.’ Bij deze doe ik dat niet.

(*) Association rurale pour adultes inadaptés, Hotel Restaurant Domaine La Fontaine, La Pont du  Dognon, 87240 Saint-Laurent-les-Eglises.

(9) Oudjes

S

Vrijdag 6 mei 2011

France 2011, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 9 van Brive-la-Gaillarde naar Uzerche 61 km. Tot en met vandaag 582 km

Als de Australiër met zijn vrouw de ontbijtzaal binnenkomt zegt ie tegen mij: ′good morning Nederlander′. De vrouw zegt: ′What is Nederlander?′ Ik zeg: ′Flying Dutchman′. De man zegt: ′No, the biking Dutchman′. Hij vraagt of er ook fietspaden langs de wegen lopen. Ik leg uit dat ik over boerenwegen ga. Hij zegt dat ik dan uit moet kijken voor tractoren. ′Ja en koeien′ zeg ik.

In Brive doe ik nog even de binnenstad aan. In het midden van het centrum staat de St. Martinkerk. De kerk is omgeven door gezellige terrassen. Menig Brivenaar doet hier al zijn eerste bakkie. Ik heb net koffie op bij het goede ontbijt in de JH. Daarom koop ik alleen brood voor de lunch bij de luxe ambachtelijke bakkerij tegenover de kerk.

Vanmorgen kom ik weer enkele langeafstandsfietsers tegen. Gisteren zag ik voor het eerst van die randonneurs. Voor zover ik kan nagaan zitten hier geen Nederlanders tussen. Die komen waarschijnlijk later.

In Donzenac zit de eerste klant om 10.30 uur al aan een pot bier in het plaatselijk café. De kroegbaas heeft zijn kunstgebit niet in en ziet er daarom waarschijnlijk nog ouder uit dan hij is. Hij sloft door het café als hij mij mijn koffie op het terras brengt.

Onderweg in een gehucht dat geen naam mag hebben maar er wel een heeft heb ik een gesprekje met een oud stel, hij is 83 en zij 81. We hebben het over het weer. Ik ben blij dat er zon is en dat het droog is. Hij wil liever regen, want dat is goed voor de groente op het land.

In Lagraulière is een groot plein bij het stadhuis. Alle banken staan hier in de zon. In een hoekje van het plein is een 12e-eeuwse kerk. Daar is een oude bank in de schaduw. Daar gebruik ik m’n lunch. Hier is ook een waterpunt om mijn fles bij te vullen.

In Uzerche vraag ik bij de VVV of hier ergens een fietsenreparateur is. Het balhoofd van mijn stuur zit wat los en maakt zo nu en dan bonkgeluiden. Dat kan niet goed zijn. De mevrouw van de VVV verwijst me naar een leverancier van kleine landbouwmachines die daarbij ook iets in fietsen doet.

De technische man zoekt een oude sleutel op en draait mijn stuur aan. Het is zo gepiept en het is gratis. Omdat het morgen en overmorgen weekend is, vond ik het me toch wel een lief ding dat m’n fiets weer in orde is.

Het is half vier in de middag, dit is een mooie stad en de volgende plaats is ruim 30 km verder en dat is maar een dorpje. Daarom blijf ik hier hangen. Een hotel (*) is gauw gevonden.

De ‘Vieille Ville’ (oude stad) ligt tegen de rotswand aan hoog boven de rivier. Na de Slag bij Poitiers is deze stad zeven jaar belegerd geweest maar niet ingenomen. Ook niet tijdens de 100-jarige oorlog. Na de stichting van een Benedictijnerabdij in 977 kwam het stadje tot ontwikkeling.

—-

(*) Hotel Ambroise, 34 Avenue Géneral de Gaulle, Urzerche.

(8) Merde

La France

Donderdag 5 mei 2011

Fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 8 van Rocamudour naar Brive-la-Gaillarde 58 km. Tot en met vandaag 521 km

Vlak bij het hotel maak ik nog even een foto met uitzicht op het dorp. De zon schijnt er nu pal op. Na twaalf kilometer steek ik de rivier de Dordogne over. Dan volgt een rustig deel met stukjes stijgen en stukjes afdalen. Voor negen uur hoor ik de koekoek al weer. Ik weet nu nog niet dat ik deze vandaag nog meer keren zal horen. Ook zie ik vandaag een eekhoorn de weg oversteken. Dit is een lichtbruine. Gisteren zag ik een zwart of op zijn minst een heel donkerbruin type.

Martel is de eerste stad van betekenis op de route vandaag. Er is een mooie gerestaureerde markthal in het wandelgebied van het stadje. Bij de restaurantjes kan je hier geen koffie drinken. Twee straten verder kan dat wel. Daar is een café met terras. Zes motorrijders uit Veldhoven (NL) zitten hier aan de koffie. Ze vragen mij bij hen aan te schuiven. Ze maken een week lang ritjes vanuit Rocamadour. Dit is hun laatste ritjesdag. Vijf man gaat morgen met de motor terug naar Nederland en één met het vliegtuig. die heeft pech aan z’n motor, een lekkende koppakking. De ANWB brengt zijn motor thuis.

Vlak voor Turennne moet ik behoorlijk in de remmen knijpen. Het gaat wel erg stijl naar beneden. Het is overigens schitterend weer vandaag. Mijn armen zijn sinds het middaguur voorzien van een laagje zonnebrandcrème. In Turrene pik ik maar weer eens een terras bij een ondernemer die zowel een souvenirwinkel als een café-bar heeft. Het ligt aan een pleintje bij de VVV. In cola zit veel suiker en daarmee ook veel calorieën. Dat moet kunnen, lijkt me. Ook hier is een vestingstadje tegen de berg geplakt. Een bezoek aan het bovenstadje staat vandaag bij mij niet op het programma.

Voorbij Turenne gaat het verder naar beneden. Ik houd m’n tempo beheerst op deze smalle weg door het bos en houd goed rechts. Plotseling komt er een auto vanaf de andere kant. De bestuurder schrikt waarschijnlijk van mij en mijn fiets. Een fietser maakt immers geen motorgeluid zoals een auto of motor. Hij trekt schielijk aan zijn stuur; het scheelt heel weinig of hij was van de weg afgeraakt. De bermen zijn hier soms maar heel smal. Hij zal wel ‘merde’ gezegd hebben.

Rond half vijf ben ik in Brive-la-Gaillarde, een heel aardige stad volgens het routeboekje. Volgens mij is het een kazernestad. In de buurt hiervan zijn militaire terreinen en ik zie minimaal één militair voertuig door de stad rijden. Bij de jeugdherberg moet ik een klein halfuur wachten. Vandaag gaat de receptie bij wijze van uitzondering een uur later open dan normaal. Er is nog een kamer voor mij beschikbaar. Dus dat wordt snel douchen en andere kleren aantrekken.

(7) Filmsterren

La France

Woensdag 4 mei 2011

Fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 7, van Cahors naar Rocamadour 68 km. Tot en met vandaag 463 km

Het centrum van Cahors is omgeven door een lus van de rivier de Lot. De jeugdherberg is een oud klooster in het centrum van de stad.

Aan het ontbijt in de JH zit ik samen met twee Nederlandse stellen, die een wandeling van twee weken maken richting het zuiden. Eerder wandelden ze al van St. Jean-Pied-de-Pont naar Santiago de Compostela. Nu wandelen ze steeds een paar weken door Frankrijk.

In Cahors loop ik met de fiets aan de hand nog even een stuk dwars door de oude binnenstad. Op de markt koop ik voor de lunch later op de dag een pain (een brood anders dan een stokbrood) en bij de groentekraam radijzen. Je moet wat variëren.

In Vers drink ik een grote bak koffie en werk mijn weblog bij. In plaats van draadloos internet hebben ze hier een klein kastje dat ze in het stopcontact steken. Hieraan zit een kabeltje dat in de computer moet worden geplugd. Het werkt hier goed en snel.

St. Martin-de-Vers is een soort Anton Pieckdorpje. Geen sterveling te bekennen maar lekker kneuterig om te zien. Ik doe mijn lunch in een parkje kleiner dan het park van het dorp Buitenkaag. Het ligt tussen de openbare telefooncel en de begraafplaats. Het begint een beetje te regenen. Het bladerdek van de bomen houdt me droog, want de regen zet niet door.

Labastide-Murat lijkt op de kaart een iets groter dorp. Er is een café. De baas maakt een sudoku aan het enige tafeltje buiten voor de zaak. Ik ga binnen zitten voor mijn middagthee. Vandaag neem ik er een tosti bij. Ze hebben eenvoudige witte tafels hier; daarop zijn foto’s op ansichtkaartformaat van filmsterren en zangers en zangeressen geplakt met fotohoekjes. Het zijn allemaal zwartfoto’s uit de jaren vijftig en zestig. Bovenop de tafels ligt een glasplaat. Leuk idee. Aan de muren hangen ook zwart/witfoto’s. Deze zijn groter en ingelijst. Ik zie Serge Gainsburg, Jacques Higelin en Juiliet Greco.

Vandaag hoor ik verschillende keren een koekoek. Eerdere dagen hoorde ik er geen of het viel me niet op. Ik zal de volgende dagen opletten of hij me volgt.

Rocamadour is een leuk stadje, maar het is een beetje Valkenburgachtig. Heel veel eettentjes, prullaria winkeltjes en souvenirzaakjes en natuurlijk lopen er hier heel veel toeristen door de smalle hoofdstraat.

Als ik ’s avonds in een restaurant zit voor mijn avondeten vraagt een groep Nederlandse Lourdesgangers stilte en gaat staan. Ik denk: wat een vrome mensen. Het duurt wel erg lang hun gebed. Ze sluiten af met een stukje van het Wilhelmus. Omdat het zolang duurde en ik op mijn horloge zag dat het 20 uur is, ging er bij mij al een lichtje branden. Het is 4 mei.

De bus van Bak Alkmaar staat tegenover mijn hotel geparkeerd.

(6) Garonne

La France

Dinsdag 3 mei 2011

Fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost, van Auvillar naar Cahors, 84 km. Tot en met vandaag 395 km. 

Om 7:00 uur loopt het alarm van mijn mobiele telefoon af. Gisteravond overlegde ik met mijn kamergenoot, Peter uit Igolstadt (D), over hoe laat we zouden opstaan vandaag met het idee elkaar zo weinig mogelijk te storen. Hij wilde uiterlijk 7:00 uur opstaan en ik vind 7:00 uur een redelijke tijd. Dus het werd 7:00 uur. De gîte d étappe hier is prima. Als alle gîtes er zo uitzien in Frankrijk, dan mogen de wandelaars en fietsers niet klagen.

Als ik de stad weer uit ben, de brug over, volg ik globaal de Garonne in oostelijke richting en later de Tarn, die in de Garonne uitkomt.

In Moissac is het tijd voor een bak koffie. Het weer is niet zo zomers; het is bewolkt en met donkere wolken. Overigens voor ik in Moissac aankwam ben ik al heel wat pelgrims/ wandelaars tegengekomen. Het is steeds bonjour (goedemorgen) en bonjour terug. Wie vindt dat niet gezellig.

Tussen Moissac en de volgende stad is een mooi maar erg rustig land- en tuinbouwgebied. Hier zie je onder meer boomgaarden.

Die volgende stad is Castelnau-Montratier. Het ligt boven op een heuvel. De stad heeft een mooi plein met arcades bijna rondom. Als ik net op een bankje een appeltje en een chocoladebroodje soldaat maakt vallen de eerste regenspatten. Snel zet ik mijn fiets onder de arcades bij de bibliotheek, die hier tot 16:30 uur middagpauze heeft. Dat zijn nog eens tijden voor het personeel. Bij een café neem ik een kannetje thee.

Niet veel later komt ineens de zon weer door. Het is nog geen 15:00 uur en naar Cahors is nog 24 km. Dat moet te doen zijn. Ik neem m′n fiets van de standaard en het begint ineens toch echt te regenen. Ik heb geen zin om zeiknat te regenen als het niet echt nodig is. Er staan in het routeboekje twee hotels bij deze stad genoemd. Hotel Les Arcades lijkt me in de buurt. De mevrouw van het café weet me te vertellen dat dit hotel al jaren geleden gesloten is. Hotel Trois Moulins zal wel een optie zijn. Een klant van het café vertelt me hoe ik daar kan komen. Als ik onderweg naar dat hotel ben, wordt het weer droog. Ik besluit door te rijden naar Cahors. Daar vind ik met behulp van een medewerker van de VVV de jeugdherberg. Nadat de receptionist me heeft ingeschreven – is het programma gebruiksonvriendelijk of is deze meneer een computerkluns? –  sluit hij het loket. De jeugdherberg is in een oud klooster.

Bij een Italiaan in de binnenstad ga ik voor mijn avondmaal. Twee tafels verder zitten twee dames heerlijk vrij Nederlands te kletsen met elkaar met het idee dat niemand ze hier kan verstaan. Men spreekt hier immers Frans.

(5) Pelgrims aan de wandel

S

Maandag 2 mei 2011

La France 2011, fietsen dwars door Frankrijk van zuidwest naar noordoost. Dag 5 van Castéra-Verduzan naar Auvillar, 63 km. Tot en met vandaag 311 km.

De dag begint bewolkt en dat blijft zo tot 14:30 uur. Om 11 uur zit ik aan grote bak koffie in een cafeetje in een klein dorp, Terraube. Het hele dorp ziet er erg stil uit. Het is omdat er een kaartje ′ouvert′ (open) aan de deur hangt, anders had ik gedacht dat het dicht was. De eigenaar komt de trap af. Hij woont waarschijnlijk boven de zaak. Het gebied hier heet Gers. Of dat een provincie is of een departement, ik zal het niet weten.

Lectoure is een gezellige stad. De meeste winkels zijn dicht rond deze tijd (na twaalven), maar de veel restaurantjes zijn wel open. Ik heb mijn broodlunch al om 12:00 uur genuttigd. In een kruidenierswinkeltje dat wel de hele dag open is, koop is een nieuwe fles water, twee bananen en een stuk kaas. Er lopen hier ook de nodige pelgrims rond.

Voorbij de stad maak ik een aantal korte gesprekjes met langeafstandswandelaars. De eerste is een man die wandelt vanuit Genève naar Porto in Portugal. Een Franssprekende Canadees is onderweg vanuit Le Puy en gaat naar St. Jean-Pied-de-Port. Later spreek ik nog een Frans stel. Die vraagt mij of ik uit Amsterdam komt en Ajaún bent. Mijn rood-zwart shirt lijkt op het shirt van een bekend rugbyteam van Toulouse, zegt hij.

In Auvilar verwijst de VVV mij naar de pelgrimsgîte. Ik deel daar een kamer met een Duitser die onderweg is naar Santiago.