S
Dag 3. dinsdag 25 augustus 2009. Fietsen langs de Elbe van Hitzacker naar Lenzen, 52 km.
Gisteren werd ons verteld dat Claus von Ambsberg in Hitzacker is geboren. Ook de baas van het hotel vertelt het ons vanmorgen bij het afrekenen. Net als eerder andere mensen verwijst hij naar het grote herenhuis tegenover het benzinestation. Het is voor ons de verkeerde kant op, maar toch gaan we even kijken. Voor de zekerheid vraag ik het nog even aan de kassière van het tankstation. “Ja, het is hier tegenover”.
We zijn brutaal en rijden de oprijlaan van het huis op en kijken wat rond. Een man in een auto vraagt of wij soms Nederlanders zijn die denken dat Claus hier geboren is. Volgens hem heeft dit huis “nichts zu tun” met Claus von Amsberg. Die is een stuk verderop geboren. Wij geloven het nu verder wel.
Het weer oogt goed, maar een Duitser zegt ons dat er voor in de loop van de middag onweer is voorspelt. Om elf uur drinken we koffie in Dömitz. Ze hebben daar een vesting, die ze flink aan het opknappen zijn. Er is wat achterstallig onderhoud. Veel winkels staan hier leeg en zijn dichtgetimmerd.
Bij het Raiffeisenbenzinestation krijg ik met een “beetje boel” moeite extra lucht in de achterband van mijn fiets. Het ventiel heeft zijn beste tijd gehad. We krijgen vandaag ook te maken met betonplaten van de vroegere DDR. Daar zitten overlangs groeven in. Dat rijdt niet lekker met de fiets. Bert weet daar alles van. Meestal is er hier ook nog een strook half verhard dat goed rijdt.
Al om twee uur gaan we thee drinken omdat regen en onweer dreigt. We blijven hier ruim een uur plakken. Volgens Joke is in Nederland vorige week een vrouw door de bliksem getroffen die de koeien ging binnen zetten. We spreken af samen in elk geval geen oude koeien uit de sloot te halen. Je weet maar nooit. In Lenzen, 7 km verder, nemen we al betrekkelijk vroeg een kamer bij Gasthof ′Stadt Hamburg′, dat niet ver van de binnenstad afligt.
In de stad zijn enkele openbare gebouwen flink opgeknapt, zoals de Burcht en omgeving. We eten in een restaurantje in de oude stad. Als we binnenkomen zijn we de enige klanten. Ook als een uur later weggaan zijn we nog steeds de enige klanten. Overigens zijn in het Gasthof ook de enige twee klanten.
Lenzen is een stad in verval. Heel veel panden staan leeg en zien er allerbelabberdst uit. Het wegdek van de straten ziet er wel erg net uit. Er is veel geld besteed aan openbare werken (riolering en wegen).
Onze fietsen staan vannacht in een garage van het Gasthof. Ook de eerdere keren konden we de fietsen goed stallen. Ook vandaag kwamen we de nodige Elbefietsers tegen. Het is dan steeds “Gute Morgen”, “Gutetag” of “Hallo”. Uitgebreide verhalen hebben we nog niet uitgewisseld.
Beneden in het Gasthof is een ouderwets café, maar dat lijkt al jaar geen bezoek van drinkers meer gehad te hebben.